ECLI:NL:RBOVE:2018:1085

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 maart 2018
Publicatiedatum
4 april 2018
Zaaknummer
6520315 \ CV EXPL 17-7698
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.A.O.M. van Aerde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde zorgnota met betrekking tot medische behandeling

In deze zaak vordert Famed B.V. betaling van een onbetaalde zorgnota van € 239,58, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, van gedaagde. De zorgnota betreft een medische behandeling die op 6 februari 2017 heeft plaatsgevonden. Famed heeft de vordering overgenomen van Direct Psycholoog, die de behandeling heeft uitgevoerd. De gedaagde heeft de nota niet betaald, ondanks meerdere aanmaningen. Tijdens de procedure heeft de gedaagde aangevoerd dat hij niet duidelijk was over de behandeling en de bijbehorende nota. Hij stelde dat het mogelijk om een behandeling in Den Haag ging, die hij niet wilde betalen, maar dat hij wel zou betalen als het om de behandeling in Zwolle ging.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Famed voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde op de hoogte was van de behandeling en de bijbehorende kosten. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig heeft gereageerd op de nota en dat hij onvoldoende actie heeft ondernomen om duidelijkheid te verkrijgen over de factuur. De kantonrechter heeft de vordering van Famed toewijsbaar geacht, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat deze op de juiste wijze zijn aangezegd. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 282,86, vermeerderd met rente, en in de proceskosten van € 320,51.

Het vonnis is uitgesproken door mr. J.A.O.M. van Aerde op 20 maart 2018 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 6520315 \ CV EXPL 17-7698
Vonnis van 20 maart 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap
FAMED B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort,
eisende partij, hierna te noemen Famed,
gemachtigde: Janssen en Janssen Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 november 2017
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
1.2.
[gedaagde] heeft hierna, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 11 maart 2017 heeft Famed een nota gestuurd aan [gedaagde] met betrekking tot een (medische) behandeling op 6 februari 2017 (
Intake individuele coaching (90 min))bij ‘
Direct Psycholoog’. Het notabedrag is € 239,58.

3.Het geschil

3.1.
Famed vordert - samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 239,58 vermeerderd met wettelijke rente ex artikel 6:119 BW (tot aan dagvaarding berekend op € 3,28) en buitengerechtelijke incassokosten van € 40,=, onder veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2.
Famed legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] op 6 februari 2017 een medische behandeling heeft genoten bij een vestiging van Direct Psycholoog. Aangezien Direct Psycholoog haar vordering daaruit heeft overgedragen aan Famed, is de factuur door Famed verzonden aan [gedaagde] met vermelding van behandeldatum en de organisatie waar de behandeling plaatsvond. Direct Psycholoog heeft vestigingen in Zwolle, Drachten en Heerenveen. Aangezien de nota, ondanks meerdere aanmaningen, onbetaald is gebleven, wordt nu in deze procedure betaling gevorderd.
3.3.
[gedaagde] heeft tegen de vordering aangevoerd dat het hem niet duidelijk was op welke behandeling bij welke behandelaar de nota betrekking had. Mogelijk ging het om een behandeling in Den Haag en die nota wilde hij niet betalen. Als het om de behandeling in Zwolle ging dan zou hij wel tot betaling overgaan. Volgens [gedaagde] is het aan Famed te wijten dat hem niet duidelijk is geweest, waar de nota betrekking op heeft. De bijkomende buitengerechtelijke kosten zouden daarom volgens [gedaagde] niet gerechtvaardigd zijn.

4.De beoordeling

4.1.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] heeft Famed bij repliek de vordering nader toegelicht. Daarbij heeft zij de factuur in het geding gebracht, waarop de naam van de organisatie waarbij de behandeling plaatsvond (
Direct Psycholoog), is vermeld. Tevens is de behandeldatum vermeld. Naar het oordeel van de kantonrechter stelt Famed terecht dat het [gedaagde] op grond van deze informatie voldoende duidelijk moet zijn geweest, waar de nota betrekking op had. Bovendien had [gedaagde] direct na ontvangst van de nota contact kunnen opnemen met Famed dan wel met de organisatie van Direct Psycholoog om eventueel meer duidelijkheid over de nota te verkrijgen. Famed heeft echter onbetwist gesteld dat [gedaagde] dat niet heeft gedaan. Pas na diverse aanmaningen heeft hij gebeld met het incassobureau. Dit heeft overigens niet geleid tot betaling van de nota.
4.2.
De kantonrechter concludeert op grond van het voorgaande dat Famed het verweer van [gedaagde] genoegzaam heeft weersproken. Daarna heeft [gedaagde] niet meer gereageerd. Aangezien Famed haar vordering voldoende heeft onderbouwd, leidt dit ertoe dat de vordering van Famed toewijsbaar is.
4.3.
Dit laatste geldt ook voor de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Deze kosten zijn toewijsbaar nu de incassokosten zijn aangezegd op de door de wet in artikel 6:96 lid 6 BW voorgeschreven wijze en Famed voor de hoogte van de kosten is uitgegaan van de staffel uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
4.4.
Als in het ongelijk gestelde partij dient [gedaagde] tevens te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak aan de zijde van Famed begroot op € 83,51 voor explootkosten, € 117,= voor griffierecht en € 120,= voor salaris gemachtigde. Dat is samen een bedrag van € 320,51.

5.De beslissing

De kantonrechter,
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Famed te betalen een bedrag van € 282,86, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 239,58, vanaf de dag van dagvaarding - 20 november 2017 - tot de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Famed begroot op € 320,51;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.O.M. van Aerde, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2018. (AP)