In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel, is de coöperatieve vereniging NL Power U.A. (hierna: NLP) de eisende partij in de hoofdzaak en verwerende partij in het incident. De gedaagde partij, aangeduid als [A], heeft een incidentele conclusie ingediend met een exceptie van onbevoegdheid. NLP vordert ontbinding van de overeenkomst met [A] en betaling van een bedrag van € 17.581,09, vermeerderd met reputatieschade van € 3.000,= en wettelijke rente over een totaalbedrag van € 24.453,09 vanaf 28 augustus 2016.
[A] stelt dat de vordering betreffende reputatieschade niet voldoende is gespecificeerd en dat de totale vordering het bedrag van € 25.000,= overschrijdt, zoals bedoeld in artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Hij verzoekt de kantonrechter zich onbevoegd te verklaren en de zaak door te verwijzen naar de bevoegde rechter, met veroordeling van NLP in de kosten van het incident. NLP daarentegen stelt dat de vordering is gewijzigd en dat de kantonrechter bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gewijzigde vordering van NLP binnen de bevoegdheid van de kantonrechter valt, zoals bedoeld in artikel 93 Rv. De vordering tot verwijzing is afgewezen en partijen zijn ieder in de eigen kosten van het incident veroordeeld. De procedure in de hoofdzaak is aangehouden, waarbij [A] in de gelegenheid is gesteld om te dupliceren. De verdere beslissing is aangehouden tot een latere zitting.