Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- het e-mailbericht van de man met een tweetal producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de vrouw.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 19 april 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die een relatie hebben gehad en samen een minderjarig kind hebben. De vrouw vorderde een civielrechtelijk straat- en contactverbod tegen de man, die eerder een strafrechtelijk contactverbod had gekregen. De vrouw stelde dat de man haar en de kinderen in zijn macht probeerde te houden en dat hij haar stelselmatig lastigviel, wat leidde tot een ernstige verstoring van de onderlinge verhoudingen. De man erkende dat hij het contactverbod in het verleden had overtreden, maar betwistte dat hij de vrouw nog steeds lastigviel. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de man haar op een ontoelaatbare wijze lastigviel, vooral omdat er geen recente overtredingen van het contactverbod waren gemeld. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van de vrouw af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.