In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 30 april 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van de toestemming voor het gebruik van het stadhuis voor het geven van cursussen. De raadsgriffier had eiser op 13 oktober 2016 geïnformeerd dat de toestemming voor het gebruik van het stadhuis voor de resterende cursusdata was komen te vervallen. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het besluit van 10 augustus 2017, waarin zijn bezwaren niet-ontvankelijk werden verklaard.
Tijdens de zitting op 1 februari 2018 is eiser verschenen, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door E. Slot en M. Sijbrandij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslissing om de toestemming in te trekken geen publiekrechtelijke grondslag had. De rechtbank oordeelde dat de Regeling gebruik stadhuishal niet van toepassing was op de toestemming die eiser had gekregen, en dat de beslissing om het emailbericht van eiser op de gemeentelijke website te plaatsen als een feitelijke handeling moest worden aangemerkt.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.