Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de producties van de zijde van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling d.d. 6 april 2018,
- de pleitnota’s van partijen.
2.De feiten
[woonplaats 2] . Uit de relatie is een thans nog minderjarig kind geboren: [X] (hierna: [X] ).
20 februari 2018 betekend aan [eiser] .
- een schriftelijke weergave van een zelfstandige actie en een toelichting daarop van de politie-eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Noord (hierna: de politie) naar aanleiding van een melding van [gedaagde] op 6 november 2017 van een voorval op 6 november 2017 (hierna het verslag van de politie van 6 november 2017);
- een schriftelijke weergave van een hoofdincident en een toelichting daarop van de politie naar aanleiding van een melding van zowel [gedaagde] als [eiser] op 7 november 2017 van een voorval op 7 november 2017 (hierna: het verslag van de politie 7 november 2017).
Kamphuis Menderink - kort gezegd - verzocht vooralsnog de executiemaatregelen te staken.
3.Het geschil
7 november 2017 werd achtervolgd door [gedaagde] . Zij heeft de overtreding bewust uitgelokt. Daarmee maakt zij misbruik van het (proces)recht. [eiser] was op weg naar zijn vaste leverancier, te weten Sloop- en Handelsonderneming [Y] te [woonplaats 2] (hierna: [Y] ). Toen [eiser] bij [Y] weg wilde rijden, zag hij dat [gedaagde] op hem stond te wachten en heeft hij de politie gealarmeerd en deze is ter plaatse gekomen. [eiser] was zich op dat moment niet bewust van het feit dat [Y] zich bevindt binnen een straal van 500 meter van de woning van [gedaagde] en hij strikt genomen het gebiedsverbod met een kleine 25 meter heeft overtreden. Gezien de geringe inbreuk en de onbewustheid is het onder deze omstandigheden in strijd met de redelijkheid en billijkheid om te stellen dat het gebiedsverbod overtreden is en aanspraak te maken op een dwangsom. Daarnaast stelt [eiser] dat zijn bedrijfseconomisch belang voor gaat op de 25 meter die het gebiedsverbod doorkruisen. [eiser] kan bij [Y] tegen een zeer gunstig tarief inkopen, hetgeen zeker in de opstartfase van een onderneming van groot belang is voor [eiser] . De tenuitvoerlegging van het vonnis van 19 mei 2017 is enkel en alleen gebaseerd op meldingen van [gedaagde] . Zonder verdere onderbouwing van stukken is dit onacceptabel en levert dit misbruik van (proces)recht op.
4.De beoordeling
19 mei 2017 [eiser] een gebieds- en contactverbod, versterkt door een dwangsom, heeft opgelegd. De enkele omstandigheid dat er een procedure aanhangig is om het gebieds- en contactverbod af te wijzen dan wel te beperken, heeft niet tot gevolg dat [eiser] het vonnis van 19 mei 2017 niet (meer) dient na te leven.
gebieds- en contactverbod heeft overtreden en zij zich beroept op het rechtsgevolg, zijnde het verbeuren van dwangsommen, [gedaagde] de feiten dient te stellen en zo nodig dient te bewijzen die rechtvaardigen dat dwangsommen zijn verbeurd.
1 februari 2018. In dit kader wil de voorzieningenrechter niet onvermeld laten dat er drie verschillende data zijn vermeld waarop de door [gedaagde] gestelde eerste overtreding zou hebben plaatsgevonden, namelijk 6 november 2017, 23 oktober 2017 en 5 oktober 2017.
ABN AMRO geen doel heeft getroffen, zodat het als opgeheven dient te worden beschouwd. Het belang van [eiser] bij zijn vordering tot opheffing van het beslag onder ABN AMRO ontbreekt dan ook naar het oordeel van de voorzieningenrechter, zodat de in dat kader door [eiser] ingestelde vorderingen zullen worden afgewezen. Weliswaar wordt er in het petitum van de dagvaarding gevorderd om [gedaagde] te veroordelen tot het (laten) opheffen van de gelegde beslagen, doch de voorzieningenrechter vat dit op als een kennelijke verschrijving, nu er in het lichaam van de dagvaarding enkel wordt vermeld dat [gedaagde] ten laste van [eiser] executoriaal beslag heeft doen leggen op een zakelijke rekening van [eiser] en uit het door hem overgelegde exploot van 15 februari 2018 blijkt dat er derdenbeslag is gelegd onder ABN AMRO (productie 3 dagvaarding). Dat er andere beslagen zijn gelegd, is gesteld noch gebleken.