Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 december 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 23 maart 2018 en de daaraan gehechte brief van mr. Liem d.d. 13 april 2018.
2.De feiten
1.Gegevens
Partijen wensen in verband met de beëindiging samenleving afspraken te maken omtrent partneralimentatie en vermogensrechtelijke afspraken met betrekking tot de eenvoudige gemeenschappen dan wel vergoedingsplichten die over en weer bestaan. (…).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Zorgplicht van [gedaagde]
ik daar in de berekening geen rekening mee heb gehouden. Ik realiseerde mij dat op dat moment niet, anders had ik er wel rekening mee gehouden.” De vraag is of daarmee sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] .