ECLI:NL:RBOVE:2018:1668

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 april 2018
Publicatiedatum
17 mei 2018
Zaaknummer
6528576 \ CV EXPL 17-7755
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van boetebedingen in creditcardovereenkomst tussen American Express en consument

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen American Express Services Europe Limited en een consument. De zaak betreft een creditcardovereenkomst waarin American Express twee boetebedingen hanteert: een storneringsboete van 1,5% van het gestorneerde bedrag plus €5, en een boete voor te late betaling van 2,5% over het te laat betaalde bedrag met een minimum van €15. De rechter heeft ambtshalve beoordeeld of deze boetebedingen onredelijk bezwarend zijn, zoals vereist door Richtlijn 93/13/EEG inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

American Express heeft betoogd dat de boetebedingen niet onredelijk zijn, omdat ze zijn ontworpen om consumenten te prikkelen hun betalingsverplichtingen na te komen. De rechter heeft vastgesteld dat de boetes in redelijke verhouding staan tot de te verwachten schade en dat de boetebepalingen een redelijke prikkel tot nakoming vormen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van American Express, die bestaat uit onbetaald gebleven bestedingen en boetebedragen, volledig toewijsbaar is, aangezien de gedaagde partij niet heeft gereageerd op de vordering.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van €3.067,42, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 6528576 \ CV EXPL 17-7755
Vonnis van 17 april 2018
in de zaak van
de vennootschap naar vreemd recht
AMERICAN EXPRESS SERVICES EUROPE LIMITED,
statutair gevestigd te Londen (Verenigd Koninkrijk), tevens gevestigd te Amsterdam,
eisende partij, hierna te noemen American Express,
gemachtigde: mr. J.J.L. Boudewijn, Van der Hoeden|Mulder gerechtsdeurwaarders en juristen te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 februari 2018
- de akte na tussenvonnis van American Express van 6 maart 2018
1.2.
Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] na tussenvonnis niet meer gereageerd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
[gedaagde] is consument. American Express beroept zich op twee boetebedingen die zijn opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. De rechter dient daarom op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. 4 juni 2009, C‑243/08) ambtshalve te beoordelen of deze bedingen onredelijk bezwarend zijn. Bij de
Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten(hierna: de richtlijn) is een indicatieve lijst gevoegd van mogelijk oneerlijke bedingen; het boetebeding is daarop vermeld als onderdeel e. Volgens de richtlijn is een beding als oneerlijk te beschouwen indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
2.2.
In verband met deze toetsing is American Express bij tussenvonnis in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of er naar haar mening sprake is van onredelijk bezwarende bedingen.
2.3.
American Express stelt dat er geen sprake is van onredelijk bezwarende bedingen en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De algemene voorwaarden kennen twee boetebepalingen, namelijk een storneringsboete van 1,5% van het gestorneerde bedrag, verhoogd met € 5,= en een boete voor te late betaling ter grootte van 2,5% over het te laat betaalde bedrag met een minimum van € 15,=. Deze boete voor te late betaling wordt maximaal twee keer in rekening gebracht, te weten na 30 dagen en na 60 dagen. Volgens American Express wordt bij het opleggen van de boetes rekening gehouden met de ernst van de tekortkoming, aangezien de boetes in overwegende mate bestaan uit een percentage van het verschuldigde bedrag. De boete is hoger naarmate de consument in gebreke blijft met de betaling van een hoger bedrag.
De boetebepalingen zijn (mede) bedoeld als prikkel tot nakoming voor de consument om diens contractuele betalingsverplichting na te komen. Om van de boetes een preventieve werking uit te laten gaan is er gekozen voor boetes waarvan de hoogte (mede) afhangt van de hoogte van het besteedde bedrag.
Het opleggen van de boete bij te late betaling is gelimiteerd. Er wordt maximaal twee keer een boete opgelegd, zodat de boetebedragen niet ongelimiteerd kunnen oplopen.
Een storneringsboete wordt alleen opgelegd als er sprake is van een stornering van een automatische incasso-opdracht. Een dergelijke situatie levert extra werkzaamheden en daarmee extra kosten voor American Express op, zodat een dergelijke boete niet onredelijk is. Overigens kunnen de boetes voor stornering niet ongelimiteerd oplopen, aangezien in geval van wanbetaling die ondanks ingebrekestelling en aanmaning voortduurt, het gebruik van de kaart wordt geblokkeerd. Daarbij worden de automatische incasso’s stopgezet.
Ten slotte voert American Express aan dat zij naast genoemde boetes geen andere aanvullende vergoeding in rekening brengt bij te late betaling. Er wordt dus geen rente of kredietvergoeding berekend en evenmin worden er incassokosten in rekening gebracht. In het onderhavige geval bedraagt de betalingsachterstand een som van € 2.886,81 en bedraagt het totaal van de opgelegde boetes een bedrag van € 180,61.
2.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter staan, al met al bezien, de gestelde boetes in redelijke verhouding tot de te verwachten schade die ontstaat door de gedragingen waarop de boetes zijn gesteld en kunnen de boetes eveneens worden gezien als een redelijke prikkel tot nakoming. De som van de berekende boetes is lager dan het bedrag dat op grond van de betalingsachterstand voor incassokosten had kunnen worden berekend. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de in het geding zijnde bedingen in het onderhavige geval niet onredelijk bezwarend zijn.
2.5.
Voor de beoordeling van de vordering betekent dit het volgende. American Express vordert betaling van een bedrag van € 3.067,42. Dit bedrag bestaat uit onbetaald gebleven bestedingen van [gedaagde] en haar partner en uit de onbetaald gebleven boetebedragen. Gelet op hetgeen reeds is overwogen en op het feit dat de vordering door [gedaagde] niet is weersproken, is de vordering in zijn geheel toewijsbaar.
2.6.
Tevens is gevorderd de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over de som van € 3.067,42 gerekend vanaf de dag van dagvaarding. Deze vordering berust op de wet en is daarom toewijsbaar.
2.7.
Als in het ongelijk gestelde partij dient [gedaagde] te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Hierbij overweegt de kantonrechter dat de kosten voor de akte na tussenvonnis in verband met de ambtshalve toetsing van de door American Express gehanteerde bedingen, worden geacht voor rekening van American Express te blijven. Dit betekent dat de kosten tot aan deze uitspraak aan de zijde van American Express worden begroot op € 83,51 voor explootkosten, € 470,= voor griffierecht en € 175,= voor salaris gemachtigde (1 salarispunt à € 175,=). Dat is samen een bedrag van € 728,51. Daarnaast is voor nakosten toewijsbaar een bedrag van € 87,50.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan American Express te voldoen een bedrag van € 3.067,42 vermeerderd met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over dat bedrag vanaf de dag van dagvaarding, zijnde 30 november 2017, tot aan de dag der algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van American Express begroot op € 728,51 en op een bedrag van € 87,50 voor nakosten;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2018.