In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen American Express Services Europe Limited en een consument. De zaak betreft een creditcardovereenkomst waarin American Express twee boetebedingen hanteert: een storneringsboete van 1,5% van het gestorneerde bedrag plus €5, en een boete voor te late betaling van 2,5% over het te laat betaalde bedrag met een minimum van €15. De rechter heeft ambtshalve beoordeeld of deze boetebedingen onredelijk bezwarend zijn, zoals vereist door Richtlijn 93/13/EEG inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
American Express heeft betoogd dat de boetebedingen niet onredelijk zijn, omdat ze zijn ontworpen om consumenten te prikkelen hun betalingsverplichtingen na te komen. De rechter heeft vastgesteld dat de boetes in redelijke verhouding staan tot de te verwachten schade en dat de boetebepalingen een redelijke prikkel tot nakoming vormen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van American Express, die bestaat uit onbetaald gebleven bestedingen en boetebedragen, volledig toewijsbaar is, aangezien de gedaagde partij niet heeft gereageerd op de vordering.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van €3.067,42, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.