Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Aannemersbedrijf Hoek & Zn. B.V. e.a., te Tubbergen, verzoekers,
het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen, verweerder,
[naam BV]te [vestigingsplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 17 mei 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, waaronder Aannemersbedrijf Hoek & Zn. B.V. en andere betrokkenen, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen. Dit besluit hield in dat een slachterij, aangeduid als [naam 1], vóór 15 april 2018 de slachtcapaciteit moest terugbrengen naar maximaal 540 vleeskalveren per week, met een dwangsom van € 10.000,- per overtreding. Verzoekers stelden dat zij onaanvaardbare geuroverlast ondervonden van de bedrijfsvoering van de slachterij en vroegen de voorzieningenrechter om een vergaande voorlopige voorziening te treffen, zodat [naam 1] na de begunstigingstermijn niet langer kalveren mocht slachten.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat niet is gebleken van zodanige geuroverlast dat verzoekers een spoedeisend belang hadden bij het treffen van de gevraagde voorziening. De rechter stelde vast dat de mestopslag en afvoer inmiddels op een gesloten systeem was overgestapt en dat er geen geuroverlast was waargenomen tijdens controles. Bovendien had [naam 1] aangegeven tijdelijk de slachtcapaciteit te verlagen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aangevoerde geluidsoverlast en overige overtredingen niet tot een zodanige overlast leidden dat een voorlopige voorziening noodzakelijk was. De uitspraak benadrukte dat het oordeel van de voorzieningenrechter voorlopig is en geen bindende werking heeft voor een eventueel bodemgeding.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld, in aanwezigheid van griffier M.W. Hulsman, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.