Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de mondelinge behandeling d.d. 6 juni 2018.
2.Feiten
Strukton Rail B.V. (hierna: Strukton). De beslagen strekken tot verzekering van verhaal van een door de voorzieningenrechter (voorlopig) op € 156.000,-- begrote vordering.
€ 287.000,-- en het beslag onder Strukton voor een bedrag van (ongeveer) € 300.000,--.
3.De beoordeling
€ 30.266,-- te vermeerderen met de verwijlinteresten op de hoofdsom. Gelet op dit vonnis kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet gezegd worden dat de conservatoire derdenbeslagen ten laste van Rabobank en Strukton zijn gestoeld op een vordering waarvan summierlijk blijkt dat die ondeugdelijk is. Dat Keytech zich niet kan verenigen met dit vonnis doet niet af aan het voorgaande. De inhoudelijke bezwaren tegen dit vonnis kunnen, behoudens die, welke nopen tot het oordeel dat sprake is van misbruik van bevoegdheid, niet in het onderhavig geschil, maar slechts in (het ingestelde) hoger beroep worden aangevoerd.
€ 300.000,--. Met inachtneming van het vorenoverwogene is de voorzieningenrechter van oordeel dat het beslag onder Strukton vexatoir is. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat bij het verleende verlof de vordering van [gedaagde] door de voorzieningenrechter voorlopig is begroot op € 156.000,--, voor welk bedrag het beslag onder Rabobank toereikend kan worden geacht.