Op 2 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 75-jarige man, die werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval op de Markeloseweg in Holten. De verdachte verleende geen voorrang aan een ruiter te paard, wat resulteerde in een aanrijding waarbij de ruiter ten val kwam en lichamelijk letsel opliep. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 juni 2018, waar de officier van justitie mr. C.Y. Huang en de raadsman mr. J. Vlug aanwezig waren, de tenlastelegging beoordeeld. De verdachte werd primair beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval door onvoorzichtig rijgedrag, en subsidiair van het in gevaar brengen van de verkeersveiligheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging, kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de primaire beschuldiging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich niet in aanmerkelijke mate verwijtbaar had gedragen, en sprak hem vrij van de primaire aanklacht. Echter, de rechtbank achtte het subsidiair ten laste gelegde feit bewezen, namelijk dat de verdachte geen voorrang had verleend aan de ruiter, wat gevaar op de weg veroorzaakte.
De rechtbank legde de verdachte een geldboete op van € 500,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de boete niet betaald zou worden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2018.