In deze zaak, die op 3 juli 2018 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderden eisers, [eiser c.s.], dat de gedaagde, De Zwanenhof B.V., zou meewerken aan de juridische eigendomsoverdracht van een onroerend goed en de bouw van een zorg/kuurhotel zou staken. De partijen hadden in 2015 een koopovereenkomst gesloten, waarbij de eigendomsoverdracht afhankelijk was van een bestemmingsplanherziening. De rechtbank oordeelde dat De Zwanenhof, ondanks het feit dat er nog een hoger beroep liep tegen de omgevingsvergunning, verplicht was om mee te werken aan de eigendomsoverdracht. De voorzieningenrechter stelde vast dat de Zwanenhof wanprestatie pleegde door niet mee te werken aan de juridische levering, terwijl de bestemmingsplanherziening onherroepelijk was geworden. De vordering tot het staken van de bouw werd afgewezen, omdat de belangen van De Zwanenhof en derden zwaarder wogen. De rechtbank veroordeelde De Zwanenhof tot medewerking aan de eigendomsoverdracht en legde een dwangsom op voor elke dag dat zij hieraan niet voldeed. De vordering tot betaling van een voorschot op een verbeurde boete werd afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. De Zwanenhof werd in de proceskosten veroordeeld.