Op 23 juli 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een man die leiding gaf aan het failliete vastgoedbedrijf Eurocommerce. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot het betalen van 6.480.000 euro aan de Staat, als ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze uitspraak volgt op een eerdere veroordeling in 2016 voor faillissementsfraude, waarbij hij een celstraf van 3,5 jaar kreeg opgelegd. Ook zijn zoon is veroordeeld tot betaling van 5.250.000 euro aan de Staat, na een straf van 12 maanden cel. De echtgenote en dochter van de man zijn vrijgesproken, en de ontnemingsvorderingen tegen hen zijn niet-ontvankelijk verklaard.
De ontnemingsvordering werd ingediend door de officier van justitie op 25 september 2015, waarbij het oorspronkelijke bedrag van 22.906.412 euro werd teruggebracht tot 8.940.062 euro na een strafrechtelijk financieel onderzoek. De verdediging voerde aan dat de ontnemingsmaatregel niet kon worden opgelegd voor feiten waarvoor de man was vrijgesproken, en dat er geen wederrechtelijk voordeel was genoten. De rechtbank oordeelde echter dat de man voordeel had genoten uit een agiostorting van Gevi Gorssel BV in Gevi International BV, en dat dit voordeel aan hem moest worden toegerekend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man in staat is om het bedrag van 5.250.000 euro te voldoen en heeft hem de verplichting opgelegd om dit bedrag aan de Staat te betalen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van leidinggevenden in faillissementzaken en de mogelijkheid van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, zelfs na een veroordeling voor andere strafbare feiten.