Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. K.J.L. de Valk en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. S. Groothuismink, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 juli 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 5 maart 2018, pagina’s 13 en 14;
- het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] van 6 maart 2018, pagina’s 30 en 31;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 juli 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 5 maart 2018, pagina’s 72 en 73;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 juli 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 5 maart 2018, pagina’s 68 en 69;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 juli 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 7 maart 2018, pagina’s 75 en 76.
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 juli 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 5 maart 2018, pagina’s 64 en 65.
genaamd [slachtoffer 6] (in/tijdens haar
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
De rechtbank zal verdachte derhalve ontslaan van alle rechtsvervolging.
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor de
duur van één jaar.
mr. M. van Berlo, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Ülger-Demir, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2018.