Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verschenen in persoon,
Universiteit of Academisch Ziekenhuis RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN, meer speciaal het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen,
1.De procedure
2.De feiten
Gezien de aanhoudende impasse en de toenemende kans dat – tegen alle (…) afspraken in – mijn dienstverband niet zal worden verlengd, maak ik gebruik van mijn retentierecht. Dat betekent dat ik de files van de beide syllabi zal achterhouden totdat a. de aanstelling onder de noodzakelijke voorwaarden is verlengd b. de rekeningen (…) zijn voldaan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
heeft ter zitting uiteen gezet dat aan de wijziging van de opzet en volgorde een didactische keuze ten grondslag lag, die is uitgewerkt aan de hand van fases waarmee een startende ondernemer te maken krijgt. De syllabi zijn toegesneden op de functie van coördinator van de mastertrack, die aan [eiser] in het vooruitzicht was gesteld, aldus [eiser] . Deze uitleg is door de RUG niet gemotiveerd weersproken. De enkele stelling dat de wijziging van de volgorde van de hoofdstukken met de volgorde van de lessen te maken had, volstaat niet als een gemotiveerde betwisting.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de wijzigingen in opzet en volgorde voortvloeien uit een persoonlijke visie en daarmee een eigen en persoonlijk stempel dragen. Door de toevoegingen en wijzigingen als hiervoor weergegeven hebben (delen van) de syllabi een eigen en oorspronkelijk karakter gekregen, dat zich uit in de didactische en creatieve keuzes die [eiser] heeft gemaakt. Hoewel aan de RUG kan worden toegegeven dat [eisers] bewerking mede bestaat uit het redigeren van reeds bestaande teksten en dat deze redactiewerkzaamheden op zich niet kunnen leiden tot enige auteursrechtelijk bescherming, wordt geoordeeld dat de wijzigingen in opzet en de toevoegingen meer beslaan dan het enkele redigeren daarvan. Daarmee gelden (delen van) de [eiser] -syllabi als auteursrechtelijk beschermd werk.
4.5. De kantonrechter overweegt als volgt. [eiser] was in de periode dat hij de syllabi heeft bewerkt in dienst van de RUG. De RUG heeft tijdens de dienstbetrekking de aanstelling van [eiser] uitgebreid en aan [eiser] verzocht om de mastertrack Science, Business en Policy te evalueren. Deze evaluatie heeft ertoe geleid dat [eiser] een verbeterplan heeft opgesteld en vervolgens de syllabi heeft bewerkt. Het opstellen van een verbeterplan behoort tot de taken van docent 2. Niet in geschil is dat [eiser] ook taken vervulde die tot het takenpakket van een docent 1 behoorden. Dat het bewerken van syllabi tot de taken van docent 1 behoort maakt niet dat [eiser] de werkzaamheden buiten zijn dienstbetrekking heeft verricht.
heeft de betreffende werkzaamheden verricht in overleg met en met toestemming van zijn leidinggevenden. Dit overleg blijkt onder meer uit de verschillende e-mailcontacten, het toevoegen van het lussenschema op verzoek van prof. Gerkema en de omstandigheid dat de eindredactie door [eiser] en prof. Gerkema tezamen zou worden gedaan. Daaruit volgt dat er enige zeggenschap bestond over de vorm waarin het werk tot stand kwam. Verder staat vast dat de RUG de syllabi op haar kosten zou laten drukken en zou verspreiden onder de studenten. Over afspraken tussen [eiser] en de RUG over de aard van de werkzaamheden en de rechten van het ‘werk’ tenslotte, is niets gesteld noch gebleken.
Het beroep dat [eiser] heeft gedaan op het bepaaldheidsvereiste, inhoudende dat geen sprake is van ‘bepaalde werken’ nu hij zelf het initiatief heeft genomen om de syllabi te bewerken en deze werkzaamheden niet behoorden tot de taken van een docent 2, leidt niet tot een ander oordeel. Artikel 7 Aw wordt in het algemeen niet van toepassing geacht op werk dat slechts ingevolge een algemene taakomschrijving tot stand wordt gebracht, zoals werk van universitaire onderzoekers. Anders dan [eiser] meent, is daarvan in de onderhavige zaak echter geen sprake. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zijn de werkzaamheden van [eiser] in het kader van zijn dienstbetrekking verricht en heeft overleg plaatsgevonden tussen [eiser] en de RUG over de inhoud daarvan. Van een algemene taakomschrijving zonder nadere aanwijsbevoegdheden was daarmee geen sprake. Dat de RUG geen expliciete opdracht heeft gegeven tot het bewerken van de syllabi maakt dat niet anders. Het voorgaande leidt ertoe dat de RUG als maker als bedoeld in artikel 7 Aw wordt aangemerkt en daarmee over de exploitatierechten van het werk beschikt.
( 1 punt (incident) + 2,5 punt (hoofdzaak) x tarief € 300,00)