ECLI:NL:RBOVE:2018:3126

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 augustus 2018
Publicatiedatum
29 augustus 2018
Zaaknummer
C/08/220731 / KG ZA 18-218
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning na beëindiging van een begeleidingsovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 augustus 2018 een vonnis gewezen in kort geding tussen de Stichting RIBW Groep Overijssel en een gedaagde. De gedaagde verbleef in een woning van de Stichting RIBW op basis van een begeleidingsovereenkomst. Deze overeenkomst werd door de Stichting RIBW opgezegd vanwege het gedrag van de gedaagde. De gedaagde werd verzocht om de woning uiterlijk op 23 juli 2018 te ontruimen, maar weigerde dit. De Stichting RIBW vorderde in kort geding ontruiming van de woning per 27 augustus 2018, terwijl de gedaagde bereid was om de woning per 1 september 2018 te ontruimen. Tijdens de zitting bleek dat de gedaagde per 27 augustus 2018 een nieuwe woonruimte zou betrekken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er spoedeisendheid was en dat partijen onderling tot overeenstemming waren gekomen. Het vonnis bepaalt dat de gedaagde uiterlijk op 1 september 2018 de woning moet ontruimen en dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/220731 / KG ZA 18-218
Vonnis in kort geding van 10 augustus 2018
in de zaak van
de stichting
STICHTING RIBW GROEP OVERIJSSEL,
gevestigd te Zwolle,
eiseres,
advocaat mr. J. Eerbeek te Veenendaal,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.P. Smit te Almelo.
Partijen zullen hierna Stichting RIBW en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 augustus 2018, met 11 producties
  • een brief met producties 12, 13, 14 en 15 van 7 augustus 2018 namens Stichting RIBW
  • een brief met 5 producties van 8 augustus 2018 namens [gedaagde]
  • een brief met producties 6 en 7 van 9 augustus namens [gedaagde]
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Stichting RIBW
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] verblijft krachtens een door haar met Stichting RIBW gesloten begeleidingsovereenkomst in een woonruimte van Stichting RIBW, laatstelijk op [het adres 1] te [woonplaats 1] (hierna te noemen: de woning).
2.2.
Stichting RIBW heeft per brief van 13 juli 2018 met onmiddellijke ingang de begeleidingsovereenkomst met [gedaagde] opgezegd met als gronden, die kort gezegd het gedrag van [gedaagde] betreffen. Daarbij heeft Stichting RIBW aangezegd dat [gedaagde] de woning uiterlijk op 23 juli 2018 vóór 15.00 uur dient te ontruimen.
2.3.
Stichting RIBW heeft op 18 juli 2018 aan [gedaagde] (via haar advocaat) voorgesteld om tijdelijk een in een gemeubileerd verblijfsruimte aan het [het adres 2] te [woonplaats 2] te verblijven.
2.4.
[gedaagde] heeft voornoemd voorstel van Stichting RIBW (via haar advocaat) afgewezen.

3.Het geschil

3.1.
Stichting RIBW vordert samengevat - om [gedaagde] te veroordelen om vóór 27 augustus 2018 ontruiming van dan wel binnen een nader te bepalen termijn de woning op [het adres 1] te [woonplaats 1] volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en deze woning met afgifte van de sleutels aan Stichting RIBW ter vrije beschikking te stellen. Stichting RIBW vordert voorts veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter acht spoedeisendheid van de zaak gegeven vanwege de aard van de problematiek.
4.2.
Stichting RIBW vordert ontruiming van de woning per 27 augustus 2018.
4.3.
[gedaagde] is bereid om de woning te ontruimen per 1 september 2018.
4.4.
Uit de door Stichting RIBW overgelegde e-mailcorrespondentie van 12 juli 2018 tot en met 17 juli 2018 alsmede hetgeen [gedaagde] ter zitting heeft verklaard blijkt dat zij per 27 augustus 2018 een nieuwe zelfstandige woonruimte zal gaan betrekken via de Woningstichting Sint Joseph te Almelo.
4.5.
Stichting RIBW heeft ter zitting ermee ingestemd om de termijn voor ontruiming van de woning door [gedaagde] uit te stellen tot en met 1 september 2018.
4.6.
Nu partijen onderling tot overeenstemming zijn gekomen zal de voorzieningenrechter vonnis wijzen conform hetgeen partijen ter zitting zijn overeengekomen, zoals hieronder verwoord in het dictum.
4.7.
Gelet op de omstandigheden dat partijen in onderling overleg tot overeenstemming zijn gekomen, acht de voorzieningenrechter het juist om de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om uiterlijk 1 september 2018 vóór 16.00 uur de woning aan [het adres 1] te [woonplaats 1] te ontruimen met al degenen die en al hetgeen zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels van de woning deze woning aan Stichting RIBW ter vrije beschikking te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2018. [1]

Voetnoten

1.type: