Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 juli 2018, met 6 producties
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 augustus 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde, die een affectieve relatie hebben gehad en samen een minderjarig kind hebben. De eiseres, die de enige eigenaar is van de woning, heeft de gedaagde verzocht de woning te verlaten na de beëindiging van hun relatie in mei 2018. Ondanks herhaalde verzoeken van de eiseres heeft de gedaagde geweigerd de woning te verlaten, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.
De eiseres vordert in deze procedure ontruiming van de woning en uitschrijving van de gedaagde uit het bevolkingsregister op het adres van de woning. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde zonder instemming van de eiseres in de woning verblijft en dat er een onhoudbare situatie is ontstaan door de spanningen tussen partijen. De rechter heeft geoordeeld dat het belang van de eiseres om haar eigendomsrecht te effectueren zwaarder weegt dan het belang van de gedaagde om in de woning te blijven wonen, vooral gezien de impact op het kind.
De voorzieningenrechter heeft de gedaagde veroordeeld om uiterlijk op 1 september 2018 de woning te ontruimen en heeft de eiseres gemachtigd om dit vonnis met behulp van de sterke arm van politie en justitie te laten uitvoeren indien nodig. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld om zich binnen zeven dagen na de ontruiming uit te schrijven uit het bevolkingsregister, met een dwangsom voor het geval hij hieraan niet voldoet. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.