ECLI:NL:RBOVE:2018:3226
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot beëindiging persoonsgebonden budget en ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 6 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Almelo. De eiser had een beroep ingesteld tegen een besluit van 23 mei 2017, waarin hem werd meegedeeld dat hij geen zorg meer mocht ontvangen in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb), maar alleen nog zorg in natura. Dit besluit werd op 1 februari 2018 gehandhaafd, maar met een gewijzigde motivering. De rechtbank heeft het beroep van de eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat de eiser niet beschikte over het vereiste procesbelang. De rechtbank overwoog dat er pas sprake is van voldoende procesbelang als het resultaat dat de indiener nastreeft daadwerkelijk kan worden behaald en feitelijk betekenis heeft voor de indiener. In deze zaak ging het om een reeds verstreken periode, en de rechtbank concludeerde dat er geen onderbouwd verzoek om schadevergoeding was ingediend. De rechtbank merkte op dat de indicatie van de eiser per 1 augustus 2017 was geëindigd en dat hij pas geruime tijd later een nieuwe indicatie had aangevraagd. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter W.F. Bijloo, in aanwezigheid van griffier W. Veldman, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.