ECLI:NL:RBOVE:2018:3358

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 september 2018
Publicatiedatum
14 september 2018
Zaaknummer
7123863 BH VERZ 18-9514
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vermindering van intakevergoeding in bewindvoering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 september 2018 uitspraak gedaan in een verzoek van een bewindvoerder. De bewindvoerder had verzocht om de vermindering van de intakevergoeding, die was vastgesteld bij de beschikking tot het instellen van het bewind, ongedaan te maken. Dit verzoek was ingediend op 29 mei 2018, maar de kantonrechter oordeelde dat het verzoek buiten de termijn was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 augustus 2018 werd duidelijk dat de instellingsbeschikking onherroepelijk was geworden, omdat er geen hoger beroep was ingesteld. Hierdoor was de beslissing in kracht van gewijsde gegaan. De kantonrechter verklaarde de bewindvoerder niet-ontvankelijk in zijn verzoek, omdat het verzoek niet tijdig was ingediend. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. M.C. Bosch, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht - Bewindsbureau
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer : 7123863 BH VERZ 18-9514
datum : 7 september 2018

Beschikking

In de zaak van:

[bewindvoerder],

gevestigd te Deventer,
bewindvoerder over de goederen van,
[naam],
wonende te Goor.

Het procesverloop

De bewindvoerder heeft bij brief, ter griffie ingekomen op 29 mei 2018, de kantonrechter verzocht te bepalen om de twee uren die bij de beschikking tot het instellen van het bewind in mindering zijn gebracht op de intakevergoeding (in verband met het feit dat er geen zitting heeft plaatsgevonden, dan wel omdat de bewindvoerder niet ter zitting is verschenen), ongedaan te maken. Op 31 augustus 2018 heeft er een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

De beoordeling

Van bovengenoemde instellingsbeschikking is vast komen te staan dat er geen hoger beroep is ingesteld waardoor deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan en onherroepelijk is geworden. Nu het verzoek buiten de appeltermijn is ingediend zal de bewindvoerder
niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.

De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart de bewindvoerder niet-ontvankelijk in het verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Bosch, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 7 september 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.