ECLI:NL:RBOVE:2018:346
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake opslag gasflessen in steeg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 6 februari 2018 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een antiekhandel heeft, heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo verzocht om handhavend op te treden tegen de opslag van gasflessen door de derde-partij in een steeg naast zijn woning. Het primaire besluit van 2 maart 2017, waarin dit verzoek werd afgewezen, leidde tot bezwaar van verzoeker. Tijdens de zitting op 29 juni 2017 werd het onderzoek geschorst om partijen de kans te geven tot mediation te komen, maar deze poging is niet geslaagd. Op 26 januari 2018 werd het verzoek opnieuw behandeld, waarbij verzoeker niet aanwezig was, maar verweerder vertegenwoordigd was door zijn advocaat.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de derde-partij de gasflessen kort na de zitting op 29 juni 2017 heeft verwijderd en dat deze sindsdien niet meer in de steeg zijn aangetroffen. Hierdoor is volgens de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat de opslag van gasflessen duurzaam is beëindigd. Verzoeker heeft daarom geen spoedeisend belang bij een inhoudelijke beoordeling van de onrechtmatigheid van de opslag. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.