ECLI:NL:RBOVE:2018:347

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 januari 2018
Publicatiedatum
6 februari 2018
Zaaknummer
C/08/213278 / KG ZA 18-24
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
  • G. van Eerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schorsing van openbare verkoop afgewezen in kort geding tussen Innovation Dome B.V. en de Ontvanger van de Belastingdienst

In deze zaak vorderde Innovation Dome B.V. in kort geding de schorsing van een geplande openbare verkoop van roerende zaken, die onder beslag waren gelegd door de Ontvanger van de Belastingdienst. De openbare executieverkoop was gepland op 25 januari 2018, en Innovation Dome stelde dat de goederen in eigendom toebehoorden aan hen, terwijl de Ontvanger betwistte dat de goederen niet aan Procede toebehoorden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de goederen eigendom waren van Innovation Dome en dat de Ontvanger rechtmatig beslag had gelegd. De voorzieningenrechter weegt het belang van de Ontvanger bij de verkoop zwaarder dan het belang van Innovation Dome bij het tegenhouden van de verkoop. De vordering van Innovation Dome werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de Ontvanger, die op € 626,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 25 januari 2018.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/213278 / KG ZA 18-24
Vonnis in kort geding van 25 januari 2018
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INNOVATION DOME B.V.,
gevestigd te Enschede,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INNOVATION DOME EXPLOITATION B.V.,
gevestigd te Enschede,
eiseressen,
advocaat mr. C.P.B. Kroep te Enschede,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST / KANTOOR ENSCHEDE,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,
gedaagde,
vertegenwoordigd door mevrouw [A] en de heer [B] , beiden in dienst van de Ontvanger van de Belastingdienst, kantoor Enschede.
Partijen zullen hierna Innovation Dome, dan wel afzonderlijk Innovation Dome B.V. en Innovation Dome Explotation en de Ontvanger genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • mondelinge behandeling
  • een drietal ter zitting overgelegde overeenkomsten.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 6 en 7 december 2017 heeft de Ontvanger bodembeslag gelegd op alle roerende zaken die zich bevonden in de ruimten in de onroerende zaak, staande en gelegen aan de
Vlierstraat 111 te Enschede, in gebruik van Procede Projects B.V., Procede Products B.V., Procede Holding B.V., Procede Process Simulation B.V., Procede Development B.V., Procede Gastreating B.V. en Innovation Dome Exploitation B.V. (hierna te noemen
Procede). Er is beslag gelegd voor belastingschulden van Procede voor in totaal een bedrag van ruim een miljoen euro.
2.2.
De openbare executieverkoop van de goederen die onder dit beslag vallen, staat gepland op donderdag 25 januari 2018 te 11.00 uur.

3.Het geschil

3.1.
Innovation Dome B.V. vordert:
I. De Ontvanger te veroordelen en te gebieden tot het staken en/of schorsen van de
openbare verkoop op 25 januari 2018 en tot het gestaakt en geschorst houden van de
executieverkoop van de in beslag genomen roerende zaken genoemd in de brief van
Innovation Dome van 18 januari 2018 (productie 2, 3 en 4) totdat de Ontvanger een
executoriale titel jegens lnnovation Dome heeft verkregen waaruit volgt dat zij de executie
hebben te dulden, op straffe van verbeurte van een dwangsom door Ontvanger aan
Innovation Dome € 200.000, althans een voorlopige voorzieningen te bepalen zoals U
e.a. in goede Justitie zal vermenen behoren te bepalen;
II. De Ontvanger te veroordelen in de proceskosten en nakosten van dit geding.
3.2.
De Ontvanger voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De roerende zaken waarop het beslag is gelegd, behoren volgens Innovation Dome echter in eigendom toe aan lnnovation Dome B.V. Innovation Dome Exploitation BV exploiteert de verhuur van deze goederen middels verhuur aan Procede. In de optiek van Innovation Dome dreigen haar in eigendom toebehorende goederen zonder rechtsgeldige titel in het openbaar te worden verkocht. De Ontvanger stelt dat de goederen niet aan Innovation Dome maar aan Procede in eigendom toebehoren.
4.2.
Gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat op rechtsgeldige wijze de eigendom van roerende zaken die bij Procede in gebruik waren bij Innovation Dome behoort. Hieruit volgt dat niet aannemelijk is geworden dat door de Ontvanger beslag is gelegd op zaken die niet in eigendom toebehoren aan Procede en derhalve niet voor beslag in verband met de schulden van Procede vatbaar waren. Daarin is dan ook geen reden gelegen om de Ontvanger te gebieden om de executieverkoop geen doorgang te laten vinden.
4.3.
De voorzieningenrechter laat bij zijn oordeel meewegen dat is gebleken dat de heer
[X] – al dan niet ondersteund door (een) ander(en) – als aandeelhouder en bestuurder de man achter zowel Innovation Dome als Procede is. Onweersproken is gesteld dat Procede de zaken die in eigendom zouden toebehoren aan Innovation Dome en waarop beslag is gelegd al jaren gebruikt. Uit het dossier komt naar voren dat vele van deze zaken de afgelopen jaren door leveranciers aan Procede zijn geleverd en - naar mag worden aangenomen - ook door Procede zijn betaald. Een logische verklaring waarom pas in september 2017 deze zaken contractueel zijn overgedragen aan Innovation Dome, zoals laatstgenoemde stelt maar door de Ontvanger wordt betwist, is niet gegeven.
4.4.
In aanmerking genomen dat onweersproken is gesteld dat de heer [X] al jaren lang met de fiscus in overleg is over belastingschulden van Procede en dat door de FIOD inmiddels een onderzoek is afgerond naar het schuiven van omzetbelasting binnen de verschillende vennootschappen, wordt de ontstane onduidelijkheid over de vraag aan welke vennootschap de beslagen zaken in de eigendom toebehoren, de heer [X] en daarmee aan Innovation Dome aangerekend. Dat het hem niet duidelijk was dat niet Procede maar Innovation Dome degene was die bezwaar diende aan te tekenen tegen de beslaglegging en geplande executieverkoop en dat als gevolg daarvan eerst de dag voor de geplande executieverkoop een kort geding aanhangig is gemaakt, waarin hij er niet in is geslaagd om zijn stellingen te onderbouwen, komt zijn rekening en risico en daarmee voor rekening en risico van Innovation Dome.
4.5.
Het belang bij het doorgaan van de verkoop van de Ontvanger die, zo is onbetwist gesteld, mede vanwege het feit dat er ook een laboratorium wordt geveild behoorlijk wat maatregelen heeft moeten treffen en kosten heeft moeten maken, weegt naar het oordeel van de voorzieningenrechter zwaarder dan het belang van Innovation Dome bij het geen doorgang laten vinden van de verkoop.
4.6.
Innovation Dome B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van De Ontvanger worden begroot op € 626,00, te weten het door de Ontvanger betaalde griffierecht.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Innovation Dome B.V. en Innovation Dome Exploitation B.V. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van De Ontvanger tot op heden begroot op € 626,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2018 door mr. G. van Eerden