In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Brugman Radiatorenfabriek B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen. De zaak betreft een ambtshalve afgegeven omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het college had besloten de milieuvoorschriften die verbonden zijn aan eerder verleende vergunningen van eiseres in te trekken of aan te passen, omdat deze verouderd waren door wijzigingen in de landelijke milieuwet- en regelgeving. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarna een uitgebreide procedure volgde, inclusief een deskundigenadvies van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) en een onderzoek ter plaatse.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de inrichting van eiseres niet als een IPPC-installatie kan worden aangemerkt, en dat de opgelegde vergunningvoorschriften derhalve niet rechtsgeldig zijn. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen het betaalde griffierecht te vergoeden. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.503,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn in kennis gesteld van de beslissing.