ECLI:NL:RBOVE:2018:4068

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 oktober 2018
Publicatiedatum
26 oktober 2018
Zaaknummer
08-196310-17, 08-007579-18, 08-770111-18, 08-051175-18, 08-121053-17 en 21-004138-15 (tul)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor potloodventen en stalking met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 19 oktober 2018 heeft de Rechtbank Overijssel een 49-jarige man veroordeeld voor potloodventen en stalking. De man heeft zich schuldig gemaakt aan het ontbloten en tonen van zijn geslachtsdeel in het openbaar, waaronder in de nabijheid van twee minderjarige meisjes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere keren in het openbaar zijn geslachtsdeel heeft ontbloot en zich daarbij heeft afgetrokken, wat heeft geleid tot ernstige inbreuken op de eerbaarheid van de slachtoffers. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van tien maanden geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan zeven maanden en vier dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder een meldplicht bij de Tactus Reclassering. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke feiten. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn afgewezen, omdat de gestelde schade niet onderbouwd was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte toerekeningsvatbaar is, ondanks zijn psychische problematiek en middelengebruik. De uitspraak is openbaar gedaan en de voorzitter was niet in de gelegenheid om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-196310-17, 08-007579-18, 08-770111-18, 08-051175-18, 08-121053-17 en 21-004138-15 (tul)
Datum vonnis: 19 oktober 2018
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1968 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 oktober 2018. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.Y. Huang en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. P.A.Th. Lemmers, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
met betrekking tot parketnummer 08-196310-17
meermalen in het openbaar zijn geslachtsdeel heeft ontbloot en getoond;
met betrekking tot parketnummer 08-007579-18:
aan de openbare weg zijn geslachtsdeel heeft ontbloot en/of zich heeft afgetrokken;
met betrekking tot parketnummer 08-770111-18:
aan twee meisjes jonger dan 16 jaar zijn geslachtsdeel heeft laten zien en/of zich heeft afgetrokken;
met betrekking tot parketnummer 08-051175-18:
[slachtoffer 1] heeft belaagd;
met betrekking tot parketnummer 08-121053-17:
in het openbaar zijn geslachtsdeel heeft ontbloot en getoond
Voluit luidt de tenlastelegging – na wijziging onder parketnummer 08-196310-17 - aan verdachte, dat:
met betrekking tot parketnummer 08-193610-17
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 te Almelo
de eerbaarheid heeft geschonden
op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in het
Hagenborghpark en/of Rogmanspark, gelegen op/aan Gravenallee,
door zijn geslachtsdeel te ontbloten en/of te tonen;
met betrekking tot parketnummer 08-007579-18:
hij op of omstreeks 1 december 2017 te Almelo
de eerbaarheid heeft geschonden
op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in het
trapportaal van een flatgebouw, gelegen aan de Laan van Kortrijk,
door zijn geslachtsdeel te ontbloten en/of (daarbij) zichzelf af te trekken;
met betrekking tot parketnummer 08-770111-18:
hij op of omstreeks 25 april 2018 te Almelo (een) perso(o)n(en), te weten
[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2006) en/of [slachtoffer 3] (geboren
op [geboortedatum 3] 2006), van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat
deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, met ontuchtig
oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van zijn, verdachtes, seksuele
handelingen, door:
- in het bijzijn en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] zijn broek (deels) te openen en/of (vervolgens) zijn
geslachtsdeel uit zijn broek te halen en/of (daarbij) zijn (stijve) ontblote
geslachtsdeel aan haar/hen te tonen, en/of (daarbij)
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] indringend aan te kijken teneinde de
aandacht te trekken en/of (vervolgens)
- in het bijzijn en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] zichzelf af te trekken;
met betrekking tot parketnummer 08-121053-17:
hij op of omstreeks 13 juni 2017 te Almelo de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in het Hagenborghpark, gelegen op/aan de Hagenborgh, door zijn geslachtsdeel te ontbloten en/of te tonen;
met betrekking tot parketnummer 08-051175-18:
hij in of omstreeks de periode van 19 juni 2017 tot en met 23 januari 2018 te
Almelo, althans in Nederland,
(telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op
de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] in elk geval die ander te dwingen iets te doen,
niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft/is verdachte
in bovengenoemde periode, in bovengenoemde gemeente, in elk geval in
Nederland, zich vele malen (hinderlijk) in/bij/nabij de woning van deze
[slachtoffer 1] begeven en/of zich aldaar in de directe omgeving opgehouden;

3. De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor alle ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd drie jaar. Het geschorste bevel voorlopige hechtenis dient te worden opgegeven.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
met betrekking tot parketnummer 08-121053-17:
hij op
of omstreeks13 juni 2017 te Almelo
de eerbaarheid heeft geschonden
op
of aaneen plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in het
Hagenborghpark, gelegen
op/aan de Hagenborgh,
door zijn geslachtsdeel te ontbloten en/of te tonen;
met betrekking tot parketnummer 08-193610-17:
hij op
of omstreeks28 augustus 2017 te Almelo
de eerbaarheid heeft geschonden
op
of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in het
Hagenborghpark en/of Rogmanspark, gelegen
op/aan Gravenallee,
door zijn geslachtsdeel te ontbloten en
/ofte tonen;
(parketnummer 08-196310-17)
met betrekking tot parketnummer 08-007579-18:
hij op
of omstreeks1 december 2017 te Almelo
de eerbaarheid heeft geschonden
op
of aaneen plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in het
trapportaal van een flatgebouw, gelegen aan de Laan van Kortrijk,
door zijn geslachtsdeel te ontbloten en
/of (daarbij
)zichzelf af te trekken;
met betrekking tot parketnummer 08-770111-18:
hij op
of omstreeks25 april 2018 te Almelo
(een)perso
(o)n
(en), te weten
[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2006) en
/of[slachtoffer 3] (geboren
op [geboortedatum 3] 2006), van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat
deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had
(den
)bereikt, met ontuchtig
oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van zijn, verdachtes, seksuele
handelingen, door:
- in het bijzijn en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 2] en
/of
[slachtoffer 3] zijn broek
(deels)te openen en
/of (vervolgens
)zijn
geslachtsdeel uit zijn broek te halen en/of
(daarbij
)zijn
(stijve
)ontblote
geslachtsdeel aan
haar/hen te tonen, en/
of (daarbij
)
- die [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] indringend aan te kijken teneinde de
aandacht te trekken en
/of (vervolgens
)
- in het bijzijn en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 2] en
/of
[slachtoffer 3] zichzelf af te trekken;
met betrekking tot parketnummer 08-051175-18:
hij in
of omstreeksde periode van 19 juni 2017 tot en met 23 januari 2018 te
Almelo,
althans in Nederland,
(telkens)wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op
de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] ,
in elk geval van een ander,
met het oogmerk die [slachtoffer 1]
in elk geval die anderte dwingen iets
te doen,
niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft
/isverdachte
in bovengenoemde periode, in bovengenoemde gemeente,
in elk geval in
Nederland,zich vele malen
(hinderlijk
) in/bij/nabij de woning van deze
[slachtoffer 1] begeven en
/ofzich aldaar in de directe omgeving opgehouden;
In geval van hoger beroep zullen de gebruikte bewijsmiddelen worden opgenomen in een aanvulling bij dit vonnis. De in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden zijn redengevend voor deze beslissing. De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens alleen gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 239, 248d en 285b Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
met betrekking tot de parketnummers 08-193610-17, 08-121053-17 en 08-007579-18:
telkens het misdrijf: schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd;
met betrekking tot parketnummer 08-770111-18:
het misdrijf: een persoon, van wie hij redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen;
met betrekking tot parketnummer 08-051175-18:
het misdrijf: belaging.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Aangezien verdachte geweigerd heeft om mee te werken aan een psychiatrisch onderzoek – hoewel met name de aard en hoeveelheid van de feiten daartoe aanleiding geeft – moet het er voor worden gehouden dat de verdachte toerekeningsvatbaar is. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte kan blijkbaar geen weerstand bieden aan zijn kwalijke neiging om in het openbaar zijn geslachtsdeel te laten zien en zich daarbij regelmatig af te trekken, nota bene ook voor kinderen jonger dan 16 jaar, bij wie dat beeld veel impact heeft. Verder heeft hij een ernstig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een medebewoonster van de flat waar hij woonde, met name door contact te zoeken, aan te bellen en bij haar woning te staan, zodanig dat betrokkene bang voor hem werd. Dat alles valt hem ernstig aan te rekenen.
Uit zijn strafblad blijkt dat verdachte vaker is veroordeeld voor schennis van de eerbaarheid maar ook voor belaging. Blijkbaar leert verdachte niet van die veroordelingen.
Uit hetgeen ter terechtzitting is gebleken en is opgemerkt in het op 7 augustus 2018 over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies, blijkt dat verdachte medicatie krijgt, onder meer vanwege zijn psychische problematiek en middelengebruik. Naar eigen zeggen neemt hij niet altijd trouw zijn medicijnen in, wat tot delictgedrag kan leiden.
De rechtbank constateert dat de verdachte 84 dagen, derhalve twee maanden en 26 dagen, in voorarrest heeft gezeten.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan zeven maanden en vier dagen voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar, passend en geboden, met als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de Tactus Reclassering, waarbij de Tactus Reclassering er op toeziet dat verdachte zijn medicijnen inneemt.

9.De schade van benadeelden

9.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1], wonende te [adres 1] , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij verzoekt dat verdachte, zakelijk weergegeven, de juiste begeleiding krijgt, al dan niet aangevuld met medicijnen. Nu door deze benadeelde partij geen vordering tot betaling van een schadevergoeding is ingediend, dient de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard.
[benadeelde 1], wonende te [adres 2] , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 200,-- aan immateriële schade.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen. De gestelde schade is door de benadeelde partij niet onderbouwd.
[benadeelde 2], wonende te [adres 3] , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert namens haar minderjarige dochter S.G.M. Lenderink veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 250,-- aan immateriële schade.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen. De gestelde schade is door de benadeelde partij niet onderbouwd.
[benadeelde 3], wonende te [adres 4] , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert namens haar minderjarige dochter [dochter benadeelde 3] veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 250,-- aan immateriële schade.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen. De gestelde schade is door de benadeelde partij niet onderbouwd.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] overweegt de rechtbank als volgt.
Uit de thans voorliggende vorderingen blijkt dat de bewezenverklaarde feiten impact hebben gehad op het welbevinden en de gemoedsrust van de benadeelde partijen. De wet bepaalt evenwel in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek - voor zover hier van belang – dat, buiten gevallen waarin sprake is van fysiek letsel, verhaal van immateriële schade op de dader(s) alleen dan mogelijk is indien sprake is van dusdanig geestelijk letsel dat dit kan worden aangemerkt als een aantasting van de persoon. Hiervan is in het algemeen slechts sprake indien het geestelijk letsel het karakter van een psychiatrisch ziektebeeld draagt. Gevoelens van angst, machteloosheid en onrust en andere uitingen van geestelijke en mentale onvrede vallen aldus niet onder het bereik van het wetsartikel.
Dat sprake is van geestelijk letsel dat het karakter heeft van een psychiatrisch ziektebeeld is niet gebleken. Gezien deze beperking laat de wet geen mogelijkheid de immateriële schade van de benadeelde partijen toe te wijzen.
De rechtbank zal de vorderingen van de partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] daarom afwijzen.

10.De vordering tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot tenuitvoerlegging van de door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 augustus 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van één week.
Nu verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan (soortgelijke) strafbare feiten, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging van dit arrest gelasten.

11.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14f, 14g, 27 en 57 Sr.

12.12. De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
telkens het misdrijf: schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd;
met betrekking tot parketnummer 08-770111-18:
het misdrijf: een persoon, aan wie hij redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen;
met betrekking tot parketnummer 08-051175-18:
het misdrijf: belaging;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of omdat de veroordeelde geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden;
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht van Tactus Reclassering als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
  • bepaalt dat de benadeelde partij:
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] , wonende te [adres 2] , af;
  • wijst af de vordering van de benadeelde partij:
  • wijst af de vordering van de benadeelde partij:
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel gevangenhouding op;
tenuitvoerlegging vonnis met parketnummer 21-004138-15
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof van 1 augustus 2016, te weten een
gevangenisstraf van een (1) week.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. U. van Houten en mr. A.M. Rikken, rechters, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2018.
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.