ECLI:NL:RBOVE:2018:4374
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Opheffing van executoriaal beslag in kort geding tussen broers over fosfaatrechten
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde eiser, een van de broers, de opheffing van een executoriaal beslag dat door zijn broer, de gedaagde, was gelegd op zijn onverdeelde aandeel in de fosfaatrechten van hun gezamenlijk melkveebedrijf. De behandeling vond plaats op 10 augustus en 5 november 2018, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. Eiser had zijn eis vermeerderd, wat door de voorzieningenrechter werd toegestaan. De broers waren in een maatschap tot 1 januari 2017 actief, maar de samenwerking was inmiddels beëindigd en leidde tot ernstige verdeeldheid over de ontvlechting van hun zakelijke relatie.
De gedaagde had het beslag gelegd op basis van een vermeende overtreding van een dwangsomveroordeling die eerder was opgelegd aan eiser. Tijdens de zitting verklaarde gedaagde dat het beslag was gelegd om te voorkomen dat eiser zijn aandeel zou verkopen, maar dat hij niet van plan was om tot executoriale verkoop over te gaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat het handhaven van het beslag misbruik van executierecht opleverde, aangezien er geen intentie was om het beslag te gebruiken voor executie. Daarom werd het beslag opgeheven, wat eiser een spoedeisend belang gaf om de onrechtmatige situatie te beëindigen.
Daarnaast had eiser verzocht om de aanwijzing van arbiters voor een arbitrageprocedure, maar de voorzieningenrechter wees dit verzoek af, omdat de afspraken in de maatschapsovereenkomst nog niet waren uitgeput. De kosten van het geding werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. M.L.J. Koopmans op 8 november 2018.