Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd en kantoorhoudende te [plaats] ,
ZORGBEMIDDELINGSBUREAU QUICK B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Kampen,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderde eiser, een onderneming, betaling van een bedrag van € 2.978,51 van Zorgbemiddelingsbureau Quick B.V., een besloten vennootschap die per 8 april 2018 ontbonden was. Eiser had in oktober en november 2017 reparaties verricht aan een Renault Mégane en had hiervoor facturen gestuurd aan Quick, die onbetaald waren gebleven. Quick voerde verweer en stelde dat eiser niet-ontvankelijk verklaard moest worden in haar vordering, omdat Quick per 8 april 2018 was ontbonden. Eiser betwistte dit en stelde dat Quick nog actief was volgens een uittreksel uit het handelsregister.
De kantonrechter oordeelde dat Quick inderdaad per 8 april 2018 was ontbonden en dat eiser onvoldoende had aangetoond dat Quick op dat moment nog baten had. Volgens artikel 2:19 lid 5 BW blijft een rechtspersoon na ontbinding voortbestaan voor vereffening van zijn vermogen, maar als er geen baten zijn, houdt de rechtspersoon op te bestaan. De rechter concludeerde dat Quick wegens gebrek aan baten was opgehouden te bestaan en dat eiser daarom niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar vordering. Eiser werd veroordeeld in de kosten van de procedure.
Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter op 9 oktober 2018 en bevestigt de gevolgen van turboliquidatie voor vorderingen tegen ontbonden rechtspersonen.