In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting deltaWonen en een gedaagde partij. De stichting deltaWonen vorderde ontruiming van een huurwoning vanwege ernstige overlast en het schenden van aanvullende huurvoorwaarden door de gedaagde. De gedaagde had een tijdelijke huurovereenkomst en was verplicht zich aan bepaalde voorwaarden te houden, waaronder het verbod op bezoek van haar ex-partner, de heer [Y]. Ondanks deze voorwaarden heeft de gedaagde de heer [Y] toegang verleend tot de woning, wat leidde tot klachten van overlast van omwonenden. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zich niet als een goed huurder heeft gedragen en dat de tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst zodanig ernstig waren dat ontruiming gerechtvaardigd was. De rechter benadrukte dat de belangen van de kinderen van de gedaagde niet in de weg stonden aan de ontruiming, aangezien de gedaagde zelf verantwoordelijk was voor de situatie. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, en de gedaagde werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.