Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van [eiser] met producties
- de door [gedaagden] op voorhand overgelegde producties 1 t/m 11
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota’s van partijen.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 december 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagden. Eiser vorderde nakoming van de verplichtingen uit een koopovereenkomst die op 4 januari 2019 zou moeten plaatsvinden. De koopovereenkomst betrof de verkoop van een vrijstaand woonhuis met bijbehorende grond en tuin, voor een bedrag van € 325.000,-. Eiser stelde dat gedaagden in gebreke waren gebleven en dat zij geen tijdig en goed gedocumenteerd beroep hadden gedaan op het financieringsvoorbehoud. Gedaagden voerden aan dat zij de woning niet konden kopen en dat het vereiste spoedeisend belang ontbrak. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiser nog niet opeisbaar was, omdat de overeengekomen datum van levering nog niet was bereikt. De vordering tot nakoming werd daarom afgewezen. Ook de subsidiaire vordering tot betaling van een boete werd afgewezen, omdat de termijn voor nakoming nog niet was verstreken. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagden.