2.4.De maatschapsovereenkomst luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
‘Artikel 2 – doel, naam en vestiging
1.
De maatschap heeft tot doel het voor gemeenschappelijke rekening uitoefenen van een agrarisch bedrijf in de ruimste zin van het woord. (…)
Ieder van de maten brengt in de maatschap in zijn arbeid, kennis en inzet.
Verder brengt de maat sub 1 (lees: [Y] ) in:
a.
zijn aandeel in de activa en passiva van de in de considerans onder letter d genoemde Maatschap I, zoals dat blijkt uit de als bijlage 2 aan des overeenkomst gehechte balans per 1 januari 2010.
b.
het gebruik en genot van de tot zijn buitenvennootschappelijk vermogen behorende landbouwgronden, de bedrijfsgebouwen en de productierechten, zoals blijkt uit de als bijlage 3 aan deze overeenkomst gehechte balans per 1 januari 2010.
3.
Verder brengt de maat sub 2(lees: [X] )
in:
a.
zijn aandeel in de activa en passiva van de in de considerans onder letter d genoemde Maatschap I, zoals dat blijkt uit de als bijlage 2 aan des overeenkomst gehechte balans per 1 januari 2010.
b.
het gebruik en genot van de tot zijn buitenvennootschappelijk vermogen behorende landbouwgronden, de bedrijfsgebouwen en de productierechten, zoals blijkt uit de als bijlage 4 aan deze overeenkomst gehechte balans per 1 januari 2010.
4.
Ter zake van de hiervoor in lid 2 en 3 gemelde inbreng worden de maten gecrediteerd in hun kapitaalrekening.
(…)
Artikel 7 – winstgerechtigdheid bij einde van de maatschap
Bij vervreemding van materiële of immateriële vaste activa, alsmede bij de vaststelling van het aandeel van iedere maat in het vermogen van de maatschap bij het eind van de maatschap door ontbinding als bedoeld in artikel 9 wordt eerst zoveel als mogelijk is de gerealiseerde meerwaarde over de maten verdeeld op basis van het voorbehoud stille reserves als bedoeld in artikel 3. Wat van de meerwaarde boven de boekwaarde resteert zal tussen de maten worden verdeeld op basis van de volgende verdeelsleutel:
- de maat sub 1 ontvangt een winstaandeel van 50%;
- de maat sub 2 ontvangt een winstaandeel van 50%.
Artikel 9 – ontbinding van de maatschap
De maatschap wordt ontbonden:
Door eenzijdige opzegging door één van de maten. Deze opzegging dient schriftelijk te geschieden door middel van een aangetekende brief én tegen het einde van het boekjaar, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes maanden. In de opzeggingsbrief moet de maat die de maatschap opzegt aan de andere maat meedelen of hij de onderneming geheel of gedeeltelijk én voor welk deel wenst voort te zetten. Indien opzegging door één van de maten plaatsvindt en deze maat geeft te kennen het bedrijf geheel of gedeeltelijk te willen voortzetten, heeft de andere maat het recht voortzetting voor zijn eigen rekening te verlangen van heet gedeelte van het bedrijf waar hij woont. (…)
In onderling overleg door middel van een door de maten gesloten schriftelijke overeenkomst van ontbinding.
(…)
Artikel 10 – gerechtigdheid in het vermogen/liquidatie
1. Algemeen
Bij ontbinding van de maatschap, en op ieder ander tijdstip waarop de rechten van de maten in het vermogen van de maatschap moeten worden vastgesteld, is ieder van de maten gerechtigd voor het bedrag, waarvoor hij alsdan in de boeken van de maatschap is gecrediteerd, vermeerderd of verminderd met zijn aandeel in de gemaakte winst of het gelden verlies volgens de balans en de winst- en verliesrekening, opgemaakt overeenkomstig het in artikel 5 van deze akte bepaalde. Deze winst of dit verlies zal door de maten worden genoten of gedragen in de verhouding zoals weergegeven in dan wel overeengekomen op grond van artikel 7.
2. Ontbinding en liquidatie
Als de maatschap wordt ontbonden en het bedrijf van de maatschap, om welke reden dan ook, niet wordt voortgezet door een van de maten (al dan niet met anderen), geldt het volgende:
a.
Op de in lid 1 bedoelde balans zullen de goederen en schulden van de maatschap (exclusief de door een maat in gebruik en genot ingebrachte goederen/rechten) worden opgenomen voor de waarde in het economisch verkeer (…)
3.
In geval de maatschap wordt ontbonden in onderling overleg zullen de goederen van de maatschap op de in lid 1 bedoelde balans worden opgenomen naar de alsdan in onderling overeen te komen waarderingsgrondslagen in het economisch verkeer.
(…)
5. Waardering in de overige gevallen van ontbinding
In alle overige gevallen zullen de goederen van de maatschap voor zover deze hetzij economische hetzij juridisch zijn ingebracht en/of verkregen, op de in lid 1 bedoelde balans worden opgenomen voor de navolgende waarden:
(…)
b.
de productierechten voor de boekwaarde.
(…)
Artikel 11 – voortzetting
(…)
2. Voortzetting na opzegging
Als de maatschap wordt ontbonden door opzegging, heeft zowel de maat sub 1 als de maat sub 2 het recht om het door hem ingebrachte bedrijf van de maatschap voort te zetten. Indien hij van dit recht gebruik wenst te maken, dan dient hij hiervan, gelijktijdig met zijn opzegging, dan wel binnen drie maanden na de opzegging door de andere maat, schriftelijk kennis te geven aan de andere maat. Maakt hij van dit recht geen gebruik dan heeft de andere maat het recht van voorzetting.
(…)
1.
De maat, die gebruik maakt van het recht tot voortzetting, heeft teven het recht de goederen van de maatschap over te nemen of zich deze bij verdeling te doen toedelen, onder gehoudenheid om alle schulden van de maatschap voor zijn rekening te nemen, een en ander voor de waarden als in artikel 10 omschreven.
(…).
Artikel 18 – overige bepalingen
(…)
2.Verbreding gebruikte begrippen
Overal waarin deze overeenkomst sprake is van:
(…)
een schriftelijke kennisgeving, dient deze kennisgeving per aangetekende brief met handtekening retour dan wel bij deurwaardersexploit te geschieden;
(…).’