Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het verzoekschrift
- een aanvulling op het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft een zorgaanbieder, aangeduid als verzoeker, de rechtbank verzocht om de Patiëntenfederatie Nederland te bevelen om alle persoonsgegevens over hem te verstrekken en deze vervolgens voorgoed te verwijderen. Dit verzoek was gebaseerd op de artikelen 35 en 36 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De verzoeker had eerder al een verzoek ingediend bij de Patiëntenfederatie, maar deze had niet naar tevredenheid gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Patiëntenfederatie uiteindelijk aan het verzoek van de zorgaanbieder heeft voldaan door de gevraagde gegevens te verstrekken. Hierdoor was het belang van de verzoeker bij een beslissing op het eerste onderdeel van zijn verzoek vervallen. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de Patiëntenfederatie de waarderingen op ZorgkaartNederland, die door de verzoeker als onterecht waren ervaren, heeft verwijderd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker zijn belang bij het verzoek tot verwijdering heeft verloren, omdat aan zijn verzoek was voldaan. De rechtbank heeft zich niet uitgelaten over de principiële standpunten van partijen met betrekking tot ZorgkaartNederland en de Patiëntenfederatie, omdat deze niet relevant waren voor het concrete verzoek. De rechtbank heeft Patiëntenfederatie wel veroordeeld in de kosten van de procedure, maar heeft deze kostenveroordeling gematigd, omdat de verzoeker het verzoek eerder had kunnen intrekken. De totale kosten aan de zijde van de verzoeker zijn begroot op € 452,00.