Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 april 2019;
- de mondelinge behandeling gehouden op 12 april 2019, waarbij [eiser 1] c.s. zijn
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderden de eisers, de wettige kinderen van de heer [A], dat zij gedurende één uur, zonder aanwezigheid van derden, afscheid konden nemen van hun overleden vader, die op 10 april 2019 was overleden. De eisers hadden de afgelopen 13 jaar geen contact gehad met hun vader en de gedaagde, de levenspartner van de heer [A]. De eisers stelden dat zij, ondanks het gebrek aan contact, persoonlijk afscheid wilden nemen en dat hen dit onrechtmatig werd ontnomen door de gedaagde, die geen toestemming verleende voor dit afscheid. De voorzieningenrechter oordeelde dat het recht op familieleven, zoals gewaarborgd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in dit geval zwaarder woog dan de wensen van de gedaagde. De rechter wees de vordering toe en bepaalde dat de gedaagde de eisers de gelegenheid moest geven om afscheid te nemen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00. De rechter compenseerde de proceskosten tussen partijen, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg.