Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.De aanleiding
2.De stukken
3.De procedure
4.De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
5.De beoordeling
6.De wettelijke voorschriften
7.De beslissing
[X]met twee jaren.
Rechtbank Overijssel
Op 25 april 2019 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1991 en verblijvende bij FPC Pompestichting in Nijmegen. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 3 februari 2017, na bewezenverklaring van poging tot moord en het in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen met minderjarigen. De maatregel was ingegaan op 2 maart 2017 en zou eindigen op 2 maart 2019, tenzij verlengd.
De officier van justitie diende op 21 januari 2019 een vordering in tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Deze vordering werd behandeld op een openbare zitting op 11 april 2019, waar zowel de officier van justitie als de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, werden gehoord. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verlengingsadvies van de kliniek, waarin werd geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een stoornis in het autismespectrum en een persisterende depressieve stoornis. Ondanks de afwezigheid van psychotische symptomen, werd er een hoog recidiverisico ingeschat bij beëindiging van de maatregel.
De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, gezien de ernst van de gepleegde misdrijven en de huidige psychische toestand van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank concludeerde dat de terbeschikkinggestelde nog aan het begin van zijn behandeltraject staat en dat er nog geruime tijd nodig is voor een zorgvuldige en geleidelijke resocialisatie. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering.