ECLI:NL:RBOVE:2019:1439
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van valsheid in geschrifte en fosfaatfraude door onvoldoende bewijs
Op 25 april 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 64-jarige man, die werd beschuldigd van valsheid in geschrifte en het medeplegen daarvan. De zaak betrof de verdenking dat de verdachte opdracht had gegeven tot en feitelijke leiding had gegeven aan de zogenaamde 'fosfaatfraude' door de V.O.F. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 5 en 11 april 2019 gevolgd, waarbij de officier van justitie, mr. D. van Ieperen, de vordering heeft gedaan en de verdediging werd gevoerd door mr. J.J.M. Kroon.
De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van valsheid in geschrifte, waarbij de V.O.F. valse grondgebruikersverklaringen en gecombineerde opgaven zou hebben opgemaakt en gebruikt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Aangezien de V.O.F. zelf ook van alle aan haar verweten strafbare gedragingen werd vrijgesproken, kon de verdachte niet als opdrachtgever of feitelijke leidinggever worden aangemerkt.
De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte van alle ten laste gelegde feiten vrij te spreken. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter T.J. Thurlings-Rassa, en de rechters J.H.W.R. Orriëns-Schipper en M. Aksu, in aanwezigheid van griffier D.D. Drost.