ECLI:NL:RBOVE:2019:149

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 januari 2019
Publicatiedatum
21 januari 2019
Zaaknummer
7466580 EJ VERZ 19-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • J.A.O.M. van Aerde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot inschrijving van dagvaarding en ontslag van instantie

In deze zaak heeft eiseres, BKBD B.V., gedaagde op 26 september 2018 gedagvaard om te verschijnen op de rolzitting van 9 oktober 2018. Echter, eiseres heeft het exploot van de dagvaarding niet tijdig ingediend ter griffie, waardoor de griffier de zaak niet op de rol kon inschrijven. Gedaagde heeft op 19 december 2018 verzocht om het exploot alsnog in te schrijven en om ontslag van instantie, maar dit verzoek is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanhangigheid van de zaak was vervallen omdat het exploot niet tijdig was ingediend, en dat gedaagde niet tijdig gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de zaak alsnog in te schrijven. De kantonrechter heeft het verzoek tot inschrijving van het exploot afgewezen en gedaagde in de kosten van het geding veroordeeld, begroot op nihil. De beslissing is openbaar uitgesproken op 16 januari 2019.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 7466580 EJ VERZ 19-16
Beslissing van 16 januari 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BKBD B.V.,
gevestigd te Zwolle,
eiseres,
gemachtigde: J. Velten
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. L. Bakker (Felix bedrijfsjuristen)

1.De feiten

1.1.
Eiseres heeft gedaagde bij exploot van 26 september 2018 gedagvaard om te verschijnen op de rolzitting van 9 oktober 2018. Eiseres heeft het exploot van de dagvaarding niet ingediend ter griffie overeenkomstig het voorschrift van artikel 125 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Bijgevolg heeft de griffier de zaak niet op de rol kunnen inschrijven.
1.2.
Bij akte, gedateerd 19 december 2018, ter griffie ontvangen op 21 december 2018 heeft gedaagde verzocht het exploot van dagvaarding alsnog in te schrijven op de rol overeenkomstig het bepaalde in artikel 127 lid 1 Rv en hem te ontslaan van de instantie krachtens artikel 127 lid 2 Rv met veroordeling van eiseres in de kosten van de procedure.

2.De motivering

2.1.
De zaak is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding. Ingevolge het bepaalde in artikel 125 lid 5 Rv vervalt de aanhangigheid van het geding indien het exploot van dagvaarding niet uiterlijk daags voor de in het exploot genoemde roldatum ter griffie is ingediend tenzij binnen twee weken na deze datum een herstelexploot wordt uitgebracht.
2.2.
De zaak kan ook zonder herstelexploot worden ingeschreven indien gedaagde gebruik maakt van zijn bevoegdheid uit artikel 127 lid 1 Rv. Maar dat moet dan wel tijdig gebeuren. Gedaagde kan van deze bevoegdheid gebruik maken vóór de eerste roldatum dan wel uiterlijk op de eerste roldatum. Doet hij dat niet, dan kan de aanhangigheid van de zaak nog worden gered door een door gedaagde binnen twee weken na de eerste roldatum uitgebracht herstelexploot.
2.3.
Gedaagde heeft de zaak niet tijdig doen inschrijven op de rol en evenmin een herstelexploot uitgebracht. Dat betekent dat de zaak ingevolge de werking van artikel 125 lid 5 Rv ten tijde van het inschrijvingsverzoek van gedaagde (21 december 2018) niet meer aanhangig was en bijgevolg niet meer kan worden ingeschreven. Het verzoek wordt afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst af het verzoek tot inschrijving van het exploot van 26 september 2018 op de rol van de kantonrechter;
3.2.
veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, begroot op nihil.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.A.O.M. van Aerde, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2019.