Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal ter terechtzitting van 9 mei 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal vordering uitlevering gegevensdragers ex art 551 Sv van 27 december 2017, inclusief bewijs van ontvangst van 21 december 2017, inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant] p. 124-134;
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 11 juli 2018 inclusief bijlagen, inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant] , p. 139-155.
bewegenin de zin van artikel 248d van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is een actieve handeling vereist, die erop gericht is de minderjarige getuige te doen zijn van seksuele handelingen. Vast staat dat verdachte zich op alle ten laste gelegde data met ontbloot geslachtsdeel in zijn slaapkamer, bij het raam, heeft bevonden en dat hij zichzelf heeft bevredigd terwijl de gordijnen open waren. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte één van de meisjes op de ten laste gelegde data heeft aangeroepen. Ook blijkt niet van andere actieve handelingen die erop gericht waren om de meisjes getuige te laten zijn van verdachtes seksuele handelingen, bijvoorbeeld door op het raam te kloppen. Dat beide meisjes desondanks getuige zijn geweest van verdachtes seksuele handelingen staat niet ter discussie. Het (enkel) niet sluiten van de gordijnen en met ontbloot lichaam voor het raam op de eerste verdieping gaan staan en zichzelf vervolgens bevredigen zijn echter geen actieve handelingen die erop gericht waren om de aandacht van de meisjes te trekken zodat zij hem zouden zien.
- het proces-verbaal ter terechtzitting van 9 mei 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] van 4 oktober 2017 met nummer PL0600-2017456910, p. 168-169;
- het proces-verbaal van aangifte van 7 december 2017, inhoudende de verklaring van [naam 1] , met nummer PL0600-2017563309.
- het proces-verbaal ter terechtzitting van 9 mei 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] namens [slachtoffer 2] van 10 maart 2018, met nummer PL0600-2018105654.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte onder feit 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 en onder feit 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de reclassering van het Leger des Heils aan de Dobbe 70 in Zwolle, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de forensische polikliniek De Tender in Deventer of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de hele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen die de zorgverlener geeft;
- op geen enkele wijze contact opzoekt over onderhoudt met minderjarigen en deze contacten zoveel mogelijk vermijdt. Contact met minderjarige familieleden vindt alleen plaats in aanwezigheid van een andere volwassene;
- zich op welke wijze dan ook onthoudt van:
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- daarbij gelden als
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [naam 1] (feiten 2 subsidiair en 3 subsidiair ): een bedrag van € 750,00 voor wat betreft de schade van [slachtoffer 1] en €218,06 voor wat betreft de schade van [naam 1] te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 april 2019;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;