Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[D],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 april 2018 waarin een deskundige is benoemd,
- de akte uitlaten van de zijde van Porc SP d.d. 1 mei 2019,
- de akte van de zijde van [gedaagde] c.s. d.d. 1 mei 2019.
Rechtbank Overijssel
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Overijssel op 22 mei 2019 een vonnis gewezen in de zaak tussen Porc Special Products B.V. en meerdere gedaagden, waaronder Handelsonderneming [A] B.V. en [B] Participatie B.V. De rechtbank heeft gedaagden gelast om binnen twee weken de gevraagde informatie inzake kostprijsberekening aan de deskundige te verstrekken en een aanvullend voorschot te storten. Indien gedaagden hier niet aan voldoen, zal de deskundige een inschatting maken van de kostprijs met de gegevens die hij wel heeft.
De procedure is gestart met een tussenvonnis van 4 april 2018, waarin een deskundige is benoemd. De deskundige heeft informatie opgevraagd van partijen, maar gedaagden hebben niet tijdig of volledig aan deze verzoeken voldaan. Dit heeft geleid tot vertraging in het onderzoek en extra kosten. Porc SP heeft gesteld dat de vertraging niet aan haar te wijten is en heeft de rechtbank gevraagd om gedaagden te verplichten de gevraagde informatie te verstrekken.
De rechtbank heeft overwogen dat gedaagden de gevraagde gegevens binnen twee weken moeten overleggen. Als zij dit niet doen, zal de deskundige met de beschikbare gegevens een inschatting maken van de kostprijs, waarbij het risico van het ontbreken van gegevens bij gedaagden ligt. De rechtbank heeft ook het aanvullend voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 12.656,60, dat door gedaagden moet worden betaald. De zaak is verwezen naar de rol voor het overleggen van het deskundigenrapport op 25 juli 2019.