Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding, betekend op 1 juli 2019, met acht producties,
- de mondelinge behandeling gehouden op 11 juli 2019,
- het tijdens de behandeling tegen [gedaagde] verleende verstek.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 juli 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde, die ex-partners zijn. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Knobben, vorderde een gebiedsverbod en een contactverbod tegen de gedaagde, die niet op de zitting was verschenen. De eiseres en gedaagde hebben een zoon, [X], en de eiseres heeft het gezag over hem. De relatie tussen de partijen is gekenmerkt door fysiek en verbaal geweld, wat heeft geleid tot de beëindiging van de relatie en de vrees van de eiseres voor verdere intimidatie door de gedaagde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres gegronde vrees heeft voor de gedaagde, die herhaaldelijk contact heeft gezocht, ondanks verzoeken om dit te staken. De eiseres heeft ook melding gemaakt van bedreigingen en ongewenste communicatie, wat heeft geleid tot de vordering om de gedaagde te verbieden zich binnen een bepaalde straal van de eiseres en hun zoon te begeven. De rechtbank heeft de vordering tot gebiedsverbod toegewezen, maar het verbod om zich te begeven naar een straal van 500 meter rondom de eiseres en hun zoon afgewezen, omdat dit niet uitvoerbaar is.
De voorzieningenrechter heeft de gedaagde verboden om gedurende een jaar contact op te nemen met de eiseres, behalve via zijn advocaat of een medewerker van Stichting Jeugdbescherming Overijssel. Ook is de gedaagde verboden om zich negatief uit te laten over de eiseres via sociale media of andere publieke kanalen. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde kan een dwangsom opgelegd krijgen bij overtreding van de opgelegde verboden.