ECLI:NL:RBOVE:2019:2831
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete voor overtreding van de Arbowet door transportbedrijf na arbeidsongeval met rolcontainer
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een transportbedrijf uit Dedemsvaart en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het transportbedrijf was een bestuurlijke boete van € 21.600,- opgelegd gekregen wegens overtreding van artikel 10 van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Dit volgde op een arbeidsongeval waarbij een rolcontainer met schoolboeken van de laadklep viel en een leerling verwondde. De rechtbank oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat het bedrijf niet voldoende doeltreffende maatregelen had genomen om de veiligheid van derden te waarborgen.
De rechtbank behandelde het procesverloop, waarin het transportbedrijf bezwaar had gemaakt tegen de boete, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank concludeerde dat het bedrijf niet had aangetoond dat het aan de vier matigingsgronden had voldaan die in de beleidsregel zijn opgenomen. De rechtbank benadrukte dat de werkgever verantwoordelijk is voor het nemen van adequate veiligheidsmaatregelen en dat het ontbreken daarvan leidt tot een zware overtreding van de Arbowet. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete passend was bij de ernst van het arbeidsongeval en het gebrek aan een veilige werkwijze.
De uitspraak van de rechtbank is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.