ECLI:NL:RBOVE:2019:3102
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsanering wegens niet voldoen aan sollicitatieplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 mei 2019 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van een schuldenaar, geboren in 1979. De schuldsaneringsregeling was op 10 oktober 2016 van toepassing verklaard, maar de schuldenaar voldeed niet aan de sollicitatieplicht. De rechter-commissaris had de looptijd van de regeling eerder verlengd, maar ondanks deze verlengingen bleef de schuldenaar in gebreke. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar diverse kansen had gehad om zijn situatie te verbeteren, maar deze niet had gegrepen. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar onvoldoende bewijs had geleverd van zijn sollicitaties en dat zijn verklaring over een computercrash niet overtuigend was. De rechtbank besloot de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen op grond van artikel 350, derde lid, onder c van de Faillissementswet. De rechtbank stelde ook de vergoeding van de bewindvoerder vast en bepaalde dat het restant van de boedel, indien aanwezig, informeel onder de schuldeisers zal worden verdeeld.