Op 24 oktober 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Leefbaar Buitengebied en het college van gedeputeerde staten van Overijssel. De rechtbank oordeelde dat de vergunning die op 12 december 2017 was verleend voor het wijzigen en uitbreiden van een varkenshouderij in Almelo, niet kon worden gehandhaafd. De vergunning was verleend onder verwijzing naar de passende beoordeling die was opgesteld voor het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De rechtbank stelde vast dat deze beoordeling niet voldeed aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn, zoals eerder vastgesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 29 mei 2019. Hierdoor was het bestreden besluit in strijd met de Wet natuurbescherming (Wnb) en diende het te worden vernietigd.
De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet kon terugvallen op de eerdere procedure en dat er een nieuwe beoordeling moest plaatsvinden. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 512,-, en het terugbetalen van het griffierecht van € 338,- aan eiseres. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.