ECLI:NL:RBOVE:2019:4058
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om handhaving tegen activiteiten op terrein van voormalig tuincentrum De Esch te Tubbergen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 4 november 2019 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een handhavingsverzoek tegen activiteiten op het terrein van het voormalig tuincentrum De Esch te Tubbergen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen, dat op 28 augustus 2019 een deel van zijn aanvraag om handhavend op te treden had toegewezen. Verzoeker vorderde dat de voorzieningenrechter zou ingrijpen, omdat hij meende dat er sprake was van illegale activiteiten die in strijd waren met provinciaal beleid.
Tijdens de zitting op 28 oktober 2019, waar verzoeker en vertegenwoordigers van verweerder aanwezig waren, werd het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen (dreigende) overtredingen waren die een spoedige ingreep vereisten. De voorzieningenrechter merkte op dat de handhaving door verweerder al plaatsvond en dat de uitkomst van de bezwarenprocedure afgewacht kon worden. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bestreden besluit van 28 augustus 2019 niet voldoende gemotiveerd was, maar dat dit gebrek hersteld kon worden in een later stadium.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat niet was aangetoond dat er een spoedeisend belang was. De voorzieningenrechter benadrukte dat het bestaande bestemmingsplan "Tubbergen Buitengebied 2016" de activiteiten op het terrein toestond en dat provinciaal beleid niet automatisch leidde tot handhaving. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Oosterveld, in aanwezigheid van mr. A. Landstra, griffier.