Op 19 september 2017 is de PIJ-maatregel van betrokkene ingegaan. Evenwel verblijft betrokkene al vanaf 9 maart 2016 in De Hunnerberg omdat hij daar ook de preventieve hechtenis en de opgelegde jeugddetentie heeft ondergaan.
In het behandeltraject van betrokkene is rekening gehouden met het gegeven dat betrokkene een levensdelict heeft gepleegd dat zeer veel verdriet en begrijpelijke woede bij de nabestaanden teweeg heeft gebracht. Het behandeltraject is daarom zorgvuldig en behoedzaam vormgegeven. Ook bij de verleende verloven en bij uitbreiding van de verlofruimte worden de belangen van de nabestaanden steeds meegewogen. Op deze manier wordt vanuit De Hunnerberg geprobeerd de nabestaanden zo min mogelijk te belasten en een kans op een confrontatie tussen betrokkene en nabestaanden zo klein mogelijk te houden.
Betrokkene is zich bewust van het leed dat hij heeft veroorzaakt en gedurende de behandeling is hij meer verantwoordelijkheid gaan dragen voor zijn delict. Vanaf zijn verblijf in De Hunnerberg heeft hij zich ingezet voor diagnostiek, en vervolgens heeft hij zich gemotiveerd ingezet om zijn problematiek aan te pakken en de in aanvang aanwezige problematiek is sterk milder geworden.
Betrokkene heeft zich ontwikkeld van een stoere, niet raakbare, overcompenserende en
emoties verdringende jongeman naar een meer kwetsbare man die kan praten over emoties,
een gelijkwaardige houding probeert in te nemen, kan zorgen voor een ander en zich inzet
voor een pro-sociale toekomst. Het behandeltraject zit nu in een fase waarin betrokkene minder afhankelijk wordt van De Hunnerberg en meer gebruik maakt van het steunnetwerk buiten de inrichting. Betrokkene was gestart met werk buiten de inrichting en met een zinvolle vrijetijdsbesteding. Uit de rapportages blijkt voorts dat de behandelaars het voornemen hebben om betrokkene meer ruimte te bieden om activiteiten te ondernemen met familie en (gescreende) vrienden.
Vanwege de aard en de omvang van het recidiverisico is het noodzakelijk dat betrokkene de komende tijd verder gaat werken aan de in de rapportages beschreven behandeldoelen. Om deze doelen te behalen zijn nog zes tot negen maanden nodig, aldus De Hunnerberg ten tijde van het opmaken van de rapportages.