ECLI:NL:RBOVE:2019:4361

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 november 2019
Publicatiedatum
22 november 2019
Zaaknummer
08-760119-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor internetoplichting via Marktplaats en 2dehands

Op 22 november 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van internetoplichting. De verdachte, geboren in 1986, werd ervan beschuldigd samen met anderen via de websites Marktplaats.nl en 2dehands.be goederen aan te bieden die nooit geleverd werden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 21 november 2013 tot en met 12 mei 2014, in totaal negentien slachtoffers heeft opgelicht door hen te bewegen tot de afgifte van geldbedragen door middel van valse advertenties en e-mailcommunicatie. De verdachte gebruikte daarbij valse namen en deed zich voor als een betrouwbare verkoper. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zeven maanden voorwaardelijk en een taakstraf van 60 uur geëist, maar de rechtbank legde een taakstraf van 120 uur op, met vervangende hechtenis van 60 dagen bij niet-nakoming. De rechtbank verklaarde de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging en wees de vorderingen van de benadeelde partijen voor een deel toe, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk werd gesteld voor de schade.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer 08-760119-17 (P)
Datum vonnis: 22 november 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [woonplaats 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 november 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. M.S. de Waard, en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander of anderen, personen via internet heeft opgelicht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 november
2013 tot en met 10 april 2014 in een of meer plaats(en) in België en/of Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
de navolgende perso(o)n(en) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de/het navolgend(e) geldbedrag(en):
- [slachtoffer 1] (op of omstreeks 21 november 2013 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 2]
(België), tot de afgifte van 349,00 euro), en/of
- [slachtoffer 2] (op of omstreeks 25 november 2013 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 8] (België), tot de afgifte van 289,00 euro), en/of
- [slachtoffer 3] (op of omstreeks 20 januari 2014 te Hengelo (O) en/of te Hingene (België), tot de afgifte van 279,00 euro), en/of
- [slachtoffer 4] (op of omstreeks 29 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 4] (België), tot de afgifte van 444,00 euro), en/of
- [slachtoffer 5] (op of omstreeks 21 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 5] ), tot de afgifte van 249,00 euro), en/of
- [slachtoffer 6] (op of omstreeks 10 april 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 6] ), tot de afgifte van 230,00 euro),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van een of meer goed(eren) (te weten een of meer Apple iPad(s) en/of een of meer Apple iPhone(s) en/of een of meer Weber barbecue(s) en/of een of meer Garmin GPS-fietscomputer(s)) op de internetsite(s) Marktplaats.nl en/of 2ehands.be, door middel van het plaatsen van een of meer advertentie(s) op deze/die website(s), en/of
- ( hiermee) de indruk gewekt dat hij/zij bovengenoemde goed(eren) in bezit/voorraad had(den) door met bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) (per mail) contact te hebben over (details van) bovengenoemde goed(eren), en/of - bij/tijdens dit/deze contact(en) (telkens) een valse naam gebruikt (te weten: " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] "), en/of
- ( vervolgens) met bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) een (koop)overeenkomst gesloten, en/of
- ( vervolgens) voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden dat
bovengenoemd(e) goed(eren) zou(den) worden opgestuurd na betaling/overschrijving van genoemd(e) geldbedrag(en) op een/het (zakelijke) rekeningnummer van verdachte en/of zijn mededader(s), terwijl hij/zij, niet in het bezit was/waren van voornoemde goed(eren),
waardoor aangever(s)/gedupeerde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 december 2013 tot en met 6 april 2014 in een of meer plaats(en) in België en/of Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen,
de navolgende perso(o)n(en) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de/het navolgend(e) geldbedrag(en):
- [slachtoffer 7] (op of omstreeks 2 december 2013 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 8] (België), tot de afgifte van 399,00 euro), en/of
- [slachtoffer 8] (op of omstreeks 9 december 2013 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 8] (België), tot de afgifte van 404,00 euro), en/of
- [slachtoffer 9] (op of omstreeks 19 december 2013 te Hengelo (O) en/of te Schepdaal (België) tot de afgifte van 144,00 euro), en/of
- [slachtoffer 10] (op of omstreeks 17 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 9] ), tot de afgifte van 249,00 euro), en/of
- [slachtoffer 11] (op of omstreeks 23 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 10] (Fr)), tot de afgifte van 399,00 euro), en/of
- [slachtoffer 12] (op of omstreeks 31 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 11] (Gr)), tot de afgifte van 219,00 euro), en/of
- [slachtoffer 13] (op of omstreeks 2 april 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 12] ), tot de afgifte van 159,00 euro), en/of
- [slachtoffer 14] (op of omstreeks 6 april 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 13] (België), tot de afgifte van 259,00 euro),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- een of meer website(s)/webshop(s) opgericht (te weten www. [website 1] .nl
en/of www. [website 2] .com en/of www. [website 3] .n1 en/of
www. [website 4] .n1 en/of www. [website 5/bedrijf] .n1 en/of
www. [website 6/bedrijf] .n1), en/of
- op deze website(s)/webshop(s) (een) (webshop)keurmerk(en) en/of (een)
K.V.K.-nummer(s) en/of contactgegevens geplaatst (teneinde de website(s)/webshop(s) als bonafide website(s)/webshop(s) te doen/laten overkomen), en/of
- ( vervolgens) zich voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van een of
meer goed(eren) (te weten een of meer Sony PlayStation(s) 4 en/of een of meer
Weber barbecue(s) en/of een Apple iPad en/of een XBOX en/of een Apple iPhone),
in elk geval één of meer goed(eren), op de internetsite Markplaats.n1 en/of
2ehands.be , door middel van het plaatsen van een advertentie op deze/die
website(s), en/of
- ( hiermee) de indruk gewekt dat hij/zij de/het (diverse) goed(eren) in bezit/voorraad had(den) door met bovengenoemd(e) aangever(s)/gedupeerde(n) (per mail) contact te hebben over (details van) de/het goed(eren) en/of (vervolgens) bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) te verwijzen naar de bovengenoemde (door hemzelf en/of zijn mededader(s) opgerichte) website(s)/webshop(s) waarop bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) het (door haar/hem gezochte) goed(eren) kon/konden kopen/bestellen, en/of
- bij/tijdens dit/deze contact(en) (telkens) een valse naam gebruikt (waaronder " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] "), en/of
- ( vervolgens) een of meer bestelling(en) via bovengenoemde website(s)/webshop(s) van voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) geaccepteerd, en/of
- ( vervolgens) een of meer factu(u)r(en) aan voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) verzonden/gestuurd, en/of
- ( vervolgens) voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden dat bovengenoemd(e) goed(eren) zou(den) worden opgestuurd na betaling/overschrijving van genoemd(e) geldbedrag(en) op een/het (zakelijke) rekeningnummer van verdachte en/of zijn mededader(s), terwijl hij/zij, niet in het bezit was/waren van voornoemde goed(eren),
waardoor aangever(s)/gedupeerde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 december
2013 tot en met 12 mei 2014 in een of meer plaats(en) in België en/of Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen,
de navolgende perso(o)n(en) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed,
te weten de/het navolgend(e) geldbedrag(en):
- [slachtoffer 15] (op of omstreeks 13 december 2013 te Hengelo (O) en/of te Turnhout (België), tot de afgifte van 463,00 euro), en/of
- [slachtoffer 16] (op of omstreeks 29 december 2013 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 15] (België), tot de afgifte van 399,00 euro), en/of
- [slachtoffer 17] (op of omstreeks 5 mei 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 16] (België), tot de afgifte van 499,00 euro), en/of
- [slachtoffer 18] (op of omstreeks 1 april 2014 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 17] ), tot de afgifte van 175,00 euro), en/of
- [slachtoffer 19] (op of omstreeks 12 mei 2015 te Hengelo (O) en/of te Houthalen-Helchteren (België) tot de afgifte van 1527,00 euro),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- een of meer website(s)/webshop(s) opgericht (te weten www. [website 2] .com
en/of www. [website 7] .be en/of www. [website 8] .com en/of
www. [website 6/bedrijf] .nl en/of www. [website 9] .com ) en/of
- op deze website(s)/webshop(s) (een) (webshop)keurmerk(en) en/of (een)
K.V.K.-nummer(s) en/of contactgegevens geplaatst teneinde de
website(s)/webshop(s) als bonafide website(s)/webshop(s) te doen/laten
overkomen), en/of
- op deze website(s)/webshop(s) een of meer goed(eren) (te weten: een of meer
Sony Playstation(s) 4 en/of een of meer GSM(s) en/of een of meer Weber
barbecue(s)) te koop aangeboden, en/of
- ( hiermee) de indruk gewekt dat hij/zij de/het (diverse) goed(eren) in
bezit/voorraad had(den) door met bovengenoemd(e) aangever(s)/gedupeerde(n)
(per mail) contact te hebben over (details van) de/het goed(eren), en/of
- bij dit/deze contact(en) (telkens) een valse naam gebruikt (waaronder
" [alias] " en/of - [alias] - ) en/of
- ( vervolgens) een of meer bestelling(en) via bovengenoemde
website(s)/webshop(s) van voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) geaccepteerd,
en/of
- ( vervolgens) een of meer factu(u)r(en) aan voornoemde
aangever(s)/gedupeerde(n) verzonden/gestuurd, en/of
- ( vervolgens) voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden dat
bovengenoemd(e) goed(eren) zou(den) worden opgestuurd na
betaling/overschrijving van genoemd(e) geldbedrag(en) op een/het (zakelijke)
rekeningnummer van verdachte en/of zijn mededader(s),
terwij1 hij/zij, niet in het bezit was/waren van voornoemde goed(eren), waardoor aangever(s)/gedupeerde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.

3.De voorvragen

Ontvankelijkheid officier van justitie
Het standpunt van de raadsman
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging, voor wat betreft die feiten ten aanzien waarvan in België aangiften zijn opgemaakt door aldaar bevoegde opsporingsambtenaren, en die begrepen zijn in de drie verzoeken tot overname van strafvervolging die bij het Openbaar Ministerie in Nederland zijn binnengekomen.
De raadsman heeft in dit verband aangevoerd dat de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn op de overname van strafvervolging van een vreemde staat niet goed zijn gevolgd. Daarbij heeft de raadsman niet aangevoerd dat deze verzoeken hadden moeten worden afgewezen, maar er slechts op gewezen dat het strafdossier van verdachte onvoldoende schriftelijke vastlegging van (de procedure rondom) de verzoeken tot overname van strafvervolging bevat. Dit is volgens de raadsman reeds op zichzelf voldoende grond voor niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie, maar zou mogelijk ook een aanwijzing zijn dat de procedure in andere opzichten niet correct is gevolgd. Ter illustratie van dat laatste heeft de raadsman aangevoerd dat niet uit enig schriftelijk stuk blijkt dat de Minister van de verzoeken op de hoogte is gebracht. De raadsman heeft overigens niet gewezen op enig concreet wettelijk voorschrift dat niet zou zijn nageleefd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging. Daartoe heeft de officier van justitie gesteld dat bij het Internationaal Rechtshulpcentrum (hierna: IRC) te Arnhem drie verzoeken van de Belgische autoriteiten zijn binnen gekomen waarin is gevraagd om overname strafvervolging en één aangifte/klacht werd als zogenaamde "spontane" informatie verstrekt. Deze vier zaken betreffen internet oplichtingszaken die alle betrekking hebben op verdachte en zijn medeverdachte.
De processen-verbaal van verhoor van de Belgische aangevers zijn opgemaakt door Belgische politieambtenaren. De verdachten zijn Nederlands. Het procesdossier in deze zaak is opgemaakt door de politie-eenheid Oost-Nederland. Het relaas proces-verbaal vermeldt wel dat het onderzoek van de Nederlandse politie is begonnen naar aanleiding van drie Belgische verzoeken binnengekomen bij het IRC te Arnhem waarin werd gevraagd om overname strafvervolging. Blijkens drie ter terechtzitting op 8 november 2019 overgelegde interne stukken van het IRC Oost-Nederland, kan worden opgemaakt dat overname van de strafvervolging op de juiste gronden heeft plaatsgevonden. Op grond hiervan blijkt dat deze verzoeken op enig moment in 2015 zijn ingewilligd door een officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank
(vul de feitaanduidingen in)
De rechtbank stelt voorop dat de term overname van strafvervolging onder meer de situatie beschrijft waarin de Nederlandse vervolgingsautoriteiten door de met strafvervolging belaste autoriteiten van een andere staat, in het bezit worden gesteld van een ter zake van een verdachte opgesteld dossier, en de Nederlandse vervolgingsautoriteiten verzoeken om (te overwegen om) een strafvervolging tegen die verdachte in te stellen. De overname van strafvervolging is op dit moment geregeld in de artikelen 5.3.6 tot en met 5.3.17 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), maar was tot 1 juli 2018, dus ten tijde van de relevante gebeurtenissen in het vervolgingstraject van verdachte, geregeld in de artikelen 552x tot en met 552iie Sv zoals dat toen luidde (hierna: Sv(oud)). De rechtbank zal het betoog van de raadsman dan ook beoordelen aan de hand van de indertijd geldende artikelen 552x-552iie Sv(oud).
Uit het procesdossier en de stukken die de officier van justitie ter terechtzitting van 8 november 2019 heeft overgelegd leidt de rechtbank af dat in deze zaak de Belgische vervolgingsautoriteiten een drietal verzoeken aan het Openbaar Ministerie in Nederland hebben gericht tot overname van de strafvervolging met betrekking tot meerdere (in het procesdossier nader aangeduide) feiten ten aanzien waarvan in België aangiften zijn gedaan. Daaruit – en dan met name uit de berichten van of namens het IRC Oost-Nederland – blijkt verder ook dat deze verzoeken op enig moment in 2015 zijn ingewilligd door een officier van justitie.
Anders dan de raadsman heeft betoogd, is de rechtbank niet gebleken dat ten aanzien van de verzoeken tot overname van strafvervolging, niet de juiste procedure is gevolgd. Daarbij is in het bijzonder van belang dat art. 6 van de EU-rechtshulpovereenkomst (voluit geheten: Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, met verklaringen; Brussel, 29 mei 2000, Tractatenblad 2000 nr. 96) het mogelijk maakt dat een buitenlands verzoek tot (onder meer) overname van strafvervolging rechtstreeks aan de officier van justitie wordt gericht. Op grond van artikel 552ii Sv(oud) – naar huidig recht: artikel 5.3.17 – is de officier van justitie dan zelfstandig bevoegd om op een zodanig verzoek te beslissen, zonder dat deze de Minister hiervan in kennis hoeft te stellen. Voor zover de raadsman heeft betoogd dat dit laatste ten onrechte is nagelaten, verwerpt de rechtbank zijn betoog dan ook. Dat betoog verwerpt de rechtbank ook voor het overige, omdat de raadsman niet heeft gewezen op een ander specifiek voorschrift dat in dit verband niet in acht zou zijn genomen. Ook ambtshalve is de rechtbank niet gebleken dat enig voorschrift (tot schriftelijke vastlegging) ten onrechte niet in acht is genomen. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman.
Conclusie
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak. Aangezien de rechtbank ook voor het overige geen redenen ziet die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan, zal zij de officier van justitie ontvankelijk verklaren in de vervolging van alle tenlastegelegde feiten.
Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

Het tenlastegelegde is door verdachte op de zitting van 8 november 2019 bekend, terwijl door of namens hem geen vrijspraak is bepleit. (vul de feitaanduidingen in)Deze feiten zullen bewezen worden verklaard. In de voetnoten heeft de rechtbank verwezen naar de wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
De rechtbank overweegt in dit verband nog het volgende.
Door verdachte en zijn medeverdachte werden via verschillende websites goederen te koop aangeboden die na betaling niet werden geleverd. Uit de aangiftes blijkt dat via de websites “www.2dehands.be” en “Marktplaats.nl” goederen te koop werden aangeboden. Als op de aanbieding werd geklikt volgde er veelal een doorverwijzing naar een andere website waar de goederen konden worden besteld en betaald. De betaling kon worden gedaan ten gunste van de bankrekeningnummers [rekeningnummer 1] , [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 3] . De bankrekeningnummers [rekeningnummer 1] [1] en [rekeningnummer 2] [2] stonden op naam van de medeverdachte. Het bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] stond op naam van “ [website 5/bedrijf] ”. [3] Uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel [4] blijkt dat de medeverdachte van 14 januari 2014 tot en met 27 augustus 2014 eigenaar was van de onderneming ingeschreven onder de handelsnamen “ [website 5/bedrijf] ”, “ [bedrijf 1] ” en “ [bedrijf 2] ”.
In de tenlastegelegde periode is op genoemde bankrekeningen een groot aantal bedragen gestort terwijl van die bankrekeningen, telkens kort nadat er een bedrag op was gestort, geld is opgenomen. Blijkens de bankafschriften [5] gebeurde dat via pinopnames bij geldautomaten zowel in Hengelo als in Enschede.
Verklaring van verdachte
Op de zitting van 8 november 2019 heeft verdachte verklaard dat hij te voren met medeverdachte [medeverdachte] heeft afgesproken om samen geld te gaan verdienen via het internet door middel van (een) webwinkel(s) waar diverse goederen te koop zouden worden aangeboden. Het was vanaf het begin duidelijk dat het niet de intentie was om na een bestelling, de goederen ook daadwerkelijk te leveren. Er was immers geen goederenvoorraad. De betaling van die bestelde goederen kon worden overgemaakt ten gunste van bankrekeningnummers die door de medeverdachte met dat doel waren geopend bij de ING Bank. Ook het rekeningnummer van de medeverdachte bij de ABN AMRO bank werd hiervoor gebruikt. Deze medeverdachte heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als eenmanszaak onder de handelsnamen [website 5/bedrijf] , [bedrijf 1] en [bedrijf 2] . Het maken van de websites en het aanvragen van een keurmerk voor de websites heeft verdachte voor zijn rekening genomen en hij was ook degene die via e-mail contact hield met de kopers. Hij gebruikte daarvoor de namen " [alias] ", " [alias] "," [alias] ", " [alias] ", " [alias] " en “ [alias] ”. Het was tevens de afspraak dat de opbrengst van de webwinkel(s) tussen hen beiden zou worden gedeeld.
Verdachte heeft verklaard dat zij beiden konden beschikken over de bankpasjes en de bijbehorende pincodes van de bankrekeningen waarop het geld werd gestort. Zodra er een bedrag was gestort werd dit door verdachte of door medeverdachte [medeverdachte] gepind, afhankelijk van wie van beiden daarvoor tijd had. Het gepinde geldbedrag werd dan door de helft gedeeld waarna beide verdachten hun deel kregen.
Voorts acht de rechtbank de navolgende feiten en omstandigheden van belang.
I. De periode 21 november 2013 tot en met 10 april 2014 in België en/of in Nederland
[slachtoffer 1] € 349,00 (iPhone 516 gb wit, www.2dehands.be)
Op 18 november 2013 vindt [slachtoffer 1] uit [woonplaats 2] , België, onder zoekertje nummer 171173143 op de website www.2dehands.be een “iPhone 516 gb wit” die te koop wordt aangeboden voor € 349,00. Volgens die website betreft de verkoper ene ' [alias] ' die opereert via de website Bestedagdeals.org uit Nederland. [6] [slachtoffer 1] gaat op het aanbod in en schrijft € 349,00 over. Op 21 november 2013 verneemt [slachtoffer 1] via e-mail van ' [alias] ' dat het geld niet was overgeschreven, dat het pakket met inhoud Apple iPhone 5 16 gb' reeds naar haar was verzonden, dat ze het pakket hadden laten vastzetten op het verdeelcentrum in [woonplaats 7] en dat ze direct opdracht zouden geven om het pakket verder te verzenden van zodra de betaling ontvangen was. [7] [slachtoffer 1] onderneemt die dag een nieuwe poging om het geld over te schrijven. Ze schrijft op 21 november 2013 € 349,00 over naar IBAN [rekeningnummer 2] met vermelding OVV [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] ontvangt de iPhone in kwestie echter niet. Ze krijgt ook geen enkel contact meer met de verkoper. Hij reageert niet meer op de e-mails die ze hem stuurt.
[slachtoffer 2] € 289,00 (iPad mini www.2dehands.be),[slachtoffer 2] , wonende te [woonplaats 3] , België, reageert via zoekertje nummer 171862278 op een advertentie voor een Apple iPad mini op de website "www.2dehands.be", [slachtoffer 2] communiceert dienaangaande met " [alias] ", die gebruikmaakt van diverse e-mailadressen. [slachtoffer 2] maakt op 27 november 2013 een bedrag van € 289,00 over op bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] . [8] De door hem bestelde iPad wordt nooit geleverd.
[slachtoffer 3] € 279,00 (iPad, www.2dehands.be),[slachtoffer 3] , wonende te België, reageert via zoekertje nummer 177451914 op een advertentie voor een Apple iPad 4, 32 GB WIFI, die op de website www.2dehands.be wordt aangeboden voor € 279,00. [slachtoffer 3] communiceert dienaangaande met “ [alias] ” die zich voordoet als een medewerker van het bedrijf [bedrijf 3] B.V. gevestigd aan de [adres 1] . “ [alias] ” geeft per e-mailbericht van 18 januari 2014 te 17.16 uur door dat een bedrag van € 279,00 kan worden overgemaakt naar het bankrekeningnummer van [bedrijf 3] B.V. te weten [rekeningnummer 2] . [slachtoffer 3] maakt op 20 januari 2014 het betreffende bedrag via de bank over naar dit rekeningnummer maar ontvangt de door hem bestelde iPad niet. [9] Het daadwerkelijke bedrijf [bedrijf 3] B.V. blijkt niets te weten van de bestelling noch van de betaling. [10]
[slachtoffer 4] € 444,00 (iPhone 5S, www.2dehands.be),
[slachtoffer 4] , wonende te [woonplaats 4] , België, trof op 28 maart 2014 op de website 2dehands.be een advertentie aan voor een iPhone 5S 16 GB voor een bedrag van € 444,00. Zij voert het nodige e-mailverkeer via [e-mail 1] .nl. Degene met wie zij e-mailcontact heeft noemt zich “ [alias] ”. Op 29 maart 2014 stort [slachtoffer 4] € 444,- op bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] ten name van [website 5/bedrijf] . [11] Na de storting [12] laat “ [alias] ” via e-mail weten dat de bestelling klaarstaat voor verzending. Op 2 april 2014 wordt gemeld dat de bestelling zou worden verzonden op 3 april 2014 en dat deze door [slachtoffer 4] zou worden ontvangen op 4 april 2014. Op de door haar verzonden e-mail inzake track&trace werd niet gereageerd. [13] Haar bestelling wordt nooit geleverd.
[slachtoffer 5] € 249,00 (Garmin Edge 810, www.2dehands.be)
[slachtoffer 5] , wonende te [woonplaats 5] , [14] reageert op 3 maart 2014 op de website 2dehands.be op een advertentie onder zoekertje nummer 182432162. Dit betreft een Garmin Edge fietsnavigatie van € 249,00. Op zijn e-mail wordt gereageerd door “ [alias] ”, van het bedrijf
T [bedrijf 4] , gevestigd aan de [adres 2] . De betaling moet worden overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 4] . Het genoemde bedrag wordt op 21 maart 2014 van de rekening van [slachtoffer 5] afgeschreven [15] . In de e-mailberichten gebruikt “ [alias] ” de adressen: [e-mail 2] .nl en [e-mail 3] .nl. [16]
De door hem bestelde fietsnavigatie wordt nooit geleverd.
[slachtoffer 6] € 230,00 (Weber BBQ, marktplaats.nl, [website 5/bedrijf] )[slachtoffer 6] , wonende te [woonplaats 6] bestelt via marktplaats een Weber Master Touch GBS 57 cm, met advertentienummer 20903552. [17] Op 10 april 2014 maakt hij via zijn rekeningnummer
€ 230,00 over naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 5] ten name van Stichting [stichting] , met in de omschrijving de naam [website 5/bedrijf] . [18] De bestelling is vervolgens niet aan hem geleverd en daarna heeft hij ook niets meer gehoord over zijn bestelling.
II de periode van 2 december 2013 tot en met 6 april 2014 België en/of Nederland
[slachtoffer 7] € 399,00 (PlayStation, [website 1] .nl)[slachtoffer 7] wonende te [woonplaats 7] , België, was op 2 december 2013 op het internet op zoek naar een website via 2dehands.be om een PlayStation 4 te kunnen bestellen. Hij kwam op de website www. [website 1] .n1 terecht. [19] Via deze website heeft hij op 3 december 2013 via de bankrekening van zijn vriendin [naam 1] € 399,00 euro overgeschreven op rekening [rekeningnummer 2] , die zou toebehoren aan www. [website 1] .nl. [20] Reeds de volgende avond kwam hij te weten dat hij was opgelicht omdat hij via het volgen van de trackingcode van post.nl had gezien dat er geen zending voor hem onderweg was.
[slachtoffer 7] is na enig (online-)onderzoek tot de overtuiging gekomen dat een man genaamd [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1986, degene was die via het e-mailadres [e-mail 4] .nl namens [website 1] een aantal e-mails van hem heeft beantwoord. [21] De PlayStation is nooit aan hem geleverd.
[slachtoffer 8] € 404,00 (PlayStation, www.2dehands.be)
[slachtoffer 8] , wonende te [woonplaats 8] , België, heeft verklaard dat zijn echtgenote, [naam 2] via internet een PlayStation 4 heeft gekocht. [22] Via de website ‘www.2dehands.be’ kwam zij op een zoekertje terecht van een zekere ' [alias] '. De verdere communicatie verliep via e-mail. Het e-mailadres van [alias] betreft info@ [website 2] .com. De PlayStation diende besteld te worden via de webwinkel www. [website 2] .com. [23] Op 9 december 2013 is het met de verkoper overeengekomen bedrag van € 404,00 gestort op het rekeningnummer van ' [alias] ', [rekeningnummer 2] . Het bestelde is nooit bij [slachtoffer 8] afgeleverd.
[slachtoffer 9] € 144,00 (Xbox, www.2dehands.be)
[slachtoffer 9] , wonende te België, stuitte op de website www.2dehands.be op een advertentie voor een Xbox, en kwam voor deze aanbieding uiteindelijk terecht op de webwinkel www. [website 3] .nu. De website leek erg professioneel en [slachtoffer 9] heeft een bestelling gedaan [24] waarvoor hij op 19 december 2013 een overschrijving van € 144,00 deed
naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] . [25] Twee dagen later bleek de website offline te zijn. Op zijn bericht naar informatie kreeg hij horen van een zekere “ [alias] ” [26] dat zijn pakket de volgende dag verzonden zou worden. Daarna is er op e-mailberichten niet meer gereageerd en bleef de website offline. De bestelling is niet geleverd.
[slachtoffer 10] € 249,00 (iPhone via marktplaats bij [website 4] )[slachtoffer 10] wonende te [woonplaats 9] , is via Marktplaats op de website van [website 4] belandt waar hij een iPhone heeft besteld [27] en betaald via iDeal. Hij heeft daarna een orderbevestiging gekregen, maar geen verzendbevestiging. [slachtoffer 10] heeft op 17 maart 2014 € 249,00 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 6] . [28] Als gegevens van de ontvanger staat op de bankafschrift van [slachtoffer 10] RABONL2U, Stichting Pay.nl, Order 21 [website 5/bedrijf] . De bestelling is niet geleverd.
[slachtoffer 11] € 399,00 (iPad, [website 4] )[slachtoffer 11] wonende te [woonplaats 10] , Nederland, heeft via www.2dehands.be, en uiteindelijk bij www. [website 4] .nl op 23 maart 2014 een Apple iPad Air Wifi 32 Gb Wit besteld en daarvoor € 399,00 betaald. [29] De afspraak met de aanbieder was dat de iPad opgestuurd zou worden. Het bestelde is niet aan hem geleverd. [30] De betaling is gedaan via IDEAL van een ING rekening afgeboekt op 24 maart 2014 naar Rabobank rekeningnummer [rekeningnummer 6] . [31] Er is e-mail contact geweest. [slachtoffer 11] heeft een factuur en een bevestiging van de bestelling ontvangen. De bestelling is nooit geleverd.
[slachtoffer 12] € 219,00 (Weber BBQ via [bedrijf 1] -discount)[slachtoffer 12] , wonende te [woonplaats 11] , Nederland, heeft op de website van [website 6/bedrijf] een Weber 01200 barbecue besteld en daarvoor ook € 219,00 betaald. [32] Hij heeft op 31 maart 2014 het bedrag overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 3] ten name van [website 6/bedrijf] . [33] Er werd beloofd dat de barbecue na het ontvangen van de betaling verzonden zou worden. Dat is niet gebeurd.
[slachtoffer 13] € 159,00 ( Weber One Touch premium via marktplaats bij [website 6/bedrijf] )[slachtoffer 13] , wonende te [woonplaats 12] , Nederland, heeft op 2 april 2014 via de website www. [website 6/bedrijf] .nl een Weber One Touch Premium barbecue besteld. [34] De betaling van
€ 159,00 is dezelfde dag voldaan via een Ideal accepte-mail naar rekeningnummer [rekeningnummer 3] . [35] Het bestelde artikel is niet geleverd.
[slachtoffer 14] € 259,00 (BBQ via www.2dehands.nl naar [website 6/bedrijf] .nl)[slachtoffer 14] , wonende te [woonplaats 13] , België, heeft op de website "2dehands.nl" een barbecue besteld via de website www. [website 6/bedrijf] .nl. [36] Het aankoopbedrag van € 259,00 heeft hij op 9 april 2014 overgeschreven naar rekeningnummer [rekeningnummer 3] . [37] Na enkele dagen nam hij via e-mail contact op met voornoemd bedrijf om te vragen wanneer hij de levering zou ontvangen. Hem werd per e-mail bevestigd dat zijn bestelling zou worden verzonden op 9 april 2014. Uiteindelijk ontving hij het door hem bestelde artikel niet. [slachtoffer 14] heeft contact opgenomen met de ING-bank te Nederland. [38] Daarop kreeg hij het antwoord dat de tenaamstelling van het bedrijf is [website 5/bedrijf] , gevestigd op het [adres 3] te Hengelo, een eenmanszaak op naam van [medeverdachte] . [39]
III de periode van 13 december 2013 tot en met 12 mei 2014 in België en/of Nederland
[slachtoffer 15] € 463,00 (Playstion via www. [website 2] .com)[slachtoffer 15] , wonende te [woonplaats 14] , België heeft online op de website van www. [website 2] .com een Playstation 4 met spel besteld. [40] Op 12 december 2013 heeft hij € 463,00 overgeschreven naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] , [41] maar het door hem bestelde artikel is nooit geleverd.
[slachtoffer 16] €399,00 (Playstation 4 via de website Kapaza.be, via het bedrijf [bedrijf 3] BV.)
[slachtoffer 16] , wonende te [woonplaats 15] , België, heeft aangifte [42] gedaan van oplichting via het internet. Op 28 december 2013 heeft hij een Playstation 4 via de website van KAPAZA besteld, die werd aangeboden voor de prijs van € 399 door het bedrijf [bedrijf 3] .NL. Op 29 december 2013 ontving hij de factuur. [43] Op 30 december 2013 heeft hij het verschuldigde bedrag op de rekening [rekeningnummer 2] overgemaakt. [44] Dit zou het rekeningnummer zijn van [bedrijf 3] BV [adres 1] . Daar hij het door hem bestelde goed niet ontvangen had, stuurde hij een e-mail naar het bedrijf. Hij kreeg als antwoord dat er een oplichter zaken in hun naam aanbiedt en dat zijzelf geen bestelling van hem hadden ontvangen. Er zijn zestien e-mailberichten aan [slachtoffer 16] verstuurd door “ [alias] ”. [45]
[slachtoffer 17] € 499,00 (Samsung S5 via [website 8] )[slachtoffer 17] wonende te [woonplaats 16] , België, heeft een Samsung Galaxy S5 via de website [website 8] .com gekocht. [slachtoffer 17] kreeg een bestelbon waarna werd gevraagd om het bedrag van € 499,00 over te maken op bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] . [46] Op 6 mei 2014 heeft [slachtoffer 17] het bedrag overgemaakt, [47] maar het door hem bestelde artikel is niet geleverd.
[slachtoffer 18] € 175,00 (Weber barbecue)[slachtoffer 18] , wonende te [woonplaats 17] , Nederland heeft op 1 april 2014 een Weber barbecue gekocht via de webwinkel www. [website 6/bedrijf] .nl. gevestigd te Hengelo. Zijn vertrouwen werd gewekt door de aanwezigheid van KvK handel nummer ( [nummer 1] ), btw nummer ( [nummer 2] ), bankrekeningnummer ( [rekeningnummer 3] ), een Webshop keurmerk (voor betrouwbaar en veilige website), en een bestaand feitelijk adres. [48] Op 1 april 2014 heeft [slachtoffer 18] een bedrag van € 175,00 overgemaakt [49] en heeft hij een bevestiging gekregen van de betaling. De barbecue is echter nooit geleverd. Het bedrijf is telefonisch noch via e-mail bereikbaar.
[slachtoffer 19] € 1.527,00 (drie iPhones)
[slachtoffer 19] wonende te [woonplaats 18] , België heeft op 12 mei 2014 via het internet een bestelling geplaatst bij [website 9] voor de aankoop van drie GSM-toestellen, voor een totale waarde van € 1.527,00. [50] Dit bedrag is op dezelfde datum overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 1] . [51] De bestelde mobiele telefoons zijn nooit aan [slachtoffer 19] geleverd. Wel heeft hij een bevestiging ontvangen dat de toestellen naar zijn adres zouden worden verzonden.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van het voorgaande en op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op tijdstippen in de periode van 21 november 2013 tot en met 10 april 2014 in België en Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende geldbedragen:
- [slachtoffer 1] (op of omstreeks 21 november 2013 te Hengelo (O) en/of te Ieper
(België), tot de afgifte van 349,00 euro), en
- [slachtoffer 2] (op of omstreeks 25 november 2013 te Hengelo (O) en/of te [woonplaats 8] (België), tot de afgifte van 289,00 euro), en
- [slachtoffer 3] (op of omstreeks 20 januari 2014 te Hengelo (O) en/of te Hingene (België), tot de afgifte van 279,00 euro), en
- [slachtoffer 4] (op of omstreeks 29 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te Gavere (België), tot de afgifte van 444,00 euro), en
- [slachtoffer 5] (op of omstreeks 21 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te Amsterdam ), tot de afgifte van 249,00 euro), en
- [slachtoffer 6] (op of omstreeks 10 april 2014 te Hengelo (O) en/of te Utrecht ), tot de afgifte van 230,00 euro),
hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als aanbieders en/of verkopers van goederen te weten Apple iPads en Apple iPhones en Weber barbecues en een Garmin GPS-fietscomputer, op de internetsites Marktplaats.nl en 2dehands.be, door middel van het plaatsen van een of meer advertentie(s) op die websites, en/of
- ( hiermee) de indruk gewekt dat zij bovengenoemde goederen in bezit/voorraad hadden door met bovengenoemde aangevers/gedupeerden (per mail) contact te hebben over (details van) bovengenoemde goederen, en/of
- bij/tijdens deze contacten (telkens) een valse naam gebruikt te weten: " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] ", en/of
- ( vervolgens) met bovengenoemde aangevers/gedupeerden een (koop)overeenkomst gesloten, en/of
- ( vervolgens) voornoemde aangevers/gedupeerden voorgehouden dat
bovengenoemde goederen zouden worden opgestuurd na betaling/overschrijving van genoemde geldbedragen op een rekeningnummer van verdachte en/of zijn mededader, terwijl hij/zij, niet in het bezit was/waren van voornoemde goederen, waardoor aangevers/gedupeerden telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
en
hij op tijdstippen in de periode van 2 december 2013 tot en met 6 april 2014 in België en Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende geldbedragen:
- [slachtoffer 7] (op of omstreeks 2 december 2013 te Hengelo (O) en/of te Gent (België), tot de afgifte van 399,00 euro), en
- [slachtoffer 8] (op of omstreeks 9 december 2013 te Hengelo (O) en/of te Gent (België), tot de afgifte van 404,00 euro), en
- [slachtoffer 9] (op of omstreeks 19 december 2013 te Hengelo (O) en/of te Schepdaal (België) tot de afgifte van 144,00 euro), en
- [slachtoffer 10] (op of omstreeks 17 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te Haarlem ), tot de afgifte van 249,00 euro), en
- [slachtoffer 11] (op of omstreeks 23 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te Langedijke (Fr)), tot de afgifte van 399,00 euro), en
- [slachtoffer 12] (op of omstreeks 31 maart 2014 te Hengelo (O) en/of te Hoogezand (Gr)), tot de afgifte van 219,00 euro), en
- [slachtoffer 13] (op of omstreeks 2 april 2014 te Hengelo (O) en/of te Doetinchem ), tot de afgifte van 159,00 euro), en
- [slachtoffer 14] (op of omstreeks 6 april 2014 te Hengelo (O) en/of te Waregem (België), tot de afgifte van 259,00 euro),
hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- een of meer website(s)/webshop(s) opgericht (te weten www. [website 1] .nl
en www. [website 2] .com en www. [website 3] .nl en
www. [website 4] .nl en www. [website 5/bedrijf] .n1 en
www. [website 6/bedrijf] .n1), en/of
- op deze website(s)/webshop(s) (een) (webshop)keurmerk(en) en/of (een)
K.V.K.-nummer(s) en/of contactgegevens geplaatst (teneinde de website(s)/webshop(s) als bonafide website(s)/webshop(s) te doen/laten overkomen), en/of
- ( vervolgens) zich voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van een of
meer goed(eren) (te weten een of meer Sony PlayStation(s) 4 en/of een of meer
Weber barbecue(s) en/of een Apple iPad en/of een XBOX en/of een Apple iPhone),
in elk geval één of meer goed(eren), op de internetsite Markplaats.n1 en/of
2dehands.be , door middel van het plaatsen van een advertentie op deze/die
website(s), en/of
- ( hiermee) de indruk gewekt dat hij/zij de/het (diverse) goed(eren) in bezit/voorraad had(den) door met bovengenoemd(e) aangever(s)/gedupeerde(n) (per mail) contact te hebben over (details van) de/het goed(eren) en/of (vervolgens) bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) te verwijzen naar de bovengenoemde (door hemzelf en/of zijn mededader(s) opgerichte) website(s)/webshop(s) waarop bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(n) het (door haar/hem gezochte) goed(eren) kon/konden kopen/bestellen, en/of
- bij/tijdens dit/deze contact(en) (telkens) een valse naam gebruikt (waaronder " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] " en/of " [alias] "), en/of
- ( vervolgens) een of meer bestelling(en) via bovengenoemde website(s)/webshop(s) van voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) geaccepteerd, en/of
- ( vervolgens) een of meer factu(u)r(en) aan voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) verzonden/gestuurd, en/of
- ( vervolgens) voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden dat
bovengenoemde goederen zouden worden opgestuurd na betaling/overschrijving van genoemde geldbedragen op een rekeningnummer van verdachte en/of zijn mededader, terwijl hij/zij, niet in het bezit was/waren van voornoemde goederen, waardoor aangevers/gedupeerden telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
en
hij op tijdstippen in de periode van 13 december 2013 tot en met 12 mei 2014 in België en Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
te weten de navolgende geldbedragen:
- [slachtoffer 15] (op of omstreeks 13 december 2013 te Hengelo (O) en/of te Turnhout (België), tot de afgifte van 463,00 euro), en
- [slachtoffer 16] (op of omstreeks 29 december 2013 te Hengelo (O) en/of te Ronse (België), tot de afgifte van 399,00 euro), en
- [slachtoffer 17] (op of omstreeks 5 mei 2014 te Hengelo (O) en/of te Neerpelt (België), tot de afgifte van 499,00 euro), en
- [slachtoffer 18] (op of omstreeks 1 april 2014 te Hengelo (O) en/of te Veghel), tot de afgifte van 175,00 euro), en
- [slachtoffer 19] (op of omstreeks 12 mei 2014 te Hengelo (O) en/of te Houthalen-Helchteren (België) tot de afgifte van 1527,00 euro),
hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- een of meer website(s)/webshop(s) opgericht (te weten www. [website 2] .com
en/of www. [website 7] .be en/of www. [website 8] .com en/of
www. [website 6/bedrijf] .nl en/of www. [website 9] .com ) en/of
- op deze website(s)/webshop(s) (een) (webshop)keurmerk(en) en/of (een)
K.V.K.-nummer(s) en/of contactgegevens geplaatst teneinde de
website(s)/webshop(s) als bonafide website(s)/webshop(s) te doen/laten
overkomen), en/of
- op deze website(s)/webshop(s) een of meer goed(eren) (te weten: een of meer
Sony Playstation(s) 4 en/of een of meer GSM(s) en/of een of meer Weber
barbecue(s)) te koop aangeboden, en/of
- ( hiermee) de indruk gewekt dat hij/zij de/het (diverse) goed(eren) in
bezit/voorraad had(den) door met bovengenoemd(e) aangever(s)/gedupeerde(n)
(per mail) contact te hebben over (details van) de/het goed(eren), en/of
- bij dit/deze contact(en) (telkens) een valse naam gebruikt (waaronder
" [alias] " en/of - [alias] - ) en/of
- ( vervolgens) een of meer bestelling(en) via bovengenoemde
website(s)/webshop(s) van voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) geaccepteerd,
en/of
- ( vervolgens) een of meer factu(u)r(en) aan voornoemde
aangever(s)/gedupeerde(n) verzonden/gestuurd, en/of
- ( vervolgens) voornoemde aangever(s)/gedupeerde(n) voorgehouden dat
bovengenoemde goederen zouden worden opgestuurd na betaling/overschrijving van genoemde geldbedragen op een rekeningnummer van verdachte en/of zijn mededader, terwijl hij/zij, niet in het bezit was/waren van voornoemde goederen, waardoor aangevers/gedupeerden telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Verbeterde lezing tenlastelegging
De rechtbank heeft vastgesteld dat in de tenlastelegging het bestanddeel “door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels” ontbreekt. De rechtbank moet daarom ambtshalve de vraag beantwoorden of dit kan worden beschouwd als een (kennelijke) misslag en of de tenlastelegging verbeterd kan worden gelezen. De rechtbank onderkent dat het in de tenlastelegging ontbrekende bestanddeel een kernbestanddeel is van het ten laste gelegde (mede)plegen van oplichting. Dat de officier van justitie in de tenlastelegging beoogd heeft om artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) aan verdachte ten laste te leggen, blijkt doordat artikel 326 Sr is aangehaald.
Nu namens verdachte op dit onderdeel geen verweer is gevoerd, volgt dat hij wist waartegen hij zich moest verdedigen. Gelet hierop beschouwt de rechtbank het dan ook als een kennelijke misslag dat dit bestanddeel ontbreekt. De rechtbank zal deze omissie in de tenlastelegging verbeteren in de bewezenverklaring door daaraan de woorden “door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels” toe te voegen. Verdachte is daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Indien in de tenlastelegging (overigens) taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is ook daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 47 en 326 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf van
7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en tot het verrichten van een taakstraf voor de duur van 60 uren, bij niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 30 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een strafmaatverweer gevoerd inhoudende dat, gelet op het bepaalde in artikel 63 Sr en het tijdsverloop in deze strafzaak, volstaan kan worden met oplegging van een taakstraf. Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf heeft gelet op het tijdverloop in deze zaak geen enkele toegevoegde waarde.
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan negentien gevallen van internetoplichting van particulieren. Verdachte heeft, met gebruikmaking van (ten name van zijn medeverdachte gestelde) bankrekeningen, betaalpassen en pincodes, samen met zijn medeverdachte meerdere mensen opgelicht. De werkwijze was daarbij aldus dat op het internet advertenties werden geplaatst waarin goederen werden aangeboden. De suggestie werd daarbij gewerkt dat de goederen daadwerkelijk bij de verkoper aanwezig waren, en klaar stonden voor verzending na ontvangst van betaling. Door de internetadvertenties, de websites en de e-mailwisseling kregen de kopers de indruk dat zij te maken hadden met een betrouwbare verkoper met een goederenvoorraad. Na bevestiging van hun bestelling via die betreffende websites werd door hen geld overgemaakt op de bankrekeningnummers van de medeverdachte. De goederen waarvoor werd betaald werden echter nooit geleverd. Verdachte en zijn medeverdachte hebben zich dit geld toegeëigend. Verdachte heeft met zijn handelen misbruik gemaakt van het door die personen in hem gestelde vertrouwen met als doel (eigen) financieel gewin. Mede door de handelwijze van verdachte zijn meerdere personen financieel gedupeerd. Bovendien heeft verdachte door zijn handelwijze het vertrouwen in de handel via internet in het algemeen schade toegebracht, temeer daar een website als ‘Marktplaats’ een website is waar veel mensen in goed vertrouwen spullen kopen en verkopen.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 26 september 2019(vul de feitaanduidingen in), waaruit blijkt dat verdachte eerder op 1 maart 2017 en op 22 december 2017,(vul de feitaanduidingen in) is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. In dat verband houdt de rechtbank rekening met het bepaalde in artikel 63 Sr. De rechtbank acht het echter waarschijnlijk dat in het geval onderhavige zaak gelijktijdig met die zaak was afgedaan aan verdachte een zwaardere straf zou zijn opgelegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van een rapport van Tactus verslavingszorg (hierna de reclassering) van 24 oktober 2019(vul de feitaanduidingen in). Hierin wordt vermeld dat de recidivekans laag wordt ingeschat. Interventies of toezicht worden niet nodig geacht, aangezien verdachte momenteel een lopend reclasseringscontact heeft en daarnaast al de benodigde behandeling gericht op gokken en delictgedrag heeft gevolgd.
De bewezen geachte feiten zijn gepleegd in november 2013 tot en met mei 2014. Verdachte is op 16 december 2016 voor het eerst gehoord. Op 8 november 2018 is de behandeling van de zaak ter terechtzitting aangehouden. De rechtbank zal op 22 november 2019 uitspraak doen. De rechtbank zal in strafmatigende zin rekening houden met het tijdsverloop in de onderhavige zaak sinds het eerste verhoor van verdachte door de politie 16 december 2016.
De rechtbank zal, anders dan door de officier van justitie gevorderd, geen voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Onder de huidige persoonlijke omstandigheden van verdachte heeft oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf geen toegevoegde waarde.
De rechtbank zal om de ernst van het bewezenverklaarde te benadrukken, aan verdachte een hogere taakstraf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles overwegend acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 120 uur (met vervangende hechtenis als hierna te bepalen) passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

De vorderingen van de benadeelde partijen
Voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, hebben zich de hierna vermelde personen op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partijen vorderen vergoeding van schade en veroordeling van verdachte tot betaling van (telkens) na te melden bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop door hen geld is overgemaakt naar de rekeningnummers van verdachte. Indien dit niet nader wordt gespecificeerd, bestaat de schade steeds uit de post betaalde maar niet geleverde goederen en betreft het materiële schade.
De benadeelde partijen en de hoogte van hun vorderingen zijn/is:
[slachtoffer 3] € 279,-- + wettelijke rente
[slachtoffer 4] € 444,-- + wettelijke rente
[slachtoffer 8]
bestaande uit de posten
betaalde niet ontvangen goed € 404,-- + wettelijke rente
immaterieel: ontgoocheling geen bedrag
[slachtoffer 14] € 250,19 + wettelijke rente
[slachtoffer 17] (vordering 1)
bestaande uit de posten
niet ontvangen goed € 499 + wettelijke rente
vergoeding verlof om aangifte te doen € 100,--
vervoerskosten € 5,--
[slachtoffer 17] (vordering 2)
aankoop handelspand in Rotterdam € 25.000,-- + wettelijke rente
proceskosten € 11.765,10
[slachtoffer 19]
bestaande uit de posten
betaalde niet ontvangen goederen € 1500,-- + wettelijke rente
wettelijke interest van meer dan 4 jaar € 120,--.
Tijdens het verhandelde ter terechtzitting op 8 november 2019 is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17] voor wat betreft de aankoop van een handelspand in Rotterdam ter hoogte van € 25.000,00 (en de daaraan gekoppelde proceskosten) geen schade betreft die betrekking heeft op een aan verdachte tenlastegelegd feit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering van de benadeelde partij:
- [slachtoffer 17] voor wat betreft de aankoop van een handelspand in Rotterdam moet worden afgewezen nu dit geen schade betreft die betrekking heeft op een aan verdachte tenlastegelegd feit,
- [slachtoffer 17] niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van de gevorderde kosten gemaakt om aangifte te doen en vervoerskosten van in totaal € 105,00,
- [slachtoffer 8] niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van (door de rechtbank te bepalen hoogte van) gevorderde immateriële schade.
Deze opgevoerde schadeposten zijn onvoldoende onderbouwd.
Voor het overige kunnen deze vorderingen evenals de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 19] worden toegewezen.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de te vergoeden schadebedragen dienen te worden vermeerderd met wettelijke rente vanaf de pleegdatum, in dit geval de datum waarop het geld op de rekeningen van verdachte is gestort.
De officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
(vul de feitaanduidingen in)
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – in het verlengde van zijn (hiervoor besproken en verworpen) ontvankelijkheidsverweer – primair aangevoerd dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, waar deze afkomstig zijn van Belgische onderdanen.
Subsidiair is aangevoerd dat de vordering van de benadeelde partij:
- [slachtoffer 17] voor wat betreft de aankoop van een handelspand in Rotterdam moet worden afgewezen nu dit geen schade betreft die betrekking heeft op een aan verdachte tenlastegelegd feit,
- [slachtoffer 17] niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van de gevorderde kosten gemaakt om aangifte te doen en vervoerskosten van in totaal € 105,00;
- [slachtoffer 8] niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van (door de rechtbank te bepalen hoogte van) gevorderde immateriële schade;
- [slachtoffer 19] niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van de gevorderde kosten voor “wettelijke interest” van € 120,00.
Deze opgevoerde schadeposten zijn volgens de raadsman onvoldoende onderbouwd.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 19] (voor het overige) gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
Ontvankelijkheid
Nederland heeft de strafvervolging overgenomen. Uit artikel 26 van het Europees verdrag betreffende de overdracht van strafvervolging van 15 mei 1972 volgt naar het oordeel van de rechtbank dat, indien een verzoek tot overname van de strafvervolging wordt ingewilligd, de strafzaak vanaf de aanvang daarvan in al zijn aspecten behandeld dient te worden alsof het een volledig Nederlands strafrechtelijk onderzoek is geweest. Op die gronden zijn de benadeelde partijen ontvankelijk in de door hen in deze strafzaak ingediende vordering tot vergoeding van schade.
[slachtoffer 17] , vordering 2: handelspand
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17] voor wat betreft de aankoop van een handelspand in Rotterdam van € 25.000,00 en proceskosten € 11.765,10 niet-ontvankelijk verklaren nu deze vordering geen betrekking heeft op deze strafzaak.
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 14]
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 14] in hun vordering ontvankelijk en zijn de vorderingen gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de slachtoffers. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk.
Deze vorderingen zullen worden toegewezen.
[slachtoffer 8]
Voor wat betreft de post immateriële schadevergoeding, waarvan de hoogte door de rechter dient te worden bepaald, geldt dat geen concreet bedrag is gevorderd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 8] is voor het overige in de vordering ontvankelijk. Vast is komen te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De vordering zal voor dat overige deel worden toegewezen.
[slachtoffer 17]
De onder de post “vergoeding verlof om aangifte te doen en vervoerskosten” opgevoerde schade is niet onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 17] is voor het overige in de vordering ontvankelijk. Vast is komen te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De vordering zal voor dat overige deel worden toegewezen.
[slachtoffer 19] ,
De door de benadeelde partij berekende wettelijke interest is door of namens verdachte gemotiveerd betwist. Nu rente is verschuldigd op grond van de wet en een gesteld bedrag aan rente geen schade vormt die voor vergoeding in aanmerking komt zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
Voor wat betreft de materiële schade is de benadeelde partij [slachtoffer 19] ontvankelijk in zijn vordering. Vast is komen te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De vordering zal voor het overige worden toegewezen.
Hoofdelijke veroordeling
Nu de verdachte het strafbare feit(vul de feitaanduidingen in)(vul de feitaanduidingen in), ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend (vul de feitaanduidingen in)samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partijen betalen is de verdachte in zoverre jegens (vul de feitaanduidingen in)de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
wettelijke rente
Daar waar gevorderd zal de rechtbank bepalen dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf de pleegdatum, zijnde de afschrijvingsdatum van de rekening van de benadeelden.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c, 22d en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
ontvankelijkheid
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 dagen;
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader [medeverdachte] , tot betaling aan de benadeelde partijen van na te melden bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente:

wettelijke rente

- [slachtoffer 3] € 279,00 vanaf 20 januari 2014
- [slachtoffer 4] € 444,00 vanaf 29 maart 2014
- [slachtoffer 8] € 404,00 vanaf 9 december 2013
- [slachtoffer 14] € 259,00 vanaf 6 april 2014
- [slachtoffer 17] € 499,00 vanaf 5 mei 2014
- [slachtoffer 19] € 1.500,00 vanaf 12 mei 2015
  • veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • bepaalt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 8] en [slachtoffer 17] voor het overige en [slachtoffer 17] ten aanzien van de aankoop van een handelspand in Rotterdam in het geheel
niet-ontvankelijk zijn in hun vordering, en dat de benadeelde partijen de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
- wijst af de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19] ten aanzien van de gevorderde door de benadeelde partij berekende wettelijke interest;
maatregel
- legt de
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van de hier boven nader gespecificeerde bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van nagenoemde bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd zoals hierboven vermeldmet bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van het aantal dagen dat hierna is vermeld zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
aantal dagen vervangende hechtenis
- [slachtoffer 3] € 279,00 5 dagen
- [slachtoffer 4] € 444,00 8 dagen
- [slachtoffer 8] € 404,00 8 dagen
- [slachtoffer 14] € 259,00 5 dagen
- [slachtoffer 17] € 499,00 9 dagen
- [slachtoffer 19] €1.500,00 30 dagen
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed, voorzitter, mr C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 november 2019.
Buiten staat
Mr. M.A.M. Essed is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Een brief van de ING Bank N.V. , pagina 52.
2.Een brief van de ABN AMRO Bank N.V., pagina 63.
3.Een brief van de ING Bank N.V., pagina 57.
4.Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, pagina 35.
5.Pagina’s: 65 tot en met 69, 72, 75 tot en met 81, 83, 85, 93,94 en 96.
6.E-mailberichten pagina 54 tot en met 59.
7.Verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 51 en 52.
8.Verhoor van [slachtoffer 2] pagina 5. Een emailbericht pagina 7.
9.Aangifte internetoplichting aan de politie pagina 137 tot en met 140.
10.E-mailberichten pagina 141 tot en met 165.
11.Verhoor [slachtoffer 4] , pagina 69 en 70.
12.Een bankafschrift pagina 71. Een factuur pagina 72..
13.E-mailberichten pagina 74 tot en met 78.
14.Een aangifte internetoplichting pagina 247.
15.Een bankafschrift pagina 252.
16.E-mailberichten pagina 255 tot en met 262.
17.Aangifte internetoplichting pagina 240 en 241.
18.Een transactieoverzicht pagina 45.
19.Verhoor Th [slachtoffer 7] , pagina 36 en 37.
20.Een bankafschrift pagina 45.
21.E-mailberichten pagina 38 tot en met 44.
22.Verhoor van [slachtoffer 8] , pagina 24.
23.E-mailberichten pagina 25 tot en met 29.
24.Aangifte internetoplichting pagina 205 toten met 207.
25.Een bankafschrift pagina 209.
26.E-mailberichten pagina 210 tot en met 215.
27.Aangifte internetoplichting pagina 263 tot en met 265.
28.Een bankafschrift pagina 267.
29.E-mailberichten pagina 220 tot en met 238.
30.Aangifte internetoplichting pagina 215 en 216.
31.Een bankafschrift pagina 219.
32.Aangifte internetoplichting pagina 175 tot en met 177.
33.Een bankafschrift pagina 179.
34.Aangifte internetoplichting pagina 190 tot en met 192.
35.Een bankafschrift pagina 200.
36.Verhoor [slachtoffer 14] pagia 81 en 82.
37.Een e-mailbericht pagina 86.
38.Pagina 88.
39.Een e-mailbericht pagina 89.
40.Een aangifte internetoplichting pagina 124 tot en met 126.
41.Een bankafschrift pagina 128.
42.Verhoor [slachtoffer 16] pagina 93.
43.Een factuur, pagina 94.
44.Bewijs van betaling pagina 95.
45.E-mailberichten pagina 196 tot en met 103.
46.Aangifte internetoplichting pagina 129 tot en met 131.
47.Transactie overzicht pagina 133.
48.Aangifte internetoplichting pagina 166 tot en met 168.
49.Rekeningoverzicht pagina 170.
50.Verhoor [slachtoffer 19] pagina 108.
51.Bankopdracht pagina 114.