ECLI:NL:RBOVE:2019:4720

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 december 2019
Publicatiedatum
12 december 2019
Zaaknummer
08/710098-18 en 08/203825-16 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meerdere diefstallen en insluiping

Op 12 december 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een 31-jarige man uit Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden voor het plegen van meerdere diefstallen en insluiping. De man, samen met medeverdachten, heeft inbraken gepleegd en heeft zich schuldig gemaakt aan het betalen met een gestolen bankpas. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich op verschillende tijdstippen schuldig heeft gemaakt aan diefstal, waarbij hij en zijn medeverdachten zich toegang tot woningen hebben verschaft door middel van braak of insluiping. De rechtbank heeft de tenlastelegging in detail besproken, waarbij verschillende goederen zijn genoemd die zijn weggenomen, waaronder laptops, telefoons en geldbedragen. De verdachte heeft de feiten ontkend, maar de rechtbank heeft op basis van bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, geconcludeerd dat de verdachte betrokken was bij de diefstallen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn eerdere strafbare feiten. De vordering van de officier van justitie om een gevangenisstraf op te leggen is toegewezen, evenals de schadevergoeding aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer 08/710098-18 en 08/203825-16 (tul) (P)
Datum vonnis: 12 december 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven bij de BRP op het adres:
Kijvelandsekade 1, 3172 AB Poortugaal
feitelijk: zonder vaste woon- of verblijfplaats.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 november 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Weimar en van hetgeen door de (gemachtigde) raadsvrouw mr. D. Greven, advocaat te Borne, naar voren is gebracht. Verdachte is niet ter zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 28 november 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich op verschillende tijdstippen schuldig heeft gemaakt aan een (gekwalificeerde) diefstal, al dan niet in vereniging met een ander of anderen.
Voluit luidt de gewijzigde tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 24 juli 2018 of 25 juli 2018, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Overdinkel, gemeente Losser, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 1] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), heeft/hebben weggenomen
- een laptop (merk Apple);
- geluidsapparatuur;
- autosleutels (van een autobus en/of een personenauto);
- één of meerdere TV schermen;
- een speaker (merk Harman Kardon); en
- een portemonnee, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] en/of [aangever 2] , waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot die woning heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij op of omstreeks 24 juli 2018 of 25 juli 2018 te Overdinkel, gemeente Losser, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, (vanaf de oprit van een woning gelegen aan de [adres 1] ) heeft weggenomen, een personenauto (merk: Ford, kenteken: [kenteken 1] ) en/of een bedrijfsbus (merk: Renault, kenteken: [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] en/of [aangever 2] , terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten te weten door zonder toestemming gebruik te maken van de autosleutel(s) van die [aangever 1] en/of [aangever 2] ;
3.
hij op of omstreeks 21 augustus 2018, in de periode gelegen tussen 00:52 uur en 04:00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Borne, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 2] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), heeft/hebben weggenomen
- drie laptops (merk Apple);
- meerdere telefoonhoesjes;
- vier mobiele telefoons (iPhone 5S en/of twee iPhone's 6 en/of iPhone SE);
- twee computermuizen (merk: Apple);
- een draadloos toetsenbord (merk: Apple);
- meerdere opladers (merk: Apple);
- twee paar oordopjes (merk: Apple);
- een PlayStation (merk: Sony) en/of bijbehorende controllers en/of spellen;
- een tablet (merk: iPad);
- twee smartwatches (merk: Apple);
- twee horloges (o.a. van het merk: Diesel);
- een docking station (merk: Apple);
- een zonnebril (merk: Brunotti);
- oplader van een elektrische fiets (merk: Sparta)
- huissleutels en
- een geldbedrag ter waarde van 1550 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] en/of [aangever 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot die woning heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
4.
hij op of omstreeks 17 augustus 2018, omstreeks 2:15 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te Hengelo, gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een hotelkamer aan [adres 3] (kamer [nummer 1] ) heeft weggenomen - een comptertas; - een mobiele telefoon en/of - een portemonnee met inhoud (bankpas), in elk geval enig goed,dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 5] , terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming en/of insluiping;
5.
hij op of omstreeks 17 augustus 2018 te Gronau (Duitsland), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 20 euro, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutel, te weten een of
meer gestolen en/of onrechtmatig verworven bankpas(sen) toebehorende aan die [aangever 5] ;
6.
hij op 25 juli 2018 en/of op 19 augustus 2018, te Overdinkel, gemeente Losser, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een opslagruimte behorende bij [sportclub] , gelegen op/aan [adres 4] , heeft weggenomen: gereedschap, te weten:
- één of meer (accu)boormachines;
- een bladblazer;
- één of meer lasapparaten en/of
- één of meer slijpers,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [sportclub] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
7.
primair
hij op of omstreeks 18 augustus 2018 te Zwijndrecht, in ieder geval in Nederland, een geldbedrag en enige goederen, te weten sierraden; een computer (Asus) en/of een telefoon (Motorola), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 6] , heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode van 18 augustus 2018 tot en met 21 augustus 2018 te Hendrik Ido Ambacht en/of Zwijndrecht en/of Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (op verschillende tijdstippen,) in elk geval eenmaal, (telkens) een geldbedrag en/of sieraden (één of meer ringen, één of meer armbanden, één of meer kettingen, één of meer oorbellen, een tablet (Asus), een telefoon (Motorola)), althans één of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat voornoemde goed(eren) (telkens) wist(en) of had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

Feiten 1, 2, 3, 6 en 7 primair
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in de bijlage van dit vonnis zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Feit 4 en 5
4.4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.5
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd. Eveneens kan er geen sprake zijn van medeplegen nu er geen sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking met de medeverdachten. Verdachte dient daarom integraal te worden vrijgesproken.
4.6
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van het proces-verbaal van de politie en het onderzoek ter terechtzitting vast dat op 17 augustus 2018 goederen zijn weggenomen uit een hotelkamer van het [hotel] te Hengelo (O), waar aangever [aangever 5] (hierna: aangever) op dat moment verbleef. Aangever heeft hierover onder meer verklaard hij op 17 augustus 2018 in zijn hotelkamer was en de balkondeur van zijn kamer open had laten staan. Toen aangever 's ochtends wakker werd kwam hij tot de ontdekking dat zijn computertas, zijn mobiele telefoon van het merk Samsung, zijn portemonnee, zijn bankpas en de autosleutel van zijn Fiat weg waren. Toen aangever zijn bankpas wilde blokkeren kreeg hij van een medewerker van de bank te horen dat met zijn bankpas contactloos was gepind bij een tankstation in Gronau, Duitsland. Door de politie zijn camerabeelden bekeken van het hotel. Op deze camerabeelden is onder meer aangever te zien terwijl hij over de gang naar zijn hotelkamer loopt. Aangever draagt op dat moment een computertas bij zich. Op de camerabeelden is verder te zien dat door twee personen bij het hotel wordt ingecheckt. Verder is op de camerabeelden te zien dat later op de avond twee mannen over de gang lopen en een hotelkamer aan dezelfde zijde als de kamer van aangever binnengaan. Even later voegt zich een derde man bij hen. Deze kamers hebben een gedeelde balkon zonder tussenschotten. Wanneer de mannen de hotelkamer verlaten draagt één van de mannen een zelfde soort computertas als die van aangever bij zich. Verdachte wordt door de politie herkend als één van de mannen die inchecken bij het hotel en één van de mannen die de hotelkamer ingaan. De andere mannen worden herkend als de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Medeverdachte [medeverdachte 2] wordt door de politie herkend als de man die de computertas bij zich draagt. Binnen een tijdspanne van ongeveer 50 minuten zijn verdachte en medeverdachten ingecheckt en weer vertrokken. Uit track en trace gegevens van de personenauto die door de verdachte en de medeverdachten werd gebruikt blijkt onder meer dat de personenauto op 17 augustus 2018 bij het [hotel] in Hengelo (O) is geweest en vanuit daar naar een adres in Gronau, Duitsland rijdt. Dit adres is in de nabijheid van een tankstation.
Verdachte ontkent bij de politie dat hij betrokken is geweest bij een diefstal. Verdachte heeft onder meer verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 1] een keer een Samsung telefoon en een Fiat autosleutel uit een kamer bij het [hotel] heeft gestolen. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft bij de politie onder meer verklaard dat hij met verdachte in een kamer bij het [hotel] in Hengelo (O) is geweest. Verdachte zou toen even naar buiten zijn geweest.
De rechtbank acht de ontkenning van verdachte over zijn betrokkenheid bij de tenlastegelegde feiten ongeloofwaardig. Verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] hebben ingecheckt met het valselijk gebruik van het paspoort van de vader van [medeverdachte 1] . Verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gaan naar de hotelkamer. Verdachte en [medeverdachte 1] zijn even weggeweest. Gedrieën vertrekken zij, met zichtbare medeneming van een computertas en zijn vervolgens te zien op de parkeerplaats. De rechtbank neemt aan dat dit de gelegenheid is geweest waarbij [medeverdachte 1] , volgens verdachte, een Samsung telefoon en Fiat autosleutel heeft weggenomen nu dit overeenkomt met de aangifte. [medeverdachte 1] zou volgens verdachte gezegd hebben dat ze snel weg moesten omdat hij een autosleutel had gestolen. Binnen het tijdsbestek van een uur na inchecken zijn verdachte en zijn medeverdachten vertrokken. Verdachte weet dan dat er goederen gestolen werden en is vervolgens samen met de medeverdachten met de goederen vertrokken. Vervolgens is binnen een uur later met de gestolen bankpas € 20,-- contactloos gepind. Verdachte is dan ook betrokken bij het wegnemen van de goederen. De rechtbank is, gelet op het vorenstaande en op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Uit de wijze waarop de feiten hebben plaatsgevonden kan worden afgeleid dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking zodat de rechtbank het medeplegen wettig en overtuigend bewezen acht.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
4.7
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op
of omstreeks24 juli 2018
of 25 juli 2018, in elk gevalgedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Overdinkel, gemeente Losser,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan [adres 1] ,
alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),heeft
/hebbenweggenomen
- een laptop (merk Apple);
- geluidsapparatuur;
- autosleutels (van een autobus en een personenauto);
- meerdere TV schermen;
- een speaker (merk Harman Kardon); en
- een portemonnee,
in elk geval enig goed, datdie geheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededaders toebehoorden, te weten aan [aangever 1] en
/of[aangever 2] , waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot die woning
heeft/hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
2.
hij op
of omstreeks24 juli 2018
of 25 juli 2018te Overdinkel, gemeente Losser, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, (vanaf de oprit van een woning gelegen aan de [adres 1] ) heeft weggenomen, een personenauto (merk: Ford, kenteken: [kenteken 1] ) en
/ofeen bedrijfsbus (merk: Renault, kenteken: [kenteken 2] ),
in elk geval enig goed, datdie geheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededaders toebehoorden, te weten aan [aangever 1] en
/of[aangever 2] , terwijl verdachte en
/ofzijn mededaders
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel,
te wetente weten door zonder toestemming gebruik te maken van de autosleutel(s) van die [aangever 1] en
/of[aangever 2] ;
3.
hij op
of omstreeks21 augustus 2018,
in de periode gelegen tussen 00:52 uur en 04:00 uur, in elk gevalgedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Borne,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond,gelegen aan [adres 2] ,
alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),heeft
/hebbenweggenomen
- drie laptops (merk Apple);
- meerdere telefoonhoesjes;
- vier mobiele telefoons (iPhone 5S en twee iPhone's 6 en iPhone SE);
- twee computermuizen (merk: Apple);
- een draadloos toetsenbord (merk: Apple);
- meerdere opladers (merk: Apple);
- twee paar oordopjes (merk: Apple);
- een PlayStation (merk: Sony) en bijbehorende controllers en/of spellen;
- een tablet (merk: iPad);
- twee smartwatches (merk: Apple);
- twee horloges (o.a. van het merk: Diesel);
- een docking station (merk: Apple);
- een zonnebril (merk: Brunotti);
- oplader van een elektrische fiets (merk: Sparta)
- huissleutels en
- een geldbedrag ter waarde van 1550 euro,
in elk geval enig goed, geheel of ten delegeheel toebehorende aan [aangever 3] en/of [aangever 4] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
szich de toegang tot die woning
heeft/hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
4.
hij op
of omstreeks17 augustus 2018,
omstreeks 2:15 uur, in elk gevalgedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te Hengelo, gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een hotelkamer aan [adres 3] (kamer [nummer 1] ) heeft weggenomen
- een computertas;
- een mobiele telefoon en
- een portemonnee met inhoud (bankpas),
in elk geval enig goed,die geheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan [aangever 5] , terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van
inklimming en/ofinsluiping;
5.
hij op
of omstreeks17 augustus 2018 te Gronau (Duitsland), tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 20 euro,
althans enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders dat weg te nemen goed onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een gestolen
of meer gestolen en/of onrechtmatig verworvenbankpas
(sen)toebehorende aan die [aangever 5] ;
6.
hij op 25 juli 2018 en
/ofop 19 augustus 2018, te Overdinkel, gemeente Losser,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een opslagruimte behorende bij [sportclub] , gelegen
op/aan [adres 4] , heeft weggenomen: gereedschap, te weten:
- meerdere (accu)boormachines;
- een bladblazer;
- één lasapparaat en
/of
-
één ofmeerdere slijpers,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [sportclub] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
7.
primair.
hij op of omstreeks 18 augustus 2018
te Zwijndrecht, in ieder gevalin Nederland, een geldbedrag en enige goederen, te weten sieraden, een computer (Asus) en
/ofeen telefoon (Motorola),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een anderdie toebehoorden,
te wetenaan [aangever 6] , heeft weggenomen, met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5,
feit 6 en feit 7 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 3
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
feit 2, feit 5
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
feit 4
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van insluiping.
feit 6
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd.
feit 7 primair
het misdrijf: diefstal.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht, nu zij een vrijspraak van feit 4 en feit 5 heeft bepleit, een lagere gevangenisstraf op te leggen van ten hoogste 20 maanden waarbij ook rekening dient te worden gehouden met de meewerkende houding van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere inbraken in vereniging. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van insluiping en is gebruik gemaakt de gestolen bankpas door daar mee te betalen. Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van goederen van zijn vriendin, waarbij hij misbruik heeft gemaakt van het door haar in hem gestelde vertrouwen. Verdachte heeft er bij het plegen van deze misdrijven blijk van gegeven andermans eigendomsrechten niet te respecteren, geen rekening te houden met de gevoelens van de slachtoffers en alleen maar aan zijn eigen financieel gewin te denken. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 17 oktober 2019. Daaruit blijkt dat verdachte meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen, onder meer voor gelijksoortige delicten. Verdachte liep in verband met een eerdere veroordeling nog in een proeftijd. Desondanks heeft dit hem er niet van weerhouden om nieuwe strafbare feiten te plegen.
De rechtbank heeft daarnaast gelet op het reclasseringsadvies van 30 oktober 2019, opgemaakt door M. Schuur, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland. Uit het reclasseringsadvies blijkt onder meer, zakelijk weergegeven, dat bij verdachte sprake is van complexe en hardnekkige problematiek. Al vele jaren heeft de reclassering geprobeerd om verdachte te begeleiden en kansen te geven. In het ambulante kader zijn alle toezichten met (klinische) behandeling mislukt. De reclassering ziet thans geen behandelmogelijkheden meer. De kans op recidive is hoog. Er zijn slechts risicofactoren en geen beschermende factoren. De reclassering adviseert oplegging van een onvoorwaardelijke straf.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het door verdachte erkende ad informandum gevoegde feit (voorhanden hebben van een gaspistool en munitie), zoals op de dagvaarding is vermeld en welk feit hiermee is afgedaan.
De rechtbank heeft tenslotte rekening gehouden met het bepaalde in artikel 63 Sr.
Alles afwegende acht de rechtbank een straf zoals door de officier van justitie is geëist, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
[aangever 1]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 677,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- parkeerkosten slachtofferhulp € 6,50;
- reiskosten slachtofferhulp € 21,17;
- eigen risico verzekering € 250,-.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 400,- gevorderd.
[aangever 5]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij heeft geen bedrag voor schadevergoeding gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de vordering van [aangever 1] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade die ziet op de post “eigen risico verzekering” moet worden afgewezen omdat die onvoldoende is onderbouwd. De officier van justitie heeft gevorderd dat een schadevergoeding zal worden toegewezen voor het overige deel van de materiële schade en daarnaast de immateriële schade, plus de wettelijke rente.
Ten aanzien van de vordering van [aangever 5] heeft de officier van justitie gevorderd dat een bedrag van € 20,- zal worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van [aangever 1] heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de gevorderde materiële schade die ziet op de post “eigen risico verzekering” moet worden afgewezen omdat die onvoldoende is onderbouwd. De posten “parkeerkosten slachtofferhulp” en “reiskosten slachtofferhulp” acht de raadsvrouw toewijsbaar. De gevorderde immateriële schade kan niet worden toegekend, nu geen in de psychiatrie erkend ziektebeeld is vastgesteld.
Ten aanzien van de vordering van [aangever 5] heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat die onvoldoende is onderbouwd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
[aangever 1]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten onder 1 en 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De gevorderde schade ten aanzien van de posten “parkeerkosten slachtofferhulp” en “reiskosten slachtofferhulp” zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De gevorderde schade ten aanzien van de post “eigen risico” is onvoldoende onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij zal voor de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard nu het een vermogensdelict betreft en ten aanzien van de psychische gevolgen geen in de psychiatrie erkend ziektebeeld is geconstateerd, althans heeft de benadeelde partij dit niet onderbouwd. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[aangever 5]
De gevorderde schade is niet geconcretiseerd en niet onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [aangever 1] heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.

9.De vordering tenuitvoerlegging

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 19 januari 2017, gewezen door de politierechter te Almelo, parketnummer 08/203825-16, is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 4 weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren
De officier van justitie heeft tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gevorderd.
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 en feit 7 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 en feit 7 primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en feit 3
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
feit 2, feit 5
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
feit 4
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van insluiping.
feit 6
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd.
feit 7 primair
het misdrijf: diefstal.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 en
feit 7 primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 1](feiten 1 en 2): van een bedrag van € 27,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2018, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 27,67,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2018, ten behoeve van de benadeelde
[aangever 1], met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 1 (een) dag zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij
  • bepaalt dat de benadeelde partij
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Almelo van 19 januari 2017 met parketnummer 08/203825-16 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
4 weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. F. van der Maden en
mr. C. Verdoold, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 december 2019.
Buiten staat
Mr. F. van der Maden is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit de dossiers van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2018333635. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1 en feit 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , mede namens [aangever 2] , van
25 juli 2018, pagina’s 213 t/m 222, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
2.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , van 10 december 2018, pagina’s 105 t/m 108, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
3.
Het proces-verbaal van verhoor minderjarige medeverdachte [medeverdachte 2] , van 10 december 2018, pagina’s 52 t/m 56, voor zover inhoudende de verklaring van de medeverdachte.
Feit 3
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , mede namens [aangever 4] , van
25 juli 2018, pagina’s 319 t/m 331, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
2.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , van 10 december 2018, pagina’s 105 t/m 108, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , van 7 januari 2019, pagina’s 368 t/m 371, voor zover inhoudende de verklaring van de getuige.
Feit 4 en feit 5
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] , van 20 augustus 2018, pagina’s 408 t/m 411, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op vrijdag 17 augustus 2018, omstreeks 00:30 uur, bevond ik mij in het hotel [hotel]
in Hengelo (ov), gelegen aan [adres 3] . Ik ben omstreeks 00:30 uur op genoemde dag, datum en tijdstip naar mijn hotelkamer gegaan. Mijn kamer bevond zich achterin het hotel en had nummer [nummer 1] . Toen ik naar mijn hotelkamer liep had ik een computertas en nog een andere tas bij mij. Ik had mijn spullen neergezet in de kamer en heb toen de balkondeur open gedaan. Het balkon van mijn hotelkamer moest ik delen met enkele andere hotelkamers. Vanmorgen, omstreeks 09:30 uur, werd ik wakker en ik kwam tot de ontdekking dat mijn computertas weg was. Mijn mobiele telefoon was weg en ik zag dat mijn portemonnee weg was. Ook kwam ik tot de ontdekking dat mijn autosleutel van mijn sleutelbos afgehaald is. Op zaterdag 18 augustus 2018, ben ik bij de SNS-bank geweest om mijn pinpas te blokkeren. Deze is ook gestolen en derhalve wilde ik de pas gaan blokkeren. Ik hoorde van een bankmedewerker dat er, na de diefstal, contactloos mee is gepind bij een tankstation in Gronau, Duitsland. Volgens de bankmedewerker was er voor een bedrag van 20,00 euro getankt in Duitsland. Bijlage goederen: Telefoon, Samsung, computertas en computer (Asus), Portemonnee, Autosleutel aab, Fiat Panda,
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlage, opgemaakt door verbalisant
[verbalisant 1] , van 17 augustus 2018, pagina’s 415 t/m 424, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Ik hoorde de aangever zeggen dat hij het slot aan de binnenkant op de deur had gedaan, de lamp aan had gelaten en dat hij de balkondeur open had laten staan in verband met de benauwde temperatuur. Ik zag dat het balkon gedeeld werd met meerdere hotelkamers, zonder tussenschotten. Ik ben, na het opnemen van de aangifte, samen met mijn collega naar de receptie gelopen van het hotel. Daar aangekomen, hoorden wij de beveiliging zeggen dat zij reeds op de hoogte waren en de camerabeelden al hadden bekeken. Het personeel van
de beveiliging liet de beelden zien aan mijn collega en mij en daarop zag ik dat de
aangever omstreeks 00:30 uur naar zijn hotelkamer loopt, zoals de aangever ook
verklaard had. Ik zag dat de aangever twee tassen in zijn rechterhand had, namelijk
een computertas en een soort van papieren tas. Later diezelfde nacht, omstreeks 02:15 uur, zag ik twee mannen door de gang lopen. Daarmee bedoel ik de gang waar de aangever ook zijn hotelkamer heeft. Ik zag dat deze twee mannen iets verder in de gang een hotelkamer naar binnen gingen, aan dezelfde zijde als de aangever. Daarbij zag ik dat het of een kamer was direct naast de aangever, of twee naast de kamer van de aangever. Van deze kamers weet ik zeker dat deze hetzelfde, gedeelde balkon hebben als de aangever. Kort nadat de twee mannen de hotelkamer binnen zijn gegaan, zag ik dat een (1) van de mannen terug loopt over de gang en even later met een andere man weer naar de hotelkamer loopt. Mogelijk heeft deze man dus een andere man opgehaald en waren zij met drie personen in de
hotelkamer, vlak bij de hotelkamer van de aangever. Ik zag dat de man, die als laatste
persoon op de hotelkamer kwam, bij aankomst niets in zijn handen had. Op de beelden zag ik, omstreeks 03:00 uur, de drie mannen de hotelkamer uit komen. Ik zag dat de man, die als laatste persoon de hotelkamer op kwam, een zwarte computertas in zijn handen had. Van deze beelden heb ik een foto gemaakt met mijn diensttelefoon. De aangever heeft verklaard dat zijn computertas, met inhoud, is gestolen en ik zag de aangever met een computertas naar zijn hotelkamer lopen op de camerabeelden. Ik zag dat de persoon, die als laatste de hotelkamer op kwam, een zelfde soort computertas in zijn handen had toen hij de hotelkamer verliet. Bij betere bestudering van de beelden, en de politiefoto in ons systeem, herkende ik de persoon als [medeverdachte 2] . Toen mijn collega en ik bij de beveiliging stonden om de camerabeelden te bekijken, zag ik dat twee personen omstreeks 02:10 uur ingecheckt hebben bij het hotel. Ik zag dat dit de twee personen waren die als eerste in de hotelkamer kwamen, naast de hotelkamer van de aangever. Ik heb van deze beelden twee foto's gemaakt met mijn diensttelefoon en voeg ik bij dit proces-verbaal van bevindingen. Ik herken beide personen als [medeverdachte 1] en [verdachte] .
3.
Het proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte [medeverdachte 2] , van 11 december 2018, pagina’s 62 t/m 74, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de medeverdachte:
V: Ben je wel eens bij [hotel] in Hengelo geweest? A: Klopt, 1 keer. Dit was samen met [medeverdachte 1] en [verdachte] . A: Volgens mij was het in de avond. Volgens mij had [verdachte] een kamer geboekt. We wilden gaan slapen. V: Zijn jullie de hele tijd bij elkaar geweest?
A: [medeverdachte 1] en [verdachte] zijn even buiten geweest.
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , van 10 december 2018, pagina’s 105 t/m 108, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
U vraagt mij naar een diefstal bij [hotel] . Ik sliep wel eens met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij [hotel] . Ik weet wel dat [medeverdachte 1] eens een telefoon uit een kamer bij [hotel] in Hengelo heeft gestolen toen wilde hij heel snel weg omdat hij ook een autosleutel had gestolen. Dit was een Fiat sleutel en een Samsung telefoon.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , van 6 december 2018, pagina’s 458 t/m 462, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van diefstal uit een slaapkamer van het [hotel] , gevestigd aan [adres 3] heb ik een nader onderzoek ingesteld. De diefstal is gepleegd op 17 augustus 2018 tussen 00:30 en 09:30 uur. Uit onderzoek is gebleken dat de bestuurder en de inzittenden van de personenauto getekend [kenteken 3] , betrokken zijn geweest bij deze diefstal. Uit de hotelkamer is onder andere een laptop en een bank pinpas van de aangever weggenomen. Met de pinpas is later in Gronau te Duitsland voor 20.- euro contactloos betaald bij een tankstation. De inzittenden van de genoemde personenauto zijn later aangehouden voor andere strafbare feit (en). Ik verbalisant, heb een onderzoek gedaan naar de Track en Trace gegevens van de personenauto. Ik verbalisant, merk op dat bij deze diefstal camerabeelden ter beschikking zijn gesteld ten behoeve voor het onderzoek. Hierbij zijn een drietal verdachten herkend, [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . GPS Tracker: [kenteken 3] Fabia Adres: Hotel [hotel] , [adres 3] Hengelo, Netherlands Aangekomen: 17-08-2018 01:10:32 Vertrokken: 17-08-2018 02:11:29 Duur: 1 u 57 s. Opmerking verbalisant: Genoemd kenteken staat vermoedelijk bij het [hotel] te Hengelo. GPS Tracker: [kenteken 3] Fabia Adres: [adres 5] Gronau, Germany Aangekomen: 17-08-2018 02:41:57 Vertrokken: 17-08-2018 02:57:55 Duur: 15 min 58 s Opmerking verbalisant: Genoemd kenteken staat in de nabije omgeving van het [tankstation] gevestigd aan de [adres 5] Gronau, Duitsland.
Feit 6
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] , namens [sportclub] , van
2 augustus 2018, pagina’s 463 t/m 466, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] , namens [sportclub] , van
20 augustus 2018, pagina’s 476 t/m 478, voor zover inhoudende de verklaring van aangever.
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , van 10 december 2018, pagina’s 105 t/m 108, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
4.
Het proces-verbaal van verhoor minderjarige medeverdachte [medeverdachte 2] , van 10 december 2018, pagina’s 52 t/m 56, voor zover inhoudende de verklaring van de medeverdachte.
Feit 7
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] , van 20 augustus 2018, pagina’s 528 t/m 541, voor zover inhoudende de verklaring van aangeefster.
2.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , van 11 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.