ECLI:NL:RBOVE:2019:4956

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
21 januari 2020
Zaaknummer
7642364 \ CV EXPL 19-1057
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake kredietovereenkomst en ambtshalve toetsing met terugbetaling en proceskostenveroordeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is op 24 september 2019 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen het openbaar lichaam Stadsbank Oost Nederland en een gedaagde partij die niet is verschenen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 16 juli 2019, waarin de kantonrechter Stadsbank de gelegenheid gaf om een berekening te overleggen van de door de gedaagde betaalde kosten en rente. Stadsbank heeft in haar akte aangegeven dat het verstrekte krediet € 2.384,97 bedroeg, en dat de gedaagde een bedrag van € 376,42 aan aflossing en € 324,54 aan kredietvergoeding heeft betaald.

De kantonrechter heeft op basis van deze informatie de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van het openstaande krediet, verminderd met de aflossing en de onverschuldigd betaalde kredietvergoeding. Dit resulteert in een te betalen bedrag van € 1.684,01. Daarnaast is de gedaagde als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Stadsbank, die zijn begroot op € 768,63. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

De uitspraak is gedaan door de kantonrechter S.J.S. Groeneveld - Koekkoek en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 7642364 \ CV EXPL 19-1057
Vonnis van 24 september 2019
in de zaak van
het openbaar lichaam
STADSBANK OOST NEDERLAND,
wonende te Enschede,
eisende partij, hierna te noemen Stadsbank,
gemachtigde: Deurwaarders- en Incassobureau Enschede BV,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 juli 2019
- de akte na tussenvonnis van Stadsbank.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen in voormeld vonnis is overwogen en beslist.
2.2.
Bij tussenvonnis van 16 juli 2019 heeft de kantonrechter Stadsbank in de gelegenheid gesteld een berekening te overleggen van hetgeen De Goot heeft betaald aan kosten en rente.
2.3.
Bij akte heeft Stadsbank gesteld dat het verstrekte krediet € 2.384,97 bedroeg en dat [gedaagde] een bedrag van € 376,42 aan aflossing en een bedrag van € 324,54 aan kredietvergoeding heeft betaald.
2.4.
De kantonrechter zal op grond van hetgeen is overwogen in het vonnis van 16 juli 2019 [gedaagde] veroordelen tot terugbetaling van € 1.684,01 (€ 2.384,97 – € 376,42 –
€ 324,54) aan openstaand krediet verminderd met de aflossing en de onverschuldigd betaalde kredietvergoeding.
2.5.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stadsbank worden begroot op:
- dagvaarding € 102,63
- griffierecht € 486,00
- salaris gemachtigde €
180,00(1 punt x tarief € 180,00)
Totaal € 768,63.

3.Beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Stadsbank tegen bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 1.684,01;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Stadsbank, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 768,63;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2019. (SK)