ECLI:NL:RBOVE:2019:4961

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juli 2019
Publicatiedatum
22 januari 2020
Zaaknummer
7615615 \ CV EXPL 19-1573
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van opschorting van sportschoolabonnement en onredelijkheid van algemene voorwaarden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 16 juli 2019, staat de eisende partij, Basic Fit Nederland B.V., tegenover een gedaagde partij die niet is verschenen. De zaak betreft een geschil over een sportschoolabonnement en de rechtmatigheid van de opschorting van de overeenkomst door Basic Fit. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van Basic Fit beoordeeld, met name de bepaling die het recht op opschorting regelt bij non-betaling. De kantonrechter oordeelt dat de opschorting op grond van een beding in de algemene voorwaarden niet is toegestaan, omdat deze als onredelijk bezwarend wordt beschouwd. De rechter stelt vast dat de eisende partij de overeenkomst had moeten beëindigen na een opschortingstermijn van drie maanden, in plaats van de toegang tot de faciliteiten voor onbepaalde tijd te ontzeggen. De kantonrechter heeft de vordering van Basic Fit voor een deel toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 135,92, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De rechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat deze voldoen aan de wettelijke eisen. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de kantonrechter heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 7615615 \ CV EXPL 19-1573
Vonnis van 16 juli 2019
in de zaak van
de maatschap
BASIC FIT NEDERLAND B.V.,
H.O.D.N. BASIC-FIT DEVENTER BOREELPLEIN,gevestigd te Hoofddorp,
eisende partij, hierna te noemen Basic Fit,
gemachtigde: Snijder Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van 30 april 2019
- de akte van Basic Fit van 27 mei 2019.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen in voormeld vonnis is overwogen en beslist.
2.2.
Bij tussenvonnis van 30 april 2019 heeft de kantonrechter Basic Fit in de gelegenheid gesteld om het waarschuwingsbericht te overleggen en zich uit te laten over de mogelijke onredelijkheid de algemene voorwaarde waarin de opschortingsbevoegdheid is geregeld en over de vraag per wanneer de overeenkomst is beëindigd.
2.3.
Bij akte heeft Basic Fit de algemene voorwaarden overgelegd.
In artikel 6f van de algemene voorwaarden is opgenomen:
“Indien we je betaling om wat voor reden dan ook niet kunnen incasseren(bijv. stornering, onvoldoende saldo, etc.), dan sturen we de incasso nogmaals naar je bank. Als je niet aan je betalingsverplichting voldoet, zal je Basic-Fit pas worden geblokkeerd totdat aan de betalingsverplichting is voldaan.”
2.4.
Basic Fit heeft gesteld dat er geen sprake is van een onredelijk bezwarend beding. Volgens Basic Fit is [gedaagde] namelijk niet meer verplicht dan waartoe hij gehouden was op grond van de overeenkomst. Verder heeft Basic Fit gesteld dat zij de toegang niet heeft geweigerd, omdat direct bij betaling de toegang weer zou worden verleend.
2.5.
[gedaagde] is consument. Basic Fit beroept zich op een beding dat is opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. De kantonrechter dient op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. 4 juni 2009, C 243/08) ambtshalve te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is.
2.6.
Basic Fit heeft haar vordering deels gebaseerd op de bepaling van haar algemene voorwaarden waarbij ingeval van non-betaling van [gedaagde] Basic Fit het recht heeft om [gedaagde] de toegang tot de faciliteiten te ontzeggen tot het moment dat [gedaagde] geheel aan die betalingsverplichting heeft voldaan.
2.7.
Een bepaling in de algemene voorwaarden als hier aan de orde komt de kantonrechter onredelijk bezwarend voor, met name omdat op grond van die bepaling Basic Fit het recht toekomt, waarvan zij in dit geval blijkens de dagvaarding ook gebruik maakt, de schuldenaar ([gedaagde]) de toegang tot de faciliteiten te ontzeggen zolang niet de over die gehele periode (van een jaar) verschuldigde contributie voldaan is, een opschortingsrecht dus. Dit terwijl uit niets blijkt dat wanneer de schuldenaar de contributie over de gehele (minimale) contractsperiode voldoet, deze het recht (her)krijgt op toegang tot de faciliteiten van Basic Fit, ook voor de duur van de in verband met de opschorting gemiste periode. Het voorgaande betekent dat voormelde bepaling [gedaagde] niet bindt en dat de vordering voor zover die op deze bepaling is gebaseerd niet kan worden toegewezen.
2.8.
Op grond van de wet is Basic Fit gerechtigd om haar verplichting uit de overeenkomst op te schorten vanwege het niet betalen van de contributie. De uitoefening van deze bevoegdheid mag evenwel niet het karakter krijgen van een boete, doordat Basic Fit haar prestatie voor onbepaalde tijd opschort zonder na een redelijke termijn over te gaan tot ontbinding van de overeenkomst. De kantonrechter acht hierbij een opschortingstermijn van drie maanden redelijk.
2.9.
Dit leidt ertoe dat [gedaagde], naast de periode tot datum opschorting, zijnde 18 oktober 2017, nog drie maanden gehouden is om de contributie te voldoen. Dat leidt ertoe dat [gedaagde] € 95,92 (€ 23,98 + € 71,94 (3 x € 23,98)) aan Basic Fit dient te betalen. De hoofdsom zal dan ook tot het bedrag van € 95,92 worden toegewezen.
2.10.
Basic Fit heeft subsidiair ontbinding van de overeenkomst gevorderd en betaling van de resterende termijnen als schadevergoeding indien en voor zover nakoming onmogelijk is. Aangezien het beroep op nakoming deels is gehonoreerd, komt de kantonrechter niet toe aan de subsidiaire vordering.
2.11.
Nu een deel van de vordering niet toewijsbaar is gebleken, Basic Fit de renteberekening niet heeft gespecificeerd en het niet aan de kantonrechter is om een correcte renteberekening te maken, zal de wettelijke rente worden toegewezen als na te melden.
2.12.
Basic Fit maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Basic Fit heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
2.13.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld met dien verstande dat het salaris zal worden afgestemd op de vordering zoals die toewijsbaar is gebleken. De kosten aan de zijde van Basic Fit worden begroot op:
- dagvaarding € 85,18
- griffierecht € 121,00
- salaris gemachtigde €
36,00(1 punt x tarief € 36,00)
Totaal € 242,18.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] tegen bewijs van kwijting aan Basic Fit te betalen een bedrag van € 135,92, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over
€ 95,92 vanaf 12 maart 2019 tot de dag van algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Basic Fit, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 242,18;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2019. (SK)