In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 11 december 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiseres], en haar werkgever, Restaurant Vrijdag B.V. De werknemer had een arbeidsovereenkomst met Restaurant Vrijdag en was sinds 31 oktober 2017 arbeidsongeschikt na een verkeersongeluk. De werkgever had het loon van de werknemer vanaf 1 augustus 2019 stopgezet, met de stelling dat de werknemer niet meewerkte aan haar re-integratie. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet aannemelijk had gemaakt dat de werknemer niet voldeed aan haar re-integratieverplichtingen. De kantonrechter stelde vast dat de werknemer voldoende bereikbaar was en zich had ingespannen om passende arbeid te verrichten. De werkgever had de loonopschorting onterecht toegepast, omdat de werknemer zich aan de regels bij ziekte had gehouden. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer recht had op doorbetaling van haar loon, waarbij de hoogte van het loon was gebaseerd op de cao Horeca & Catering. De kantonrechter wees de vordering van de werknemer toe tot een bedrag van € 5.211,12, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente. Daarnaast werd de werkgever veroordeeld in de proceskosten. In reconventie werd de vordering van de werkgever tot terugbetaling van loon afgewezen, maar de werknemer werd wel verplicht om de telefoongegevens van de veroorzaker van het verkeersongeval te verstrekken.