ECLI:NL:RBOVE:2019:5227

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 maart 2019
Publicatiedatum
13 mei 2020
Zaaknummer
08/950229-13 en 08/910033-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en bezit van dierenporno met slachtoffers uit Roemenië en Polen

De rechtbank Overijssel heeft op 1 maart 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 53-jarige man, die werd beschuldigd van mensenhandel en het bezit van dierenporno. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden. Hij had samen met anderen twee Roemeense vrouwen en een Poolse vrouw naar Nederland gehaald, waar zij als prostituees moesten werken. De slachtoffers verkeerden in slechte economische omstandigheden en waren volledig afhankelijk van de man en zijn medeverdachten. Ze spraken de taal niet, hadden geen eigen huisvesting en geen sociaal vangnet. De rechtbank oordeelde dat de man de slachtoffers financieel had uitgebuit, aangezien zij een aanzienlijk deel van hun inkomsten aan hem moesten afstaan. Naast de gevangenisstraf werd de man ook veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van ruim 9000 euro aan de slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de feiten bewezen waren, met uitzondering van enkele onderdelen van de tenlastelegging, waarvoor de man werd vrijgesproken. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, die als een vorm van moderne slavernij worden beschouwd, en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers : 08/950229-13 en 08/910033-15 (P)
Datum vonnis: 1 maart 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1966 in [geboorteplaats] ,
woonadres: [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 maart 2015, 3 juni 2015, 18 augustus 2015, 24 november 2015, 20 januari 2016,
16 maart 2018, 27 juni 2018, 22 januari 2019 en 4 februari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. drs. D.M. Noordzij.
De verdachte is na aanhouding van de zaken op 27 juni 2018 niet meer ter terechtzitting verschenen.

2.De tenlastelegging

De feiten op de gevoegde dagvaardingen zijn - ter bevordering van de leesbaarheid van het vonnis - door de rechtbank doorgenummerd 1 tot en met 6.
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich, samen met één of meer ander(en), heeft schuldig gemaakt aan:
feit 1, 2 en 3:mensenhandel, samen met één of meer ander(en) gepleegd ten aanzien van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en/of één of meer (andere) vrouw(en);
feit 4:oplichting;
feit 5:witwassen van een geldbedrag;
feit 6:in het bezit hebben van dierenporno.
Voluit luidt de tenlastelegging - na wijziging (08/910033-15) en nadere omschrijving (08/950229-13) op 18 augustus 2015 - dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 5 december 2014 in
de gemeente(n) Almelo en/of Zwolle en/althans (elders) in Nederland en/of in
Roemenië,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een vrouw (van Roemeense afkomst) genaamd [slachtoffer 1] ,
A) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
verkrijgen die zeggenschap over die vrouw had,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of/en opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die vrouw (sub 1°), en/of
- ( telkens) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die vrouw zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en/of
- ( telkens) heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s)
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar (die vrouw), seksuele
handelingen met en/of voor een derde (sub 9°), en/of
B) (telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die
(Roemeense) vrouw in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te
stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde
tegen betaling (sub 3),
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft/hebben gemaakt van het geestelijke en/of lichamelijke
overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die [slachtoffer 1] had(den),
en/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) vanuit Roemenië naar Nederland heeft
meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of laten meenemen en/of vervoeren
en/althans (telkens) het vervoer van die [slachtoffer 1] vanuit Roemenië naar
Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en/of
- ten aanzien van die [slachtoffer 1] die de Nederlandse taal niet (goed) machtig was
en/of onbekend was in Nederland en/of onbekend was met de Nederlandse regels
en/of wetten en/of gewoonten en/of (bijna) niemand in Nederland kende
en/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie bevond voornoemde
[slachtoffer 1] heeft benaderd en/of heeft laten benaderen voor
prostitutie-werkzaamheden, en/of
- zijn, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning en/of een door
verdachte en/of zijn mededader(s) gehuurde woning/ruimte voor het
verrichten van prostitutie-werkzaamheden door die [slachtoffer 1] ter beschikking
heeft gesteld, en/of
- erotisch getinte foto('s) van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt en/of heeft laten maken
en/of (vervolgens) die foto('s) en/of contactadvertentie(s) van/met
betrekking tot die [slachtoffer 1] op internet heeft gezet en/of laten zetten, en/of
- die [slachtoffer 1] in contact heeft gebracht en/of laten brengen met
klant(en)/derde(n) en/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of laten
vervoeren, en/of
- controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutie
werkzaamheden van die [slachtoffer 1] , en/of
- die [slachtoffer 1] te kennen heeft gegeven dat zij geen klant(en) mocht weigeren,
en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] tegen de grond heeft gegooid en/of die [slachtoffer 1] heeft
gedreigd/bedreigd met woorden (door te zeggen dat indien die [slachtoffer 1] (een)
klant(en) zou weigeren die [slachtoffer 1] de misgelopen inkomsten moest betalen),
en/of
- de verdiensten van die [slachtoffer 1] voor die prostitutie-werkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een
schuldrelatie met die [slachtoffer 1] heeft laten ontstaan;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 5 december 2014
in de gemeente(n) Almelo en/of Hellendoorn en/of Zwolle en/althans (elders) in
Nederland en/of in Duitsland en/of België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een vrouw (van Poolse afkomst) genaamd [slachtoffer 2] ,
door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
verkrijgen die zeggenschap over die vrouw had,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die vrouw (sub 1°), en/of
- ( telkens) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die vrouw zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en/of
- ( telkens) heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s)
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar (die vrouw), seksuele
handelingen met en/of voor een derde (sub 9°), en/of
B) (telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die
(Poolse) vrouw in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen
tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen
betaling (sub 3),
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft/hebben gemaakt van het geestelijke/psychische en/of
lichamelijke overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die [slachtoffer 2]
had(den), en/of
- die [slachtoffer 2] (meermalen) vanuit België en/of Duitsland naar Nederland heeft
meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of laten meenemen en/of vervoeren
en/althans (telkens) het vervoer van die [slachtoffer 2] vanuit Belgë en/of Duitsland
naar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en/of
- ten aanzien van die [slachtoffer 2] die de Nederlandse taal niet (goed) machtig was
en/of onbekend was in Nederland en/of onbekend was met de Nederlandse regels
en/of wetten en/of gewoonten en/of (bijna) niemand in Nederland kende
en/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie bevond voornoemde
[slachtoffer 2] heeft benaderd en/of heeft laten benaderen voor
prostitutie-werkzaamheden, en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd/aangegeven dat verdachte en/of verdachtes
mededader(s) de administratie/formaliteiten ten behoeve van legale
prostitutie-werkzaamheden door die [slachtoffer 2] zou(den) regelen, en/of
- zijn, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning en/of een door
verdachte en/of zijn mededader(s) gehuurde woning/ruimte voor het
verrichten van prostitutie-werkzaamheden door die [slachtoffer 2] ter beschikking
heeft gesteld, en/of
- erotisch getinte foto('s) van die [slachtoffer 2] heeft gemaakt en/of heeft laten maken
en/of (vervolgens) die foto('s) en/of contactadvertentie(s) van/met
betrekking tot die [slachtoffer 2] op internet heeft gezet en/of laten zetten, en/of
- die [slachtoffer 2] in contact heeft gebracht en/of laten brengen met klant(en)/derde(n)
en/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of laten vervoeren, en/of
- controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutie
werkzaamheden van die [slachtoffer 2] , en/of
- die [slachtoffer 2] te kennen heeft gegeven dat zij geen klant(en) mocht weigeren, en/of
- de verdiensten van die [slachtoffer 2] voor die prostitutie-werkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een
schuldrelatie met die [slachtoffer 2] heeft laten ontstaan;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011
tot en met 5 december 2014, althans in of omstreeks de periode van 1 november
2014 tot en met 5 december 2014 in de gemeente(n) Almelo en/of Zwolle
en/althans (elders) in Nederland en/of in Roemenië,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een vrouw (van Roemeense afkomst) genaamd [slachtoffer 3] en/of (telkens) een of
meer (andere) vrouw(en) van Roemeense afkomst (anders dan de vrouw bedoeld in
feit 1),
A) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
verkrijgen die zeggenschap over die vrouw(en) had,
- ( telkens) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of
opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die vrouw(en) (sub 1°),
en/of
- ( telkens) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die vrouw(en) zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en/of
- ( telkens) heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s)
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar/hun (die vrouwen),
seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°), en/of
B) (telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die
(Roemeense) vrouw(en) in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te
stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde
tegen betaling (sub 3),
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft/hebben gemaakt van het geestelijke en/of lichamelijke
overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die vrouw(en) had(den),
en/of
- die vrouw(en) (meermalen) vanuit Roemenië en/of Duitsland naar Nederland
heeft meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of laten meenemen en/of vervoeren
en/althans (telkens) het vervoer van die vrouw(en) vanuit Roemenië en/of
Duitsland naar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en/of
- ten aanzien van die vrouw(en) die de Nederlandse taal niet (goed) machtig
was/waren en/of onbekend was/waren in Nederland en/of onbekend was/waren met
de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of (bijna) niemand in
Nederland kende(n) en/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie
bevond(en), voornoemde vrouw(en) heeft benaderd en/of heeft laten benaderen
voor prostitutie-werkzaamheden, en/of
- zijn, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning en/of een door
verdachte en/of zijn mededader(s) gehuurde woning/ruimte voor het
verrichten van prostitutie-werkzaamheden door die vrouw(en) ter beschikking
heeft gesteld, en/of
- erotisch getinte foto('s) van die vrouw(en) heeft gemaakt en/of heeft laten
maken en/of (vervolgens) die foto('s) en/of contactadvertentie(s) van/met
betrekking tot die vrouw(en) op internet heeft gezet en/of laten zetten,
en/of
- die vrouw(en) in contact heeft gebracht en/of laten brengen met
klant(en)/derde(n) en/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of laten
vervoeren, en/of
- controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutie
werkzaamheden van die vrouw(en), en/of
- de verdiensten van die vrouw(en) voor die prostitutie-werkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een
schuldrelatie met die vrouw(en) heeft laten ontstaan;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2014 tot en met 4 november 2014 te
[plaats 1] , in de gemeente Rijssen-Holten en/of in de gemeente Almelo en/althans
(elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van euro 7500,--,
althans euro 3870,--, in elk geval van een of meer geldbedrag(en) en/of een of
meer huurbedrag(en) (tot en totaalbedrag van euro 3630,--),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid:
- die [slachtoffer 4] benaderd voor de verhuur van diens bedrijfspand aan de [adres 2]
te [plaats 1] , en/of daartoe (mondeling) afspraken met die [slachtoffer 4] gemaakt
met betrekking tot de huurprijs, en/of
- ( ter compensatie van die huur(prijs) van dat bedrijfspand) met die [slachtoffer 4]
afspraken met die [slachtoffer 4] gemaakt over het voortzetten van het door
verdachte en/of verdachtes mededader gerunde bedrijf (" [bedrijf] ") samen met die
, en/of
- de afspraak met die [slachtoffer 4] gemaakt dat die [slachtoffer 4] euro 7500,--, althans
een of meer geldbedrag(en) in dat bedrijf " [bedrijf] " in zou brengen waardoor
die [slachtoffer 4] voor 50 % mede-eigenaar van dat bedrijf " [bedrijf] " zou worden,
en/of
- met die [slachtoffer 4] de afspraak gemaakt dat verdachte en/of verdachtes
mededader de formaliteiten/"een en ander" zou regelen bij de Kamer van
Koophandel, en/of
- daartoe door die [slachtoffer 4] (op 21 mei 2014) euro 3870,-- op verdachtes en/of
verdachtes mededaders (bank)rekening laten overmaken/storten,
- en/of/aldus zich voorgedaan als huurder(s) en/of zakenpartner(s) ter goeder
trouw,
waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 september
2012 tot en met 1 oktober 2012 te [plaats 2] in de gemeente Twenterand en/of
in de gemeente Almelo en/althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) (totaal euro
66.973,17) en/of een woning ( [adres 1] ),
heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft
omgezet en/of
(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten die/dat geldbedrag(en) en/of woning, gebruik
heeft gemaakt, en/of
van die/dat geldbedrag(en) en/of woning de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de
vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans
heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op die/dat
geldbedrag(en) en/of woning was/waren,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat die/dat
geldbedrag(en) en/of woning geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk afkomstig
was/waren uit enig misdrijf
immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
opzettelijk:
- op 24 september 2012 (contant) een bedrag van euro 23.200,-- op de
betaalrekening [rekeningnummer] gestort, en/of
- op 24 september 2012 (contant) een bedrag van euro 26.800,-- op de
betaalrekening [rekeningnummer] gestort, en/of
- op of omstreeks 1 oktober 2012 een contante betaling van euro 15.000,-- ten
kantore van Notariskantoor [notariskantoor] gedaan, en/of
- op of omstreeks 1 oktober 2012 een contante betaling van euro 1.973,17
verricht/gedaan en/of
- op of omstreeks 1 oktober 2012 de woning [adres 1] gekocht;
6.
hij op of omstreeks 5 december 2014 in de gemeente Almelo
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(in de woning [adres 1] )
een gegevensdrager (te weten een computer "PC Apple Imac/beslagcode
A.09.01.003) bevattende een afbeelding van (een) ontuchtige handeling(en)
waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, te
weten een film waarop te zien is dat een hengst op de naakte achterzijde van
een volwassen persoon springt en kennelijk zijn stijve geslachtsdeel in de
vagina/anus van die persoon steekt, in het bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

Geldigheid dagvaarding ten aanzien van feit 3
Naar aanleiding van het verhandelde op de zitting van 4 februari 2019 stelt de rechtbank vast dat de officier van justitie verdachte uitsluitend nog een verwijt maakt betreffende de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . De officier van justitie vordert om die reden partiële nietigheid van de dagvaarding voor wat betreft “en/of (telkens) een of meer (andere) vrouw(en) van Roemeense en/of Poolse afkomst (anders dan de vrouw bedoeld in feit 1)”.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de dagvaarding in zoverre nietig moet worden verklaard nu de dagvaarding (op dit onderdeel) niet voldoet aan de eisen die in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering aan de dagvaarding worden gesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor het overige geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de onder 1, 2, 3 en 6 tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden. Ook kan bewezen worden dat verdachte de feiten 1, 2 en 3 samen met (een) ander(en) heeft gepleegd. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak voor de feiten 4 en 5 en vordert verdachte te veroordelen voor de feiten 1, 2, 3 en 6 tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest.
4.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Ten aanzien van feit 4 en feit 5
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de onder 4 (oplichting) en 5 (witwassen)(vul de feitaanduidingen in) ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen, zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
Algemene overweging artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr) - mensenhandel
Bij de beoordeling of sprake is van mensenhandel in de zin van (seksuele) uitbuiting zoals bedoeld in artikel 273f, eerste lid Sr, wordt gekeken of sprake is van drie bestanddelen, te weten (een aantal) dwangmiddelen, (een aantal) handelingen en het oogmerk van uitbuiting. Niet voor alle subonderdelen geldt dat de vaststelling van al deze bestanddelen nodig is om tot een bewezenverklaring te komen. Het bestanddeel “(oogmerk van) uitbuiting” is in de wet niet gedefinieerd, anders dan door de (niet limitatieve) opsomming in artikel 273f, tweede lid, Sr van een aantal vormen van uitbuiting, waaronder gedwongen of verplichte arbeid of diensten. De vraag of en, zo ja, wanneer sprake is van “uitbuiting” in de zin van de onderhavige bepaling, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van voornoemde vraag komt in elk geval betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengen en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Van een situatie van seksuele uitbuiting is blijkens de wetsgeschiedenis sprake wanneer betrokkene verkeert in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een Nederlandse mondige prostituee verkeert. Voor een bewezenverklaring van mensenhandel moet dus sprake zijn van dwangmiddelen en daarmee samenhangend het geheel of gedeeltelijk ontbreken van keuzevrijheid.
Feit 1
Vaststaande feiten
De rechtbank leidt uit het dossier het volgende af.
[slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), werknaam [alias 1] , is in Roemenië in contact gekomen met [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ). Deze vertelde haar dat ze naar Nederland kon gaan om daar als prostituee te werken. [medeverdachte 1] heeft haar in juni 2013 meegenomen naar Nederland en haar rechtstreeks naar de woning van verdachte [verdachte] (hierna: [verdachte] ) en zijn partner, medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), in [plaats 3] gebracht. Vanaf juni 2013 heeft [slachtoffer 1] meermalen een periode in Nederland verbleven in [plaats 4] aan de [adres 3] bij [medeverdachte 1] en later in [plaats 4] bij [naam] . Na een prostitutiecontrole bij genoemde [naam] is [slachtoffer 1] gestopt met prostitutiewerkzaamheden.
Artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr
Voor een bewezenverklaring van dit onderdeel moet sprake zijn van ten eerste één of meer
dwangmiddelen en ten tweede één of meer gedragingen. Ten derde moet er bij de verdachte sprake zijn van het oogmerk om het slachtoffer uit te buiten.
Dwangmiddelen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte 2] jegens [slachtoffer 1] gebruik hebben gemaakt van dwangmiddelen. [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben ten aanzien van [slachtoffer 1] gebruik gemaakt van feitelijkheden door erotische foto’s van haar te maken, deze foto’s te verwerken in seksadvertenties, deze seksadvertenties op internet te publiceren, door potentiële klanten te woord te staan en afspraken te maken, door toe te zien op haar werk(tijden) als prostituee en op de verdiensten uit deze werkzaamheden.
[verdachte] en [medeverdachte 2] hebben misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin [slachtoffer 1] zich bevond en van uit feitelijke omstandigheden voorvloeiend overwicht. [slachtoffer 1] is van Roemeense afkomst, komt uit een minder welvarende thuissituatie, beschikte niet over voldoende eigen financiële middelen om zichzelf en haar kind te onderhouden en had schulden. Onder die omstandigheden is aan [slachtoffer 1] in Roemenië voorgesteld om in Nederland als prostituee te gaan werken, waarna zij met [medeverdachte 1] is meegegaan naar Nederland en rechtstreeks naar [verdachte] en [medeverdachte 2] gebracht in [plaats 3] , die volgens [medeverdachte 1] de bazen waren. [slachtoffer 1] had geen geld op het moment dat zij als prostituee ging werken in een voor haar onbekend land met voor haar onbekende regels en gewoonten, waarbij zij bovendien de taal niet sprak. [slachtoffer 1] moest veel werken, waarbij zij door [verdachte] en [medeverdachte 2] werd gefaciliteerd. Daardoor kwam [slachtoffer 1] in een situatie terecht die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
Nu [verdachte] en [medeverdachte 2] gebruik hebben gemaakt van de hiervoor genoemde, ongeoorloofde middelen, is voor een bewezenverklaring niet van belang of [slachtoffer 1] al dan niet heeft ingestemd met het werken in de prostitutie. Door het gebruik van deze dwangmiddelen is [slachtoffer 1] in een uitbuitingssituatie beland.
Gedragingen
De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte 2] [slachtoffer 1] hebben gehuisvest in de door hen gehuurde woning aan de [adres 3] in [plaats 4] . [medeverdachte 2] heeft [slachtoffer 1] meermalen begeleid/vervoerd bij/in verband met haar escortwerkzaamheden.
Oogmerk
Ook is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van [slachtoffer 1] sprake is geweest van het oogmerk van uitbuiting. Dat verdachte het oogmerk van uitbuiting had, leidt de rechtbank af uit het feit dat [slachtoffer 1] kort nadat zij in Nederland was aangekomen, op voorstel van en gefaciliteerd door [verdachte] en [medeverdachte 2] , prostitutiewerkzaamheden is gaan verrichten. [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben financieel gewin gehad uit de werkzaamheden van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft 70% van haar verdiensten aan [verdachte] en [medeverdachte 2] afgestaan. Voorts kan het oogmerk van uitbuiting afgeleid worden uit de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, waaronder het bewegen tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden/aanzetten tot veel werken. Uit voornoemde feiten en omstandigheden leidt de rechtbank niet alleen af dat [verdachte] en [medeverdachte 2] het oogmerk hadden van uitbuiting, maar dat zij het slachtoffer ook feitelijk uitbuitten.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte 2] door middel van de dwangmiddelen feitelijkheden, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie [slachtoffer 1] hebben geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk [slachtoffer 1] seksueel uit te buiten.
Tenlastegelegde sub 4
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte 2] met de hiervoor genoemde dwangmiddelen [slachtoffer 1] hebben bewogen om zich in Nederland beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard.
Tenlastegelegde sub 9
[verdachte] en [medeverdachte 2] hebben [slachtoffer 1] met de hiervoor genoemde dwangmiddelen bewogen hen te bevoordelen uit de opbrengst van [slachtoffer 1] ’s seksuele handelingen met een derde, nu verdachten [slachtoffer 1] hebben bewogen om 70% van het door haar verdiende geld aan hen af te staan.
Tenlastegelegde sub 3
De rechtbank is van oordeel dat het onder feit 1 sub 3 ten laste gelegde niet bewezen kan
worden verklaard, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken
Feit 2
Vaststaande feiten
De rechtbank leidt uit het dossier het volgende af.
[slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), werknaam [alias 2] , is via een advertentie in de Poolse taal waarin
– kort gezegd – om prostituees werd gevraagd, in contact gekomen met [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) en zijn (Poolse) vrouw. [medeverdachte 3] heeft deze advertentie op verzoek van [verdachte] opgemaakt. [medeverdachte 3] en zijn vrouw hebben [slachtoffer 2] vanuit hun woning in Duitsland naar de woning van [verdachte] en [medeverdachte 2] in [plaats 5] gebracht. Door [verdachte] en [medeverdachte 2] is aan [slachtoffer 2] aldaar ook onderdak verschaft. [slachtoffer 2] heeft voor [verdachte] en [medeverdachte 2] gewerkt vanaf begin januari 2012 tot 12 april 2012. Op laatstgenoemde datum vond er een prostitutiecontrole plaats aan de [adres 4] , waar [slachtoffer 2] toen werd aangetroffen.
Artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr
Voor een bewezenverklaring van dit onderdeel moet sprake zijn van ten eerste één of meer
dwangmiddelen en ten tweede één of meer gedragingen. Ten derde moet er bij de verdachte sprake zijn van het oogmerk om het slachtoffer uit te buiten.
Dwangmiddelen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte 2] jegens [slachtoffer 2] gebruik hebben gemaakt van dwangmiddelen. Zij hebben ten aanzien van [slachtoffer 2] gebruik gemaakt van feitelijkheden, door erotische foto’s van haar te maken, deze foto’s te verwerken in seksadvertenties, deze seksadvertenties op internet te publiceren, door potentiële klanten te woord te staan en afspraken te maken, door toe te zien op haar werktijden als prostituee en door toe te zien op de verdiensten uit deze werkzaamheden.
[verdachte] en [medeverdachte 2] hebben daarnaast misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin [slachtoffer 2] zich bevond en van uit feitelijke omstandigheden voorvloeiend overwicht. [slachtoffer 2] is van Poolse afkomst, komt uit een minder welvarende thuissituatie en beschikte niet over voldoende eigen financiële middelen toen zij als prostituee ging werken in een voor haar vreemd land met voor haar onbekende regels en gewoonten, waarbij zij bovendien de taal onvoldoende sprak, afhankelijk was van alcohol en veel klanten moest afwerken. Daardoor kwam [slachtoffer 2] in een situatie terecht die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
Nu verdachten gebruik hebben gemaakt van voornoemde ongeoorloofde middelen is voor een bewezenverklaring niet van belang of [slachtoffer 2] al dan niet heeft ingestemd met het werken in de prostitutie. Door het gebruik van deze dwangmiddelen is [slachtoffer 2] in een uitbuitingssituatie beland.
Gedragingen
De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte 2] [slachtoffer 2] hebben geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest, omdat [slachtoffer 2] bij [verdachte] en [medeverdachte 2] in huis woonde aan de [adres 4] , dan wel omdat [verdachte] en [medeverdachte 2] in [plaats 5] onderdak voor [slachtoffer 2] hadden geregeld. Tevens hebben [verdachte] en [medeverdachte 2] een wervingsadvertentie laten plaatsen in de Poolse taal op welke advertentie [slachtoffer 2] heeft gereageerd, waarna zij door [medeverdachte 3] vanuit zijn woning in Duitsland naar de woning van [verdachte] en [medeverdachte 2] in [plaats 5] is vervoerd. Ook heeft [medeverdachte 2] [slachtoffer 2] vervoerd in verband met haar escortwerkzaamheden.
Oogmerk
De rechtbank is voorts van oordeel dat ten aanzien van [slachtoffer 2] sprake is geweest van het oogmerk van uitbuiting. Oogmerk veronderstelt tenminste een noodzakelijkheidsbewustzijn ten aanzien van het gevolg en is bij mensenhandel gelegen in het verkrijgen van financieel gewin. Dat [verdachte] en [medeverdachte 2] het oogmerk van uitbuiting hadden, leidt de rechtbank af uit het feit dat [slachtoffer 2] kort nadat zij door [medeverdachte 3] naar [verdachte] en [medeverdachte 2] was gebracht voor hen prostitutiewerkzaamheden is gaan verrichten, op hun voorstel en door hen gefaciliteerd.
Zij hebben financieel gewin gehad uit de werkzaamheden van [slachtoffer 2] . Zij moest 70% van haar verdiensten aan [verdachte] en [medeverdachte 2] afstaan. Voorts kan het oogmerk van uitbuiting afgeleid worden uit de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, waaronder het bewegen tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden/aanzetten tot veel werken. Uit voornoemde feiten en omstandigheden leidt de rechtbank niet alleen af dat [verdachte] en [medeverdachte 2] het oogmerk hadden tot uitbuiting, maar dat zij [slachtoffer 2] ook feitelijk hebben uitgebuit.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte 2] door middel van de dwangmiddelen, feitelijkheden, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie [slachtoffer 2] hebben geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk die [slachtoffer 2] seksueel uit te buiten.
Tenlastegelegde sub 4
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte 2] door middel van de hiervoor vermelde dwangmiddelen [slachtoffer 2] hebben bewogen om zich in Nederland beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard.
Tenlastegelegde sub 9
[verdachte] en [medeverdachte 2] hebben [slachtoffer 2] met de hiervoor genoemde dwangmiddelen bewogen hen te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met een derde, nu zij [slachtoffer 2] hebben bewogen om 70% van het door haar verdiende geld aan hen af te staan.
Tenlastegelegde sub 3
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 sub 3 ten laste gelegde niet bewezen kan
worden verklaard, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.
Feit 3
Vaststaande feiten
De rechtbank leidt uit het dossier het volgende af.
Op 29 november 2014 is [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ), werknaam [alias 3] , samen met [medeverdachte 2] vanuit Roemenië in Nederland gearriveerd op het vliegveld [plaats 6] . [slachtoffer 3] en [medeverdachte 2] zijn van het vliegveld opgehaald door medeverdachte [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4] ), de dochter van [medeverdachte 2] . [slachtoffer 3] is samen met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] naar de woning van [medeverdachte 2] en [verdachte] gegaan aan de [adres 1] . Daar zijn erotische foto’s van [slachtoffer 3] gemaakt voor seksadvertenties. De seksadvertenties zijn gemaakt en op internet gezet. Kort daarna is [slachtoffer 3] door [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] naar het appartement aan de [adres 3] gebracht. Deze woning werd door [verdachte] en [medeverdachte 2] gehuurd. In de woning aan de [adres 3] verbleef ook [medeverdachte 5] die daar reeds als prostituee werkzaamheden verrichtte. Ook [medeverdachte 4] heeft in die woning verbleven omdat zij in [plaats 4] naar school ging. [slachtoffer 3] heeft in en vanuit die woning in totaal drie dagen als prostituee gewerkt onder de werknaam [alias 3] . De klanten namen contact op met [medeverdachte 2] waarna [medeverdachte 2] aan [slachtoffer 3] doorgaf hoe laat de klant zou komen en wat zijn wensen waren. De politie heeft bij het binnentreden van de woning aan de [adres 3] op
5 december 2014 [slachtoffer 3] en [medeverdachte 5] aangetroffen. Kort na haar verhoor door de politie op
5 december 2014 is [slachtoffer 3] teruggekeerd naar Roemenië.
Artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr
Voor een bewezenverklaring van dit onderdeel moet sprake zijn van ten eerste één of meer
dwangmiddelen en ten tweede één of meer gedragingen. Ten derde moet er bij de verdachte sprake zijn van het oogmerk om het slachtoffer uit te buiten.
Dwangmiddelen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] jegens [slachtoffer 3] gebruik hebben gemaakt van dwangmiddelen.
Er is gebruik gemaakt van feitelijkheden door:
- erotische foto’s van het slachtoffer te maken, deze foto’s te verwerken in seksadvertenties, deze seksadvertenties via Speurders.nl op internet te publiceren, door potentiële klanten te woord te staan en afspraken te maken,
- in de onmiddellijke nabijheid te verblijven op het moment dat er een klant was, (aldus) toe te zien op haar werk(tijden) als prostituee en het aantal klanten en controle te houden over de verdiensten uit deze werkzaamheden.
Ook is misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin [slachtoffer 3] zich bevond en van uit feitelijke omstandigheden voorvloeiend overwicht. [slachtoffer 3] is van Roemeense afkomst, kwam uit een minder welvarende thuissituatie en beschikte niet over voldoende eigen financiële middelen. In Roemenië vertelde [medeverdachte 2] aan [slachtoffer 3] dat zij in Nederland bij haar, [medeverdachte 2] , kon verblijven en geld kon verdienen waarna [slachtoffer 3] met [medeverdachte 2] is meegegaan naar Nederland. Haar reis werd voor haar betaald.
Zij beschikte niet over geld toen zij in Nederland aan kwam. Kort na aankomst in Nederland, in een voor haar onbekend land met voor haar onbekende regels en gewoonten, waarbij zij bovendien de taal niet sprak, is zij als prostituee werkzaamheden gaan verrichten, waarbij zij de helft van de opbrengst uit de werkzaamheden moest afstaan. [slachtoffer 3] werd gefaciliteerd door [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . Daardoor kwam [slachtoffer 3] in een situatie terecht die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
[verdachte] heeft samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] gebruik gemaakt van de hiervoor genoemde ongeoorloofde middelen. Gelet hierop is voor een bewezenverklaring niet van belang of het slachtoffer al dan niet heeft ingestemd met het werken in de prostitutie. Door het gebruik van deze dwangmiddelen is het slachtoffer in een uitbuitingssituatie beland.
Gedragingen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] , [slachtoffer 3] hebben geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest. Er zijn foto’s en berichten van/over vrouwen, onder meer van [slachtoffer 3] , verstuurd tussen onder anderen [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] , waarbij in bedekte termen dan wel versluierde taal (auto’s/tassen) gesproken werd over vrouwen die met [medeverdachte 2] zouden meekomen naar Nederland en in Roemenië werd contact gelegd met [slachtoffer 3] die uiteindelijk daadwerkelijk met [medeverdachte 2] naar Nederland is gekomen. Eenmaal aangekomen in Nederland is [slachtoffer 3] opgehaald uit [plaats 6] door [medeverdachte 4] , en samen met [medeverdachte 2] overgebracht naar de woning van [verdachte] en [medeverdachte 2] in [plaats 3] alwaar [slachtoffer 3] (tijdelijk) gehuisvest werd om vervolgens ondergebracht/gehuisvest te worden in de door [verdachte] en [medeverdachte 2] gehuurde woning te [plaats 4] waar [medeverdachte 4] , alsmede een andere prostituee ook verbleven.
(Het oogmerk van) uitbuiting
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van [slachtoffer 3] sprake is geweest van het oogmerk van uitbuiting. Oogmerk veronderstelt tenminste een noodzakelijkheidsbewustzijn ten aanzien van het gevolg en is bij mensenhandel gelegen in het verkrijgen van financieel gewin. Dat verdachte en zijn mededaders het oogmerk van uitbuiting hadden volgt uit de bewijsmiddelen waaruit de rechtbank afleidt dat [slachtoffer 3] kort nadat zij in Nederland was aangekomen, prostitutiewerkzaamheden is gaan verrichten, daarbij gefaciliteerd door [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] die erotische foto’s en seksadvertenties maakten en deze vervolgens op internet plaatsten. Ook werd door [verdachte] en [medeverdachte 4] meerdere malen bij [medeverdachte 2] geïnformeerd naar het aantal klanten van [slachtoffer 3] . Daarbij komt dat zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 4] in een telefoongesprek zeggen dat niet [slachtoffer 3] beslist (maar [medeverdachte 2] ) hoe lang [slachtoffer 3] werkt.
Tenslotte kan het oogmerk van uitbuiting afgeleid worden uit de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, waaronder het bewegen tot het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden, het aanzetten tot en het faciliteren van die werkzaamheden. Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat [verdachte] financieel gewin heeft gehad uit de werkzaamheden van [slachtoffer 3] . De helft van de opbrengsten is door [slachtoffer 3] aan de (mede)verdachte afgestaan.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte door middel van de dwangmiddelen, feitelijkheden, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie [slachtoffer 3] heeft geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk [slachtoffer 3] (seksueel en financieel) uit te buiten. Uit de bewijsmiddelen is ook komen vast te staan dat [slachtoffer 3] ook feitelijk is uitgebuit.
Artikel 273f, eerste lid, sub 4, Sr
De rechtbank is gelet op de bewijsmiddelen en gelet op het hiervoor overwogene van oordeel dat verdachte door de hiervoor genoemde dwangmiddelen [slachtoffer 3] heeft bewogen om zich in Nederland beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, te weten prostitutiewerkzaamheden.
Artikel 273f, eerste lid, sub 9, Sr
Gelet op de bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] , [slachtoffer 3] door genoemde dwangmiddelen eveneens hebben bewogen om hen te bevoordelen uit de opbrengst van door [slachtoffer 3] gepleegde seksuele handelingen met derden, nu [slachtoffer 3] de helft van haar inkomsten uit prostitutie moest afstaan.
Artikel 273f, eerste lid, sub 3, Sr
De in dit derde onderdeel omschreven gedragingen kunnen eerst dan als mensenhandel worden bestraft indien uit de bewijsmiddelen volgt dat voldaan is aan de voorwaarde dat zij zijn begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. “Uitbuiting” moet worden aangemerkt als een impliciet bestanddeel van artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 3º, Sr. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor onder 1 is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat uitbuiting kan worden bewezen. Gelet op de bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat [slachtoffer 3] in Roemenië is aangeworven en meegenomen naar Nederland met het oogmerk haar in Nederland ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling.
Medeplegen(strafverzwarende omstandigheid lid 3 onder 1e) feit 1, 2 en 3
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. De vraag of aan de bovenstaande eisen is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
Uit de in de bijlage bewijsmiddelen opgenomen verklaringen van de vrouwen en uit de tapgesprekken volgt dat zij [verdachte] en [medeverdachte 2] beschouwden als hun werkgevers. [verdachte] en [medeverdachte 2] bepaalden wie er voor hen kwam werken, hoe de werkzaamheden werden ingericht en hoe de verdeling van de inkomsten/afdrachten zou zijn. Zij onderhielden de contacten met de klanten en met andere vrouwen die voor hen werkten zoals [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] en controleerden de werkzaamheden van de slachtoffers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] . [verdachte] vervulde een actieve rol in het wervingsproces. Hij was mede verantwoordelijk voor de selectie van vrouwen en betrokken bij het vervoer van de vrouwen naar Nederland. Ook blijkt uit de tapgesprekken dat [verdachte] naar Roemenië afreist (kennelijk) om nieuwe prostituees te werven. Medeverdachte [medeverdachte 3] verklaarde: “ [medeverdachte 2] is de baas. [verdachte] praat veel, maar doorslaggevend is [medeverdachte 2] . Wat zij zegt gebeurt. (...) Ik heb ook van de meisjes gehoord dat als [medeverdachte 2] het niet wil, het dan niet gebeurt. (...) [medeverdachte 2] is geen plezierig mens”. Uit voornoemde bewijsmiddelen blijkt eveneens dat [medeverdachte 4] een belangrijke bijdrage leverde aan de gedragingen van [verdachte] en [medeverdachte 2] .
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat er voldoende concrete aanknopingspunten zijn voor een bewezenverklaring van de voor medeplegen vereiste ‘nauwe en bewuste samenwerking’ tussen [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . Gelet op de inhoud van die bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de intellectuele en/of materiële bijdrage van [verdachte] aan het delict van voldoende gewicht is, gelet op onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding en uitvoering van het delict, zijn aanwezigheid op belangrijke momenten en het belang van de rol van verdachte. Verdachte wordt daarom aangemerkt als medepleger.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1, 2 en 3 heeft begaan, te weten mensenhandel gepleegd samen met anderen ten aanzien van de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
Feit 6
Dierenporno
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen volgt dat dierenporno is aangetroffen in een computer die is aangetroffen in de woning aan de [adres 1] Verdachte staat op dit adres ingeschreven en verbleef daar, volgens zijn eigen verklaring bij de politie, ook feitelijk ten tijde van het tenlastegelegde feit. In deze computer is een bestand aangetroffen in een map met de naam “ [alias 4] ”. Dit bestand bleek – kort gezegd - dierenporno te bevatten. De verdachte heeft verklaard dat hij gebruik maakt van deze computer en dat hij “ [alias 4] ” wordt genoemd.
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen kan ook feit 6 wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 1 juni 2013 tot en met 5 december 2014
in
de gemeente(n) Almelo en/of Zwolle en/althans (elders)in Nederland
en/of in
Roemenië,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
een vrouw
(van Roemeense afkomst
)genaamd [slachtoffer 1] ,
A)door
dwang, geweld of (een) anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) of door dreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding
dan wel, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie
of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
verkrijgen die zeggenschap over die vrouw had,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest
of/en opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die vrouw
(sub 1°), en
/of
-
(telkens)heeft
gedwongen en/ofbewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard
dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die vrouw zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en/of
-
(telkens)heeft
gedwongen dan welbewogen verdachte en
/ofverdachte
(s
)
mededader
(s)te bevoordelen uit de opbrengst van
haar (die vrouw),seksuele
handelingen door die [slachtoffer 1] met
en/of vooreen derde
(sub 9°),
en/of
B) (telkens) heeft aangeworven en medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die
(Roemeense) vrouw in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te
stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde
tegen betaling (sub 3),
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader
(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft
/hebbengemaakt van het geestelijke
en/of lichamelijke
overwicht dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s)over die [slachtoffer 1] had
(den
),
en
/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) vanuit Roemenië naar Nederland heeft
meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of laten meenemen en/of vervoeren
en/althans (telkens) het vervoer van die [slachtoffer 1] vanuit Roemenië naar
Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en/of
- ten aanzien van die [slachtoffer 1] die de Nederlandse taal niet
(goed)machtig was
en
/ofonbekend was in Nederland en
/ofonbekend was met de Nederlandse regels en
/ofwetten en
/ofgewoonten en
/of(bijna) niemand in Nederland kende
en
/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie bevond, voornoemde
[slachtoffer 1] heeft benaderd
en/of heeft laten benaderenvoor prostitutiewerkzaamheden, en
/of
- zijn, verdachtes en
/ofverdachtes mededader
swoning en
/ofeen door
verdachte en
/ofzijn mededader
(s)gehuurde woning
/ruimtevoor het
verrichten van prostitutiewerkzaamheden door die [slachtoffer 1] ter beschikking
heeft gesteld, en
/of
- erotisch getinte foto
('s
)van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt
en/of heeft laten maken
en
/of (vervolgens
)die foto
('s
)en
/ofcontactadvertentie
(s
)van/met
betrekking tot die [slachtoffer 1] op internet heeft gezet
en/of laten zetten,en
/of
- die [slachtoffer 1] in contact heeft gebracht
en/of laten brengenmet
klant
(en
)/derde(n)en
/ofnaar
dieklant
(en
)/derde(n)heeft vervoerd of laten
vervoeren, en
/of
- controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] , en
/of
- die [slachtoffer 1] te kennen heeft gegeven dat zij geen klant(en) mocht weigeren,
en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] tegen de grond heeft gegooid en/of die [slachtoffer 1] heeft
gedreigd/bedreigd met woorden (door te zeggen dat indien die [slachtoffer 1] (een)
klant(en) zou weigeren die [slachtoffer 1] de misgelopen inkomsten moest betalen),
en/of
- de verdiensten van die [slachtoffer 1] voor die prostitutiewerkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen
en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een
schuldrelatie met die [slachtoffer 1] heeft laten ontstaan;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 1 januari 2012 tot en met 30 april 2012
5 december 2014
in de gemeente(n) Almelo en/of Hellendoorn en/of Zwolle en/althans (elders)in Nederland
en/of in Duitsland en/of België,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
een vrouw
(van Poolse afkomst
)genaamd [slachtoffer 2] ,
A)door
dwang, geweld of (een) anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) of door dreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding
dan wel, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie
of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
verkrijgen die zeggenschap over die vrouw had,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest
en/of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die vrouw
(sub 1°), en
/of
-
(telkens)heeft
gedwongen en/ofbewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard
dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die vrouw zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en
/of
-
(telkens)heeft
gedwongen dan welbewogen verdachte en
/ofverdachte
(s
)
mededader
(s)te bevoordelen uit de opbrengst van
haar (die vrouw),seksuele
handelingen van die [slachtoffer 2] met
en/of vooreen derde
(sub 9°),
en/of
B) (telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die
(Poolse) vrouw in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen
tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen
betaling (sub 3),
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader
(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft
/hebbengemaakt van het geestelijke/psychische
en/of
lichamelijkeoverwicht dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s)over die [slachtoffer 2]
had
(den
), en
/of
- die [slachtoffer 2]
(meermalen)vanuit
België en/ofDuitsland naar Nederland heeft
meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/oflaten
meenemen en/ofvervoeren
en/althans (telkens) het vervoer van die [slachtoffer 2] vanuit Belgë en/of Duitsland
naar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald,en
/of
- ten aanzien van die [slachtoffer 2] die de Nederlandse taal niet
(goed
)machtig was
en
/ofonbekend was in Nederland en
/ofonbekend was met de Nederlandse regels
en
/ofwetten en
/ofgewoonten en
/of(bijna) niemand in Nederland kende
en
/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie bevond voornoemde
[slachtoffer 2]
heeft benaderd en/ofheeft laten benaderen voor
prostitutiewerkzaamheden, en
/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd
/aangegevendat verdachte en
/ofverdachtes
mededader
(s)de administratie/formaliteiten ten behoeve van legale
prostitutiewerkzaamheden door die [slachtoffer 2] zou
(den)regelen, en
/of
-
zijn, verdachtes en/of verdachtes mededader’s woning en/ofeen door
verdachte
en/of zijn mededader(s)gehuurde woning
/ruimtevoor het
verrichten van prostitutiewerkzaamheden door die [slachtoffer 2] ter beschikking
heeft gesteld, en
/of
- erotisch getinte foto
('s
)van die [slachtoffer 2] heeft gemaakt en
/of heeft laten maken
en/of (vervolgens
)die foto
('s
)en
/ofcontactadvertentie
(s
)van/met
betrekking tot die [slachtoffer 2] op internet heeft gezet
en/of laten zetten, en
/of
- die [slachtoffer 2] in contact heeft gebracht
en/of laten brengenmet klant
(en
)/derde(n)
en
/ofnaar die klant
(en
)/derde(n)heeft vervoerd
of laten vervoeren, en
/of
- controle heeft uitgeoefend
en/of laten uitoefenenop de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] , en
/of
-
die [slachtoffer 2] te kennen heeft gegeven dat zij geen klant(en) mocht weigeren, en/of
- de verdiensten van die [slachtoffer 2] voor die prostitutiewerkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen
en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een
schuldrelatie met die [slachtoffer 2] heeft laten ontstaan;
3.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van
1 januari 2011
tot en met 5 december 2014, althans in of omstreeks de periode van1 november
2014 tot en met 5 december 2014 in
de gemeente(n) Almelo en/of Zwolle
en/althans (elders) inNederland en
/ofin Roemenië,
tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
een vrouw
(van Roemeense afkomst
)genaamd [slachtoffer 3]
en/of (telkens) een of
meer (andere) vrouw(en) van Roemeense afkomst (anders dan de vrouw bedoeld in
feit 1),
A)door
dwang, geweld of (een) anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) of door dreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding
dan wel, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie
of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
verkrijgen die zeggenschap over die vrouw(en) had,
-
(telkens)heeft geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest
en/of
opgenomen,met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die vrouw
(en) (sub 1°),
en
/of
-
(telkens)heeft
gedwongen en/ofbewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard
dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die vrouw(en) zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°), en
/of
-
(telkens)heeft
gedwongen dan welbewogen verdachte en
/ofverdachte
(s
)
mededader
(s
)te bevoordelen uit de opbrengst van
haar/hun (die vrouwen),
seksuele handelingen van die [slachtoffer 3] met
en/of vooreen derde
(sub 9°),en
/of
B) (telkens)heeft aangeworven en medegenomen
of ontvoerdmet het oogmerk die
(Roemeense
)vrouw
(en)in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te
stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met
en/of vooreen derde
tegen betaling
(sub 3),
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader
(s
) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft
/hebbengemaakt van het geestelijke
en/of lichamelijke
overwicht dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)over die vrouw
(en)had
(den
),
en
/of
- die vrouw
(en) (meermalen)vanuit Roemenië
en/of Duitslandnaar Nederland
heeft meegenomen/vervoerd en
/of gebracht en/of laten meenemen en/of vervoeren
en/althans (telkens)het vervoer van die vrouw
(en)vanuit Roemenië
en/of
Duitslandnaar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en
/of
- ten aanzien van die vrouw
(en)die de Nederlandse taal niet
(goed)machtig
was
/warenen
/ofonbekend was
/warenin Nederland en
/ofonbekend was
/warenmet
de Nederlandse regels en
/ofwetten en
/ofgewoonten en
/of (bijna)niemand in
Nederland kende
(n)en
/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie
bevond
(en), voornoemde vrouw
(en)heeft benaderd
en/of heeft laten benaderen
voor prostitutiewerkzaamheden, en
/of
-
haar, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning en/ofeen door
verdachte en
/ofzijn mededader
(s)gehuurde woning
/ruimtevoor het
verrichten van prostitutiewerkzaamheden door die vrouw
(en)ter beschikking
heeft gesteld, en
/of
- erotisch getinte foto
('s
)van die vrouw
(en)heeft gemaakt
en/of heeft laten
makenen
/of (vervolgens
)die foto
('s
)en
/ofcontactadvertentie
(s
)van/met
betrekking tot die vrouw
(en)op internet heeft gezet
en/of laten zetten,
en
/of
- die vrouw
(en)in contact heeft gebracht
en/of laten brengenmet
klant
(en
)/derde(n)en
/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of laten
vervoeren,en
/of
- controle heeft uitgeoefend
en/of laten uitoefenenop de prostitutiewerkzaamheden van die vrouw
(en), en
/of
- de verdiensten van die vrouw
(en)voor die prostitutiewerkzaamheden
(gedeeltelijk)heeft
afgenomen en/oflaten afgeven en
/of bewaard en/ofeen schuldrelatie met die vrouw
(en)heeft laten ontstaan;
6.
hij op
of omstreeks5 december 2014 in de gemeente Almelo
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(in de woning [adres 1]
)
een gegevensdrager
(te weten een computer "PC Apple Imac/beslagcode
A.09.01.003
)bevattende een afbeelding van
(een)ontuchtige handeling
(en
)
waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, te
weten een film waarop te zien is dat een hengst op de naakte achterzijde van
een volwassen persoon springt en kennelijk zijn stijve geslachtsdeel in de
vagina/anus van die persoon steekt, in het bezit heeft gehad.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 273f en 254a Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1, 2 en 3: (telkens) mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 6: in het bezit hebben van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren is gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan mensenhandel, gepleegd jegens twee Roemeense en één Poolse vrouw. Mensenhandel, een vorm van moderne slavernij, is een ernstig strafbaar feit waarvoor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zondermeer is gerechtvaardigd. Verdachte en zijn medeverdachte(n) hebben er voor gezorgd dat de slachtoffers, die allen verkeerden in slechte economische omstandigheden (in het land van herkomst), naar Nederland kwamen om als prostituee te werken. De slachtoffers waren in Nederland volledig van verdachte en zijn medeverdachten afhankelijk. Zij spraken de taal niet, hadden geen eigen huisvesting en geen sociaal vangnet. De slachtoffers zijn financieel uitgebuit. Zij moesten een aanzienlijk deel van hun inkomsten afstaan aan verdachte en zijn medeverdachte(n). Verdachte heeft op geen enkele wijze rekening gehouden met de gevolgen van zijn handelen voor de psychische en lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Verdachte heeft zich laten leiden door puur winstbejag en kwetsbare vrouwen gebruikt om er zelf financieel beter van te worden.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van dierenporno.
Dit is in Nederland verboden vanwege de bescherming van de goede zeden in samenhang met de integriteit van dieren. Daarnaast worden bij de vervaardiging ervan dieren seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet daarvoor mede verantwoordelijk worden gehouden, omdat hij de dierenporno in bezit had en daardoor aan de instandhouding van de vraag ernaar heeft bijgedragen.
Blijkens een op zijn naam gesteld Uittreksel Justitiële documentatie van 3 januari 2019 is verdachte niet eerder veroordeeld voor soortgelijke zaken.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met de ernst van het bewezenverklaarde niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. Bij haar beslissing over de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij door de rechtspraak eerder in soortgelijke zaken opgelegde straffen.
Redelijke termijn
Bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden, heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
In de onderhavige zaak is verdachte op 30 december 2014 in verzekering gesteld op verdenking van mensenhandel. De rechtbank neemt deze datum als datum waarop de redelijke termijn is aangevangen. Vanaf 10 maart 2015, zijnde de eerste zittingsdatum, tot 22 december 2016, zijnde de datum waarop de rechter-commissaris het onderzoek heeft gesloten, hebben meerdere zittingen en diverse onderzoeks-handelingen plaatsgevonden. Dat is niet gebeurd in de periode vanaf 22 december 2016 tot 16 maart 2018, zijnde een periode van 15 maanden. De rechtbank is van oordeel dat deze termijn van 15 maanden als overschrijding van de redelijke termijn heeft te gelden. In de periode vanaf 16 maart 2018 tot 22 januari 2019 hebben wel onderzoeks-handelingen plaatsgevonden.
De rechtbank ziet aanleiding deze overschrijding van de redelijke termijn te compenseren door de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 40 maanden, met 10% te verminderen.
Straf
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, op zijn plaats.
Een gevangenisstraf van kortere duur zou geen recht doen aan de ernst van het bewezen verklaarde.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2)
Ten aanzien van feit 2 heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces [slachtoffer 2] ,
in deze zaak woonplaats kiezende ten kantore van Leidraad Advocaten, Haven 52 te Leiden. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 13.400,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 april 2012. De gevorderde materiële schade bestaat uit gederfde inkomsten van € 100,-- per dag. De benadeelde partij heeft gedurende een periode van veertien weken voor de verdachte gewerkt. Zij werkte zes dagen per week.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 5.000,-- gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot schadevergoeding integraal dient te worden toegewezen. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 2 bewezenverklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] . De opgevoerde schadepost komt de rechtbank niet onredelijk voor.
De rechtbank zal het gevorderde bedrag aan materiële schade daarom integraal toewijzen, te weten € 8.400,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 april 2012.
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden. De rechtbank ziet aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om de omvang van deze schade te schatten. De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de immateriële schade naar redelijkheid en billijkheid vastgesteld kan worden op € 1.500,--, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen, met afwijzing van hetgeen aan hoofdsom aan immateriële schade meer is gevorderd. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2012. De vordering van de benadeelde partij zal voor het overige deel worden afgewezen.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil (vul de feitaanduidingen in)(vul de feitaanduidingen in)
[internetadres]] (vul de feitaanduidingen in)en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Hoofdelijke veroordeling
Nu verdachte het onder 2 bewezenverklaarde strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend (vul de feitaanduidingen in)samen met een mededader ( [medeverdachte 2] ) heeft gepleegd, zijn zij voor de schade ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt is verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 9.900,--(vul de feitaanduidingen in), vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door feit 2 is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 36f en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
partiële nietigheid dagvaarding feit 3
- verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft feit 3 de zinsnede “en/of (telkens) een of meer (andere) vrouw(en) van Roemeense en/of Poolse afkomst (anders dan de vrouw bedoeld in feit 1)”(vul de feitaanduidingen in);
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 6 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
-
feit 6:in het bezit hebben van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken;
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor de onder 1, 2, 3 en 6 bewezenverklaarde feiten;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
  • veroordeelt verdachte(maak een keuze) hoofdelijk, tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van
  • wijst af de vordering van de benadeelde partij voor het overige deel;
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;

maatregel

  • legt de
  • bepaalt dat als verdachte of zijn mededader heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte of zijn mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en
mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2019.