Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[betrokkene 1] ,
[betrokkene 2],
1.De procedure
- de tussenbeschikking van 24 juni 2019
- de brief van [verzoeker] van 22 juli 2019
- het e-mailbericht van de uitvoeringscommissie van 16 juli 2019.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 september 2019 een tussenbeschikking gegeven in een civiele procedure. De rechtbank heeft besloten om een onafhankelijk deskundige aan te stellen om een onderzoek uit te voeren naar de klasseindeling van bepaalde perceelsgedeelten, zoals vastgesteld door de uitvoeringscommissie. De partijen, verzoeker en de uitvoeringscommissie, hebben ingestemd met het deskundigenonderzoek, waarbij de kosten voor het onderzoek door de in het ongelijk gestelde partij zullen worden gedragen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een minnelijke oplossing en daarom hebben gekozen voor een deskundigenonderzoek. De deskundige, ing. W.J.M. de Groot, is benoemd en de kosten van het onderzoek zijn begroot op € 4.840,00 inclusief BTW. De rechtbank heeft bepaald dat beide partijen elk de helft van dit bedrag moeten deponeren binnen twee weken na ontvangst van een nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak.
De rechtbank heeft verder aangegeven dat de deskundige zijn werkzaamheden niet kan starten voordat het volledige voorschot is voldaan. Ook zijn er richtlijnen gegeven over de uitvoering van het onderzoek, waaronder de verplichting voor partijen om de deskundige toegang te verlenen tot noodzakelijke plaatsen en informatie. De deskundige moet binnen drie maanden na de beslissing een schriftelijk rapport indienen, waarin ook melding moet worden gemaakt van eventuele opmerkingen van partijen over het concept van het rapport. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden.