ECLI:NL:RBOVE:2019:5405

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 augustus 2019
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
7490117 \ CV EXPL 19-299 (herstelvonnis)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke fout in eerdere uitspraak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 6 augustus 2019 een herstelvonnis gewezen in de procedure tussen [partij A] en [partij B]. Het herstelvonnis betreft een verzoek van [partij A] om een kennelijke fout te corrigeren die was gemaakt in het vonnis van 25 juni 2019. In dat vonnis werd in het dictum in onderdeel III. onder sub b en c ten onrechte verwezen naar dictumonderdeel II. a, terwijl dictumonderdeel III. a bedoeld was. De kantonrechter heeft het verzoek tot verbetering in behandeling genomen en [partij B] de gelegenheid gegeven om zich over het verzoek uit te laten. [partij B] heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering, maar heeft wel aangegeven het niet eens te zijn met (een onderdeel van) het eerdere vonnis.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel leent. De rechter heeft het verzoek tot verbetering toegewezen en de fout gecorrigeerd door de verwijzingen in het dictum aan te passen. Tevens is bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis wordt vermeld. Het verzoek van [partij B] om het vonnis opnieuw te heroverwegen op basis van andere bezwaren is afgewezen, omdat dit zou neerkomen op een verkapt hoger beroep. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2019.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 7490117 \ CV EXPL 19-299
Herstelvonnis van 6 augustus 2019
in de zaak van
[partij A],
wonende te [woonplaats 1],
eiser in conventie,
verweerder in (deels voorwaardelijke) reconventie,
hierna te noemen [partij A],
gemachtigde: mr. J.J. Paalman te Almelo,
tegen
[partij B],
wonende te [woonplaats 2],
gedaagde in conventie,
eiseres in (deels voorwaardelijke) reconventie,
hierna te noemen [partij B],
verschenen in persoon.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 17 juli 2019 is namens [partij A] de kantonrechter verzocht om verbetering van het op 25 juni 2019 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat in het dictum (de beslissing) in onderdeel III. onder sub b en c twee keer wordt verwezen naar dictumonderdeel II. a, terwijl dictumonderdeel III. a is bedoeld.
1.2.
De kantonrechter heeft [partij B] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Bij e-mailbericht, inclusief bijlage, heeft [partij B] aan de kantonrechter bericht geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek te hebben.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter is van oordeel dat in het vonnis van 25 juni 2019 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De kantonrechter zal het verzoek dan ook op na te melden wijze toewijzen.
2.2.
Uit hetgeen overigens door [partij B] in haar mailbericht, inclusief bijlage, van 6 augustus 2019 naar voren is gebracht, begrijpt de kantonrechter dat zij het niet eens is met (een onderdeel van) het vonnis en de gronden waarop dat berust. Artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is bedoeld voor het verbeteren van kennelijke fouten, in die zin dat het voor iedereen duidelijk is dat sprake is van een vergissing. Artikel 31 Rv biedt geen ruimte om op grond van door een partij naar voren gebrachte bezwaren het vonnis te heroverwegen en aan te passen. Dit zou neerkomen op een verkapt hoger beroep. Voor zover [partij B] heeft beoogd een op artikel 31 Rv gebaseerd verzoek te doen, zal dit verzoek dan ook worden afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
bepaalt dat de dictumonderdelen III. b en III. c van het op 25 juni 2019 tussen [partij A] en [partij B] gewezen vonnis, waar staat
“dictumonderdeel II. a”
worden gewijzigd in
“dictumonderdeel III. a”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 6 augustus 2019 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 25 juni 2019,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 25 juni 2019 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van het team kanton en handelsrecht van deze rechtbank te retourneren,
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2019 (ib).