ECLI:NL:RBOVE:2019:5405
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake kennelijke fout in eerdere uitspraak
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 6 augustus 2019 een herstelvonnis gewezen in de procedure tussen [partij A] en [partij B]. Het herstelvonnis betreft een verzoek van [partij A] om een kennelijke fout te corrigeren die was gemaakt in het vonnis van 25 juni 2019. In dat vonnis werd in het dictum in onderdeel III. onder sub b en c ten onrechte verwezen naar dictumonderdeel II. a, terwijl dictumonderdeel III. a bedoeld was. De kantonrechter heeft het verzoek tot verbetering in behandeling genomen en [partij B] de gelegenheid gegeven om zich over het verzoek uit te laten. [partij B] heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering, maar heeft wel aangegeven het niet eens te zijn met (een onderdeel van) het eerdere vonnis.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel leent. De rechter heeft het verzoek tot verbetering toegewezen en de fout gecorrigeerd door de verwijzingen in het dictum aan te passen. Tevens is bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis wordt vermeld. Het verzoek van [partij B] om het vonnis opnieuw te heroverwegen op basis van andere bezwaren is afgewezen, omdat dit zou neerkomen op een verkapt hoger beroep. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2019.