Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 januari 2019 met producties,
- de mondelinge behandeling gehouden op 6 februari 2019.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderen de eisers, bestaande uit de moeder en haar drie kinderen, medewerking van de gedaagde, die mede-eigenaar is van de woning, voor de verkoop van de woning na het overlijden van de vader. De vader is op 23 juli 2007 overleden en heeft in gemeenschap van goederen gehuwd met de moeder. De woning, die gezamenlijk eigendom was, is te koop aangeboden voor € 170.000,-, met een deadline voor de levering op 1 maart 2019. De gedaagde heeft in het verleden aangegeven geen contact meer te willen met zijn familie, maar heeft ter zitting verklaard mee te willen werken aan de verkoop. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde eerst in de gelegenheid moet worden gesteld om zijn medewerking te verlenen. Indien hij dit nalaat, wordt vervangende toestemming verleend voor de verkoop. De vordering is toegewezen, met de bepaling dat het vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking van de gedaagde. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.