ECLI:NL:RBOVE:2019:693

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 februari 2019
Publicatiedatum
25 februari 2019
Zaaknummer
C/08/227999 / KG ZA 19-22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking bij verkoop van woning na overlijden van vader

In deze zaak vorderen de eisers, bestaande uit de moeder en haar drie kinderen, medewerking van de gedaagde, die mede-eigenaar is van de woning, voor de verkoop van de woning na het overlijden van de vader. De vader is op 23 juli 2007 overleden en heeft in gemeenschap van goederen gehuwd met de moeder. De woning, die gezamenlijk eigendom was, is te koop aangeboden voor € 170.000,-, met een deadline voor de levering op 1 maart 2019. De gedaagde heeft in het verleden aangegeven geen contact meer te willen met zijn familie, maar heeft ter zitting verklaard mee te willen werken aan de verkoop. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde eerst in de gelegenheid moet worden gesteld om zijn medewerking te verlenen. Indien hij dit nalaat, wordt vervangende toestemming verleend voor de verkoop. De vordering is toegewezen, met de bepaling dat het vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking van de gedaagde. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/227999 / KG ZA 19-22
Vonnis in kort geding van 12 februari 2019
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
3.
[eiser 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisers,
advocaat mr. M. van Leussen te Oldenzaal,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiser 1] c.s. en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 januari 2019 met producties,
  • de mondelinge behandeling gehouden op 6 februari 2019.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 23 juli 2007 is overleden, de heer [X] (hierna te noemen: vader).
2.2.
Vader is in gemeenschap van goederen gehuwd geweest met
[eiser 1] (hierna te noemen: moeder).
2.3.
Uit het huwelijk van vader en moeder zijn drie kinderen geboren:
[eiser 2] , [eiser 3] en [gedaagde] .
2.4.
Vader heeft op 5 juli 1983 een testament op laten stellen door notaris
mr. G. Schouten, waarbij hij geen van de wettelijke erfopvolging afwijkende bedingen heeft gemaakt, zodat hij als erfgenamen heeft achtergelaten moeder en de drie kinderen, de kinderen ieder voor een gelijk gedeelte.
2.5.
Vader en moeder hebben samen in eigendom gehad de woning aan de
[adres] te [plaats] , kadastraal bekend bij de [gemeente] onder [sectie] , [nummer] (hierna te noemen: de woning). Na het overlijden van vader is zijn eigendomsdeel in de woning nagelaten aan moeder en de kinderen.
2.6.
Moeder, thans 94 jaar oud, is vanwege gezondheidsproblemen verhuisd naar een woonzorgcentrum.
2.7.
De woning, waarop thans nog een hypotheek rust van € 32.151,21, is te koop aangeboden. Begin januari 2019 zijn er kopers gevonden voor de woning, te weten
de heer [A] en mevrouw [B] . De overeengekomen koopsom bedraagt € 170.000,-. De levering dient plaats te vinden uiterlijk op of voor 1 maart 2019.

3.Het geschil

3.1.
[eiser 1] c.s. vorderen, na ter zitting hun eis te hebben gewijzigd, - samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
1. te bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de vereiste
toestemming/medewerking van [gedaagde] en derhalve van de rechtshandeling(en) tot (onbezwaarde) verkoop en levering van zijn aandeel in het eigendom van de woning aan (een) koper(s), thans [A] en [B] , met aanwijzing/machtiging van notaris mr. drs. P.B. Riteco - voor wie de leveringsakte zal worden verleden - om als vertegenwoordiger van [gedaagde] alle feitelijke rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het realiseren van de eigendomsoverdracht van de woning aan (een) koper(s).
subsidiair:
2. [gedaagde] te bevelen om mee te werken aan de verkoop en levering van zijn
deel in het eigendom van de woning aan (een) koper(s), thans [A] en
[B] , en daartoe al het nodige te doen, op straffe van verbeurte van een boete van € 5.000,- voor iedere dag, of ieder dagdeel, dat hij in gebreke blijft om hieraan mee te werken tot een maximum van € 50.000,-, alsmede te bepalen dat dit vonnis uiterlijk op
27 februari 2019 in de plaats treedt van de toestemming/medewerking van [gedaagde] en derhalve van de rechtshandeling(en) tot (onbezwaarde) verkoop en levering van zijn aandeel in het eigendom van de woning, met aanwijzing/machtiging van notaris mr. drs. P.B. Riteco - voor wie de leveringsakte zal worden verleden - om als vertegenwoordiger van
[gedaagde] alle feitelijke rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het realiseren van de eigendomsoverdracht van de woning aan (een) koper(s),
zowel primair als subsidiair:
3. toestemming te verlenen voor de verkoop en levering c.q. eigendomsoverdracht van de woning voor de koopsom van € 170.000,- dan wel een andere redelijke marktprijs;
4. de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5. dan wel ten aanzien van het primair en subsidiair gevorderde een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren.
3.2.
[eiser 1] c.s. leggen - samengevat - aan hun vordering ten grondslag dat zij de woning willen verkopen aan [A] en [B] . De woning dient uiterlijk op 1 maart 2019 aan hen geleverd te worden. Omdat [gedaagde] voor één achtste deel mede-eigenaar is van de woning, kan de woning niet zonder zijn medewerking worden overgedragen. Het is niet mogelijk gebleken om in contact te komen met [gedaagde] , die in het verleden om hem moverende redenen te kennen heeft gegeven geen contact meer te willen met zijn familieleden.
3.3.
[gedaagde] is ter zitting verschenen, maar heeft geen verweer gevoerd. Hij heeft te kennen gegeven mee te willen werken aan de overdracht van de woning. [gedaagde] wil geen contact met zijn familieleden en hoopt dat een vonnis van de voorzieningenrechter “alles zal regelen”.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van het gevorderde.
4.2.
Omdat [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd tegen het gevorderde en ter zitting te kennen heeft gegeven te willen meewerken aan de verkoop en levering van de woning, zal het gevorderde worden toegewezen met inachtneming van het volgende.
4.3.
[eiser 1] c.s. hebben primair gevorderd te bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de vereiste medewerking van [gedaagde] aan verkoop en levering van de woning, terwijl subsidiair is gevorderd [gedaagde] te bevelen om mee te werken aan verkoop en levering van de woning. Zowel primair als subsidiair is gevorderd vervangende toestemming te verlenen aan [eiser 1] c.s. voor verkoop en levering van de woning. Dat is niet de juiste volgorde. [gedaagde] zal eerst in de gelegenheid worden gesteld om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning, bij gebreke waarvan aan [eiser 1] c.s. vervangende toestemming zal worden verleend, met bepaling dat dit vonnis op de voet van artikel 3:300 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in de plaats zal treden van de vereiste medewerking van [gedaagde] . De vordering zal als zodanig worden toegewezen.
4.4.
De gevorderde boete (bedoeld zal zijn dwangsom) ter zake het voorgaande zal worden afgewezen nu [eiser 1] c.s. vervangende toestemming zal worden verleend mocht [gedaagde] zijn medewerking niet verlenen.
4.5.
De proceskosten tussen partijen zullen, zoals gevorderd, worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt [gedaagde] om mee te werken aan de verkoop en levering van zijn
deel in het eigendom van de woning met aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] , aan (een) koper(s), thans [A] en
[B] , en daartoe al het nodige te doen,
5.2.
bepaalt dat [eiser 1] c.s. vervangende toestemming wordt verleend voor de verkoop en levering c.q. eigendomsoverdracht van de woning met aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] voor de koopsom van € 170.000,-, indien
[gedaagde] niet uiterlijk op 27 februari 2019 medewerking verleent als hiervoor bedoeld in 5.1. en dat dit vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking van [gedaagde] en derhalve van de rechtshandeling(en) tot (onbezwaarde) verkoop en levering van zijn aandeel in het eigendom van de woning met aanhorigheden, staande en gelegen aan de
[adres] te [plaats] aan (een) koper(s), thans [A] en
[B] , met aanwijzing/machtiging van notaris mr. drs. P.B. Riteco - voor wie de leveringsakte zal worden verleden - om als vertegenwoordiger van [gedaagde] alle feitelijke rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het realiseren van de eigendomsoverdracht van de woning aan (een) koper(s),
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2019. [1]

Voetnoten

1.type: