In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen V.O.F. Natuurcamping De Klashorst en Gedeputeerde Staten van Overijssel. De eisers, die een natuurcamping exploiteren, hebben bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die hen was opgelegd vanwege de uitbreiding van hun camping. De last was opgelegd op basis van de Wet natuurbescherming, omdat de uitbreiding zou kunnen leiden tot schade aan de foerageergebieden van de das, een beschermde diersoort. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers de camping willen uitbreiden naar een perceel dat volgens de provincie essentieel foerageergebied is voor de das. De rechtbank heeft de argumenten van de eisers en de derde-partijen, waaronder Stichting Das en Boom en Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de provincie onvoldoende had aangetoond dat de uitbreiding daadwerkelijk zou leiden tot een overtreding van de wet. De rechtbank verklaarde het beroep van de eisers gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de provincie op het griffierecht te vergoeden en de proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om goed onderbouwde besluiten te nemen, vooral als het gaat om de bescherming van natuur en milieu.